09 oktober 2024

Niet naast onze kinderen

En dan ineens zijn de Thaise overstromingen in Nederland voorpaginanieuws.

Komt dat omdat inmiddels een gebied half zo groot als Nederland is ondergelopen? Nee, dat is het niet.

Is het dan omdat we in Nederland ineens beseffen dat we niks te klagen hebben, maar dat toch doen, terwijl de Thaise gedupeerden veel te klagen hebben, maar dat niet doen? Nee, ook dat is niet de reden.

Heeft minister Faber dan misschien de Thai die hun huis niet inkunnen, uitgenodigd om naar Nederland te komen, waar ze in ruimhartige samenwerking met de gemeenten opvanglocaties heeft ingericht, (de eerste is feestelijk geopend door haar partijleider,) met bordjes erbij: "Hier werken wij aan een veilig en warm thuis voor u." Helaas, dat is te mooi om waar te zijn.

Nee, de plotselinge belangstelling van kranten en nieuwsprogramma's was gewekt doordat er filmpjes circuleerden van olifanten in opvangparken die overstroomd zijn. Natuurlijk is het goed dat die belangstelling dan toch eindelijk gewekt is, maar het is wel tamelijk bizar dat de beelden van mensen in nood minder impact hebben dan die van dieren in nood, hoe afschuwelijk het voor die dieren ook is.

De hele perceptie van rampen is sowieso merkwaardig. Hoe dichter bij, hoe meer aandacht, dat is nog wel begrijpelijk. De kans is groter dat het jou zelf was overkomen. Maar die regel blijkt niet zo absoluut te zijn. Een aanslag in Damascus of Teheran wordt met een kort berichtje afgehandeld; een zelfde aanslag in het twee keer zo ver weg gelegen New York zal het nieuws een paar dagen beheersen. 

Als het gaat om de ernst van rampen, wordt vaak gekeken naar de aangerichte schade. Op die manier komen de enorme overstromingen die een groot deel van Thailand in 2011 troffen op ongeveer dezelfde hoogte als de overstromingen die in 2021 onder meer in Valkenburg, in een gebied dat veel en veel kleiner is, grote schade veroorzaakten. Als je dan bedenkt dat het merendeel van de Thai zich geen verzekering kan veroorloven, is duidelijk dat de schade in geld een slechte graadmeter is. Eigenlijk zouden we die schade niet langer moeten vaststellen aan de hand van wat verloren is gegaan, maar van wat is overgebleven. Thaise mensen van wie de volledige inboedel is weggespoeld hebben financieel vaak minder schade dan een Nederlander van wie alleen de keukenapparatuur onklaar is geraakt. Wie is nou eigenlijk het zwaarste getroffen?

Misschien moet ik minister Faber toch maar eens het hierboven beschreven idee van de opvanglocaties in overweging geven. Maar dan lees ik over een aanslag op een beoogde opvanglocatie voor asielzoekers in Ugchelen. Over spandoeken bij de naastgelegen school "Niet naast onze kinderen." Dat bericht kan ik niet met droge ogen uitlezen. Wat voor wereldbeeld krijgen die kinderen mee? Een waarin mensen ver weg die strijden voor hun bestaan eng zijn, en het maar uit moeten zoeken? Maar dieren, die moeten we helpen? Tja.

(Inmiddels hebben we ruim 500 euro aan donaties kunnen overmaken aan hulpverleners. In Thailand is dat best een substantieel bedrag, waarvoor het nodige aan levensmiddelen en andere eerste levensbehoeften voor getroffenen kan worden gekocht. Voor wie de eerdere blogs gemist heeft, nog één keer de bankgegevens: Triodosbank, IBAN NL89 TRIO 0198 3335 60, t.n.v. M.J.A.E. Kupers en/of F.C. la Poutré.)