25 augustus 2014

Schoonmoeder

Volgens mij was Mieke de eerste die het benoemde, maar zij twijfelt daar aan. Het idee om 's winters in Thailand van de AOW te gaan genieten was er al langer. Tot zij zich, of misschien toch ik me, nu ongeveer een jaar geleden, hardop afvroeg waarom we er niet gewoon permanent heen zouden gaan. Een gedachte die werd ingegeven door de verhoging van de AOW-leeftijd.

Een berekening was snel gemaakt. Emigreren betekent minder AOW, eerder stoppen met werken betekent minder pensioen, maar wonen in Thailand betekent minder uitgaven. Van de pensioentjes moeten we daar best kunnen leven. En van het spaarpotje redden we het wel tot het eerste pensioentje ingaat. Misschien levert mijn bedrijf nog wat op, en kan ik nog wat redactiewerk op afstand blijven doen. Maar zelfs zonder dat laatste kunnen we het redden.

Kortom: we gaan. Dat staat vast. Het besluit is genomen. Ik heb me voorgenomen om met enige regelmaat te schrijven over onze vorderingen en voorbereiding. Ik beloof niet dat dat in een vaste frequentie gaat gebeuren, maar ik doe mijn best.

Nu vraagt iedereen zich natuurlijk af waarom we nog gewoon op het Brabantse platteland wonen, als we al een jaar lang weten dat we naar Thailand gaan verhuizen en daarvoor ook de middelen hebben. Nou, dat zit zo: er is één dingetje dat ons nog in de weg staat. Mijn schoonmoeder. Kijk, nu zie ik iedereen opveren en er eens goed voor gaan zitten. Op een saai verhaal over de financiën zit niemand te wachten, maar zodra er een schoonmoeder op komt draven wordt het lachen. Helaas moet ik de enthousiastelingen teleurstellen. Mijn schoonmoeder is een schattig dametje van 96. Ze heeft één kind en een hele leuke schoonzoon en die piekeren er niet over om haar hier alleen achter te laten.

Als ik de aard van veel reacties op lezersvragen op Thailandblog zie, kan ik me al een uitstekende voorstelling maken van de antwoorden die ik ga krijgen wanneer ik zou vragen wat ik toch met mijn schoonmoeder aan zou moeten. Dat doe ik dus maar niet. Misschien wordt ze wel 100. Dan moeten we dus nog 4 jaar wachten, maar hebben we haar nog wel 4 jaar bij ons. We laten het gewoon gebeuren.

Voorlopig doen we het dus met jaarlijkse vakanties, waarin we tegenwoordig niet meer met toeristische ogen rondkijken, maar elk plekje beoordelen aan de hand van de vraag of we er zouden willen wonen. Intussen heeft ons voornemen al flinke invloed op beslissingen die we nemen en op ons dagelijkse leven. Daar zal ik een volgende keer meer over schrijven.