31 januari 2018

Verduisterd

Vanavond hebben we voor het eerst een paar uur in ons nieuwe huis doorgebracht. Weliswaar bestaat dat momenteel nog slechts uit vloer, dak, pilaren en kozijnen, maar meer was ook niet nodig, want we wilden er alleen maar zijn om op die mooie donkere plek de maansverduistering te kunnen bekijken.


Ook een verduisterde maan geeft trouwens nog ongelofelijk veel licht. Het was ook een blue moon (dat is een 2e volle maan in dezelfde kalendermaand) en een supermoon (dat wil zeggen dat hij relatief dichtbij staat) vanavond, maar het verschil met een verder weg staande maan is niet zo spectaculair. Bij opkomst stond hij wel mooi groot te wezen tussen de vlaggen van Marieke.



Met een biertje, een zak chips en allerlei lekkernijen van Mukda, ons favoriete lunchtentje in Lampang, was het vervolgens geen straf om te wachten op de verduistering.


Om 18:48 uur  valt het eerste stukje schaduw op de maan (links onder) en om 19:51 is de verduistering compleet. (rechts boven). 


Om 20:27 was het dan zo ver.






23 januari 2018

Alle zegen komt van boven

03:47 uur. Boffffff!!! Een doffe dreun doet me opschrikken uit mijn slaap.

Wat was dat???

Ik kijk naast me. Meestal is Mieke degene die van het minste of geringste geluidje wakker wordt, maar nu heeft ze blijkbaar niks gehoord en ligt in diepe slaap. Zou ik het misschien gedroomd hebben, vraag ik me af.

03:51 uur. Krrrrrrrrrraaaaaaaaaakbofffffffffffff!!!

Geen twijfel meer mogelijk. Ik droom niet. Mieke wel, nog steeds. Het geluid leek uit de tuin te komen.  Inbrekers? Toch geen olifant? Het Elephant Rescue Center zit niet zo heel ver weg en misschien heeft zo'n dikhuid besloten zichzelf te rescuen uit het rescue center. Maar de kans is toch wel heel klein dat hij dan uitgerekend in Moo 13 te Nang Lae belandt. En dan moet hij ook nog de handigheid gehad hebben om de poort open te schuiven, want het gekraak van een omvallende omheining heb ik niet gehoord.

Ik loop naar het zijraam en kijk naar buiten. Daar is het donker. Moet ik naar buiten lopen om te ontdekken wat er aan de hand is? 's Nachts, in (half)slaap, worden al je onrealistische gedachten uitvergroot totdat ze werkelijkheid schijnen. Hoewel ik drommels goed weet dat de geluiden niet bij inbrekers passen en een olifant al helemaal ondenkbaar is, spreekt het idee om naar buiten te lopen me niet erg aan. Het werkt ongeveer net zoals bij een geluidje overdag uit de kelder. Je wilt gewoon even gaan kijken en dan zegt je lief: "het zal toch geen slang wezen?" Op slag wordt een routineloopje dat je tientallen keren per dag maakt een hachelijke onderneming.

Inmiddels heb ik me gerealiseerd dat de nachtelijke ploffen hoogstwaarschijnlijk vallende kokosnoten waren. Ik plof gerustgesteld terug in bed om me de rest van de nacht af te liggen vragen hoe gevaarlijk zo'n kokospalm nu eigenlijk is.


Dat laatste ben ik vanmorgen maar eens even op gaan zoeken. "Hoeveel doden vallen er door een kokosnoot", zoek ik op DuckDuckGo en in een oogopslag zie ik een aantal artikelen waarin een getal van 150 per jaar genoemd wordt. Dat is ongeveer 15 keer zoveel als er slachtoffers vallen doordat ze  gebeten worden door een haai. Een onrustbarend hoog cijfer, zeker als je beseft dat het grootste deel van de wereldbevolking niet onder de kokospalmen woont.

Dat een vallende kokosnoot gevaarlijk is staat buiten twijfel. Een palmboom kan 35 meter hoog worden en de noten wegen tussen de 1 en 4 kilo. Een 2 kilo zwaar exemplaar dat uit een boom van 25 meter hoog valt, belandt met zo'n 80 kilometer per uur op je hoofd. Dat is dus tamelijk ongezond. De enige vrucht die zich een beetje met de kokosnoot kan meten is de jackfruit. Minder hard, maar wel veel zwaarder. Een Braziliaanse vrouw die onder de jackfruitboom zat te lezen kan het niet meer navertellen.

Nader onderzoek leert dat de bron van die hiervoor genoemde 150 slachtoffers een kantoortje is dat een verzekering verkoopt tegen, je raadt het al, schade door vallende kokosnoten. Met hooguit een stuk of 10 jaarlijkse slachtoffers zou zo'n verzekering een stuk minder lekker verkopen. Toch ligt dat laatste meer in de buurt van de werkelijkheid, hoewel exacte gegevens niet voor handen zijn. In 1984 heeft de Australische hoogleraar letselpreventie Peter Barss onderzoek gedaan in een ziekenhuis op Nieuw Guinea. Van de 355 gewonden die er in 4 jaar werden binnengebracht (het is daar zo te zien tamelijk veilig) waren er 9 getroffen door een kokosnoot en daarvan overleefden er 2 het niet. Laat je dat cijfer los op de wereldbevolking voorzover die in een risicogebied woont dan schijn je rond de 10 à 15 uit te komen.

Overigens waagt Barss zich niet aan exacte cijfers, omdat de meeste ongevallen vermoedelijk op afgelegen eilandjes plaatsvinden, waarvan geen gegevens beschikbaar zijn. Aardig om te weten: in 2001 ontving hij de IgNobelprijs voor dit onderzoek.


Toen ik vanmorgen dan eindelijk ging kijken of er toch niet onverhoopt een olifant in onze tuin bivakkeerde, werd de kokosnoothypothese bevestigd. Er lagen 2 forse exemplaren onder de boom. En een afgebroken tak. Dat was dus die krrrrrrrrrraaaaaaaaaak. Bovendien viel het nu eigenlijk pas op dat de plek waar we de rijstkafzakken aan het vullen zijn precies in de gevarenzone ligt. Nu we weten wat er ons boven het hoofd hangt gaan we voortaan toch maar ergens anders staan.


Ach, en uiteindelijk geldt ook hier die universele wijsheid: elk nadeel hep ze eige voordeel.



21 januari 2018

Oud nieuws en eten in een gesloten restaurant

Lampang heeft er een bezienswaardigheid bij. Een paar maanden geleden schreef ik een kort stukje over het vervallen huis van Louis Leonowens. Hij was de zoon van Anna Leonowens, de hoofdpersoon uit het verhaal "Anna en de koning van Siam". Vanmorgen waren we weer bij Baan Louis, zoals het huis hier genoemd wordt, en om een hele goede reden: het huis is opgeknapt.


Het voltooien van de opknapbeurt werd gevierd met muziek, toespraken (die hier meestal veel te lang zijn, maar dat maakt niet uit want er wordt toch niet naar geluisterd) en een expositie van oude foto's van Leonowens en zijn handelsfirma, en nieuwe tekeningen en schilderijen van Baan Louis. Mieke figureert zelfs in een van die schilderijen, maar als de maker ons er niet op had gewezen hadden we dat niet gezien.


Een 19e eeuws gebouw als nieuwe bezienswaardigheid: oud nieuws dus. Baan Louis ligt vlak bij het beroemdste huis van Lampang, Baan Sao Nak, het huis met de vele pilaren, in de mooiste wijk van de stad. Toegegeven, de huizen zijn geen attracties van buitensporig hoog niveau, maar de bezoeker van Lampang is door de bank genomen ook niet iemand die de drukste toeristische trekpleisters opzoekt.


Afgelopen week zaten we te lunchen in een van de mooist gelegen restaurantjes in de buurt, net iets buiten de stad. Mieke complimenteerde de eigenares met de prachtige tuin en kreeg prompt een boompje waarvan ze gezegd had dat ze het zo mooi vond cadeau. James, schilder van Mieke's portret en mijn donderdagse schaaktegenstander, raakte aan de praat met de eigenares en begreep dat er vandaag een evenement zou zijn met Noord-Thais eten en muziek. Dat wilden we wel eens meemaken, dus hadden we een lunchafspraak voor vandaag in datzelfde restaurantje gepland. Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik de naam ervan niet weet.


Bij aankomst bleek dat James het gedeeltelijk goed begrepen had. Het betreffende evenement was inderdaad gaande, maar het restaurant was gesloten. Het ging namelijk om het verjaardagsfeestje van de eigenares. Maar ja, je bent in Thailand of je bent het niet. Ondanks dat de tent gesloten was werden we uitgenodigd om binnen te komen. Ik had gelukkig de foto die ik van het personeel gemaakt had voor iedereen die erop stond uitgeprint, dus ik had zelfs een cadeautje bij me, dat enthousiast werd ontvangen.


Er werd een tafel ergens vandaan getoverd en van alle minikraampjes met Noord-Thaise gerechten die in de tuin stonden kwam iemand wat te eten brengen. Zo verlieten we het gesloten restaurant uiteindelijk zonder een rekening te zien en toch met een goed gevulde maag. En zo worden we er ook weer eens goed aan herinnerd waarom we hier zo graag wonen.

13 januari 2018

Er gebeurt niets, maar dat schiet lekker op

Het is winter en dat is voor de meeste Nederlanders de beste tijd om naar Thailand te gaan. De afgelopen weken hebben we verschillende vrienden hier in Nang Lae ontmoet, er tijd mee doorgebracht en belevenissen uitgewisseld. Via de blog is er al veel nieuws doorgesijpeld naar de achterblijvers, maar een update van de stand van zaken op ons landje is er al geruime tijd niet geweest, zo meldde een van onze gasten. Ze heeft gelijk; allerlei (ons) opvallende aspecten van het leven in Thailand zijn beschreven, maar hoe het er met de bouw(plannen) voor staat is, voor de buitenwereld nog grotendeels een geheim. Tijd voor een inhaalslag.


In den beginne was er een rijstveld. Wie alle blogs trouw gelezen heeft weet dat daar inmiddels een vijver in gegraven is, een deel van is opgehoogd, een omheining om gezet is en twee lange wapperende vlaggen op geplaatst zijn. Het oorspronkelijke plan was om een achtkantig huisje te bouwen, klein van binnen (29m2) met een ruime overkapping en veranda (120m2). Voor de basisconstructie van vloer en dak lagen de tekeningen al klaar en was ook al een offerte gemaakt. Bij het huis moest nog een carport komen; in een auto stappen die in de Thaise zon heeft gestaan is geen pretje.


Allerlei factoren, waaronder die dat we zonnepanelen wilden installeren en regenwater opvangen, hebben ons nog eens goed doen nadenken over de plannen en uiteindelijk geleid tot andere inzichten. In plaats van de basis voor het achtkantige huis worden als eerste dak en vloer voor de carport gebouwd. De carport wordt wel flink wat groter dan eerst bedacht. Behalve een plek voor de auto moet deze namelijk ruimte bieden voor een huisjejeje van 4 x 5 meter met een halfronde half open badkamer en een ruime overdekte veranda. Zodra dat allemaal klaar is gaan we daar wonen en dan op ons gemak beginnen aan het achtkantige huis. Of misschien gaan we aan iets anders beginnen of helemaal nergens aan beginnen.


Waarmee we bij de nogal cryptische titel van dit verhaal zijn aanbeland. Want nadat alle voorbereidingen klaar waren bleek ineens dat de beoogde bouwers elders een grotere klus hadden en wij dus in de wacht moesten. Twee dagen later waren echter toch de gaten voor de fundering gegraven. Nadat die was gestort was de vloer aan de beurt, maar doordat het onverwacht begon te regenen kon dat niet doorgaan. Een dag later lag die er alsnog in.


En zo gaat het eigenlijk regelmatig. De ene dag horen we dat iets niet kan, een dag later is het gewoon gebeurd. Onze Thaise regelneef gaat morgen voor 4 dagen op stap en we hadden ons er al mee verzoend dat er vanaf het storten van de vloer niets meer zou gebeuren tot hij terug was. Tot hij gisteren meldde dat er, ook tot zijn eigen verbazing, al pilaren gestort waren en we vanmorgen vroeg snel een generator moesten aanschaffen, dan kan er maandag aan het laswerk voor de dakconstructie begonnen worden.


Intussen zijn ook de rioleringsbuizen aangesloten via de vetafscheider op de septictank, is er een put om het gezuiverde water te verzamelen om de tuin mee te bewateren en ligt er een fundering om de watertanks op te zetten. En passant hebben we ook de dakplaten besteld. Die willen we aan de binnenkant verven voordat ze gemonteerd worden en het wordt nog een flinke klus om de bouwers voor te blijven.


Zodra de bouwers klaar zijn, zijn we zelf aan de beurt. Nadat de kozijnen voor de deuren en ramen gesteld zijn komt er tussen de binnenste pilaren aan de binnenkant een vlechtwerk van bamboe. Daar tegenaan stapelen we de rijstkafzakken die we inmiddels aan het vullen zijn. De muren die zo ontstaan worden afgesmeerd met een mengsel van klei, zand en lime (ik weet de Nederlandse naam daarvoor zo gauw niet).

Wanneer het allemaal klaar is, dat weten we niet. Planning biedt hier eerder stress dan zekerheid. We zijn het van huis uit niet gewend, maar het heeft maar even geduurd voor we echt naar de Thaise stijl hebben kunnen omschakelen, maar het blijkt heerlijk relaxed om geen vastomlijnde plannen en planning te hebben.