31 maart 2019

Smog, taal, solar, tuin

Afgelopen zomer passeerde Claudine, een vriendin van Mieke, ons dorpje, met in haar kielzog enkele Nederlandse gezinnen waarvoor ze als reisleidster optrad. We hadden haar aanbevolen om eens typisch Thais te komen lunchen in het plaatselijke restaurant. Claudine en Mieke hadden elkaar al ruim 15 jaar niet meer in levende lijve ontmoet, dus de lunch werd meteen een hartelijk weerzien. Claudine had de groep uitgelegd waarom de keuze voor een lunchplek uitgerekend op Nong Noi was gevallen en dat had de mensen nieuwsgierig gemaakt. Onder het motto "Ik vertrek, live" wilden ze wel eens kijken wat we gebouwd hadden en wat ons bezielde. De buschauffeur durfde het smalle weggetje naar Baan Din niet in, dus laadden we de helft van de groep in de achterbak van de pickup en na een tweede ritje was ons huisje omgetoverd tot een toeristische attractie met 17 bezoekers.

Natuurlijk kregen we allerlei vragen over onder meer de bouw, de techniek, de kosten en het leven in Thailand. Op een gegeven moment merkte een van de deelnemers op dat we heel enthousiast en positief over alles aan het vertellen waren, maar dat hij zich afvroeg of er ook dingen waren die ons erg tegenvielen. Een logische vraag, maar we stonden toch even met onze mond vol tanden. Ik geloof dat Mieke na lang nadenken nog wel de taal wist te benoemen, maar verder kwamen we niet.

Ook uit onze blogs straalt een louter positief beeld. En dat klopt ook wel. Voordat we überhaupt maar besloten om naar Thailand te verhuizen wisten we al dat de dingen hier heel anders gaan dan in Nederland. En voordat we daadwerkelijk vertrokken spraken we af om de dingen steeds te nemen zoals ze gaan. Dus vullen we zonder te mokken zinloze formulieren in, eten met smaak de maaltijd die we niet besteld hadden op, concluderen dat een naar ons begrip onlogisch aangelegde waterleiding gewoon water geeft en verven we de vloer die de bouwers precies die kleur hadden gegeven waarvan we gezegd hadden dat we die niet wilden. We hadden die voorbeelden kunnen noemen in antwoord op de vraag van de bezoeker, maar ze vallen wat ons betreft niet onder de tegenvallers.

Zoals dat zo vaak gaat, kwam het antwoord pas nadat de groep weer vertrokken was. Dat ik er nu, zo'n 8 maanden later, pas over schrijf komt doordat we er momenteel weer volop mee te maken hebben: smog. In Nederland is dat meestal een onzichtbaar verschijnsel, waar je je alleen van bewust wordt als er voor gewaarschuwd wordt. Hier is het een vieze mist. Na de regentijd begint die geleidelijk aan binnen te dringen. De bergen worden langzaamaan vager en ergens in januari verdwijnen ze helemaal uit het zicht. Afhankelijk van vooral de windkracht en -richting, en regen, komen ze soms weer even tevoorschijn, maar op andere momenten is zelfs de bosrand op een paarhonderd meter afstand in vuile nevelen gehuld. Thailand heeft de twijfelachtige eer om regelmatig in de top 10 van landen met de meeste smog te staan en de stad Chiang Mai heeft dit jaar al enkele keren de eerste plaats weten te bemachtigen.

November
Maart
We zouden natuurlijk naar het zuiden kunnen verkassen. Lekker aan zee, en een smog-coëfficient van 60. Nog altijd boven de als veilig beschouwde grens van 50, maar beter dan de 157 van Lampang (die overigens weer een stuk beter is dan de 287 die we een week geleden voor de kiezen kregen.


De ervaring leert echter dat binnenkort op Kalimantan, het Maleisische deel van Borneo, weer begonnen wordt met het op grote schaal afbranden van landbouwgrond. Dan krijgt ook het zuiden de volle laag. 

De overheid adviseert om mondkapjes te dragen en de planten vaker water te geven. De overheid vraagt overigens ook om in de droge tijd zuinig te zijn met water. Websites die de smog-waarden weergeven komen ook met tips, zoals: blijf binnen, ramen en deuren dicht en airco aan. Los van dat ons huis open is en geen airco heeft, is het bizar dat je de smog het beste kunt weerstaan met energieslurpende apparatuur die nog meer smog veroorzaakt. We zullen ermee moeten dealen.

Nu we toch bezig zijn: de taal mogen we inderdaad ook onder de tegenvallers scharen. Stiekem hadden we toch wel gehoopt na twee jaar wat minimale conversaties met Thaise mensen te kunnen voeren, maar daar zijn we nog mijlenver van verwijderd. Voor een deel komt dat doordat de mensen om ons heen, inclusief de Thai, vrijwel allemaal Engels spreken. Ons Engels is dus wel met sprongen vooruit gegaan, maar dat is niet zo belangrijk. Voor een ander deel ligt het simpelweg aan onszelf: we zouden gewoon iedere dag een uur moeten studeren. Dat voornemen rakelen we regelmatig op, maar sterft dan weer snel vanwege allerlei andere klusjes. Als gevolg daarvan blijven de sociale contacten in het dorp ook beperkt. Maarja, in Maashees woonden we ook achteraf, zonder contacten in het dorp, anders dan met de buren. We zijn wel een beetje kluizenaarstypes.

Misschien moet ook het zonne-energiesysteem bij de tegenvallende dingen genoemd worden. Het lijkt zo mooi: je monteert een zooitje panelen op je dak, paar accu'tjes, omvormer en klaar. Die paar accu's zijn er uiteindelijk maar liefst 8 geworden. En dan moesten we nog hemel en aarde bewegen om de installateur zo ver te krijgen, want die vond dat we er minimaal 16, maar eigenlijk zelfs 24 nodig hadden. De 8 accu's leveren net voldoende om 's avonds een paar ledlampjes te laten branden, de computer te gebruiken, een ventilator te laten draaien en de koelkast de hele nacht aan de gang te houden. De waterpomp gebruikt als hij draait niet zo veel stroom, maar op het moment dat hij aanslaat heeft hij zo veel nodig dat de omvormer problemen krijgt. De pomp moet dus op het aggregaat draaien. Gelukkig is die alleen nodig voor het bewateren van de tuin. Maar een systeem met 8 accu's die gemiddeld iedere 5 jaar vervangen moeten worden en ondersteuning van een aggregaat, dat valt niet alleen qua kosten, maar ook qua milieuvriendelijkheid best tegen.


Nou, okee, eentje dan nog: de tuin. Ook weer eigen schuld dikke bult, want we hadden ons voorgenomen maximaal 1 rai (1600 m2) te kopen en zitten nu op 2,25 rai. Dat is dus 2,25 keer zo veel onderhoud. De dikke kleilaag is bijna niet te bewerken en de jonge aanplant heeft dagelijks water nodig. En dan zijn er nog die vervelende kevers die zich overdag verborgen houden in nesten in de grond en in zich het donker tegoed komen doen aan allerlei planten. Ze zijn er niet het hele jaar, maar nu wel, en ze zoeken natuurlijk niet het kruidjeroermeniet uit, of andere woekeraars waar we graag vanaf willen. Nee, de stelregel is: wat wij mooi vinden vinden zij lekker. 


Maar er is hoop: veel planten hebben de kevervraatzucht van vorig jaar overleefd en we eten inmiddels tomaten uit eigen tuin. Aan de mangoboom zitten piepkleine vruchtjes en er hangt een noina aan de gelijknamige struik. Van de hydrocultuurtafels oogsten we regelmatig de lekkerste sla. Dus zo erg is het allemaal nou ook weer niet.

Uiteindelijk zijn tegenvallers natuurlijk slechts zo erg als je ze zelf laat zijn. Dat niet alles altijd precies volgens planning verloopt hoort bij het leven. Ook in Thailand. Vandaar dat we zo weinig mogelijk plannen. Een blog over tegenvallers staat in ieder geval niet meer gepland. Eentje in de 2 jaar is meer dan genoeg.

22 maart 2019

Verliezingen

Het is verkiezingstijd, niet alleen in Nederland, maar ook hier in Thailand. Zondag zijn de eerste verkiezingen sinds de militairen in 2014 de macht overnamen. Hoeveel partijen er precies meedoen weet ik niet, maar aan de verkiezingsposters langs de wegen te zien zijn dat er zeker 23. De versnippering is dus niet typisch Nederlands.

Sinds 2001 zijn alle verkiezingen gewonnen door (aanhangers van) Taksin. Hij is met name populair bij de plattelandsbevolking. Nadat hij bij een eerdere coup (de afgelopen 80 jaar was er al 12 keer een) als premier was afgezet en naar Dubai gevlucht, werden de eerstvolgende vrije verkiezingen gewonnen door zijn zus. Die werd op haar beurt door de huidige junta afgezet en woont nu bij broerlief.

Het patroon is al heel lang hetzelfde: de Bangkokse elite versus de meerderheid van arme plattelandsbewoners botst en ontaardt in een steeds grimmiger strijd. De regering krijgt steeds minder grip op de situatie en uiteindelijk grijpen de militairen in. De huidige machthebbers hebben beloofd dat met deze coup een eind aan alle coups gemaakt zou worden. Daartoe is onder meer de grondwet aangepast, iets wat hier nog vaker gebeurt dan coups. De Senaat wordt voortaan benoemd in plaats van gekozen, en er is een maximum gesteld aan het aantal zetels dat een partij in het parlement kan innemen.

Om dat maximum te omzeilen richtten de Taksin-getrouwen vervolgens een tweede partij op. Onduidelijk was hoe zij de kiezers over beide partijen dachten te verdelen, maar voordat die vraag beantwoord kon worden kwamen zij met de geniale zet om de oudere zus van de koning als lijsttrekker naar voren te schuiven. Publiciteit verzekerd, maar omdat het koningshuis boven de partijen staat ging het feest niet door. De koning riep zijn zus tot de orde en de kiesraad verbood de nieuwe partij wegens pogingen het koningshuis te politiseren.

Nu wordt het dus afwachten. Gaat de partij van de huidige machthebbers winnen? Helemaal gerust zijn ze daar niet op, want een van de nieuwe partijen heeft een jonge, charismatische leider die verrassend populair is. Over een paar dagen weten we het.

Dat jonge charismatische leiders voor verrassingen kunnen zorgen weten ze in Frankrijk al een tijdje en hebben we in Nederland inmiddels ook ervaren. Toen ik het nieuws over de laatste dagen voor de verkiezingen en de verkiezingsuitslag las verbaasde ik me weer over het gemak waarmee mensen hun eigen herkomst vergeten. Baudet lijkt me, gezien zijn achternaam, net als ik een nazaat van een gelukszoeker, die vanuit Frankrijk of Wallonië een beter en veiliger leven in Nederland probeerde op te bouwen. Een voorbeeld van geslaagde immigratie dus, als je de immigranten maar wel even de tijd gunt om te integreren. Vandaag de dag vinden we Fransen en Belgen bij "ons" horen, maar 200 jaar geleden was het naar Frankrijk langer reizen dan naar Thailand nu. Als PVV of FvD het indertijd voor het zeggen hadden gehad hadden mijn voorvaderen mogelijk de Bartolomeüsnacht niet overleefd en zouden jullie het zonder "Op weg naar Thailand" moeten stellen. Al filosoferend moet ik denken aan een artikeltje over de verblijfsstatus van gevluchte Hugenoten, dat ik ooit voor De Speld schreef. Het blijkt nog steeds online te staan (https://speld.nl/2012/03/02/hugenoten-moeten-terug-naar-thuisland/).


"Een nieuwe lente en een nieuw geluid", orakelde de tweede man van het FvD. Nadat eerder de aanslag in Utrecht al ten behoeve van de stemmenwinst was misbruikt, moest ook de beginregel van het epische gedicht "Mei" er aan geloven. Dichter Herman Gorter, mede-oprichter van de Sociaal-Democratische Partij (later Communistische Partij Nederland) restte niets anders dan zich omdraaien in zijn graf. Misschien had hij de ontwikkelingen wel voorzien. "En ze werd blind met open oogen", schrijft hij verderop in Mei.

Maar ik dwaal af: onze blog gaat over Thailand. En de Nederlanders die hier wonen weten natuurlijk als geen ander hoe heerlijk het is om je als immigranten welkom te voelen in je nieuwe woonland. Zelfs al kom je er alleen maar omdat het leven er zo goedkoop is of de vrouwen staan te trappelen om met je te mogen trouwen. Gelukszoekers, zouden ze in Nederland genoemd worden. Bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen stemden die gelukszoekers in meerderheid op de PVV.

17 maart 2019

Bouw Baan Din in Beeld

Het "bezoekseizoen" is voorbij. We gaan de hete tijd in en die wordt door de meeste noorderlingen (terecht) gemeden. We zijn benieuwd wat het weer gaat doen: al weken lang is het 's middags boven de 35 graden. Betekent dat een heet seizoen met temperaturen boven de 40 graden? We wachten het maar af. 's Morgens vroeg het fysieke werk, 's middags voor pampus liggen met een natte doek om en de ventilator aan; dat werkt goed als verkoeling.

In de afgelopen maanden hebben we verschillende vrienden uit Nederland op bezoek gehad. Wat we van iedereen hoorden is, dat deze blog weliswaar een goed beeld geeft van het leven hier, maar dat men toch geen totaalbeeld had van hoe de bouw van Baan Din, ons huisje, in zijn werk is gegaan. Vandaar dat maar eens een selectie van de bouwfoto's in een presentatie heb gezet en voorzien van bijschriften.


Via youtube kijken kan ook: https://youtu.be/ShFGfEYscrg.

The building of Baan Din with English captions: https://youtu.be/-TM1TODh2Wo.

08 maart 2019

De touwtjes in handen

We wonen hier nu al weer ruim twee jaar en moesten voor het eerst onze rijbewijzen verlengen. Normaal gesproken zijn die vijf jaar geldig, maar het eerste rijbewijs dat je krijgt gaat slechts twee jaar mee. Op zich is zoiets niets om je druk over te maken, ware het niet dat een van de weinige dingen die hier nodig zijn om zo'n papiertje te krijgen is, dat je een kleurenblindheidstest met goed gevolg aflegt. Twee jaar geleden was dat allemaal goed afgelopen omdat het feit dat ik maar een kwart van de kleuren goed zag volkomen genegeerd werd. Maar dat was in het kleine Mae Taeng en nu moesten we naar Lampang, waar alles veel professioneler is ingericht.

Eerst hebben we geprobeerd om zonder gezondheidsverklaring de verlenging te verkrijgen. Voor het eerste rijbewijs moesten we namelijk ook bij de dokter een kleurzichttest doen, die ik uiteraard ook niet haalde. Toen ik zei dat ik de stoplichtlichten probleemloos kan zien keurde ze me toch goed. We hadden gehoord dat de gezondheidsverklaring vaak niet gecontroleerd werd, dus onder het motto "niet geschoten, altijd mis" waagden we het erop. Helaas, dat feest ging niet door.

Gelukkig bleek het verkrijgen van de gezondheidsverklaring geen probleem. In het ziekenhuis in Lampang werd er geen kleurzichttest gedaan. Alleen bloeddruk, temperatuur, lengte en gewicht meten en van vijf ziektes zeggen dat we die niet onder de leden hebben, 100 Baht (€ 3) afrekenen en de volgende dag weer naar het Transportation Office voor een tweede poging.

Eerst werd het papierwerk allemaal gecontroleerd en van de nodige stempels voorzien. Daarna volgde het kritieke moment: de tests.


In de testhoek staan drie apparaten waarmee feilloos kan worden vastgesteld of je een goede chauffeur bent. De eerste test gaat met een soort stoplicht. Helaas niet een waar rood boven en groen onder zit. De bedienster laat op één van de drie posities een rood, geel of groen licht zien. Mieke ging eerst en tot mijn opluchting waren rood en groen op dit stoplicht redelijk goed te onderscheiden, net als bij echte stoplichten overigens. Geel en rood echter, leken in mijn ogen precies hetzelfde. Alleen leek geel iets zwakker. Toen het mijn beurt was ging het bijna foutloos: "green, red, yellow, green, red". "Geel" siste Philippe, een goede vriend van ons die meegekomen was. "Ehhh yellow" verbeterde ik snel. Geslaagd.

Door naar test 2. Daar wordt getest of je gezichtsveld wel groot genoeg is. Een voor een moesten we plaats nemen op het blauwe (?) krukje, onze kin tegen een steuntje houden en naar een gele (?) stip kijken. Links of rechts ging dan een rood of groen lampje branden, dat we moesten zien zonder opzij te kijken. Het waren weer de voor mij goeie kleuren rood en groen, dus ook deze test verliep goed.


Op naar test 3, waar bekeken wordt of je diepte kunt zien en of je reactiesnelheid goed is. In het testapparaat staan twee verticale cylindertjes. Een touwtje loopt vanaf het krukje waar je op moet plaatsnemen het apparaat in naar het ene cylindertje en dan via het andere cylindertje weer naar buiten, terug tot aan het krukje. De bedoeling is dat je door aan het ene eind van het touwtje te trekken en het andere eind te laten vieren beide cylindertjes op dezelfde afstand zet. Als dat gelukt is moet je op het rechter pedaal dat op de grond staat drukken. Hoe dieper je het indrukt, hoe meer goene lichtjes er gaan branden. Dan, ineens, gaat er een rood licht branden en moet je zo snel mogelijk het linker pedaal indrukken. Ook geslaagd.

Na de geslaagde tests worden we in een kantoorruimte achter een computer gezet, waar in een 3 kwartier durende presentatie wordt uitgelegd hoe je je verantwoord door het Thaise verkeer beweegt. Tussendoor krijgen we enkele meerkeuzevragen, die we echter niet hoeven te beantwoorden. We moeten er even over nadenken en dan wordt het juiste antwoord rood. Of is het groen?



45 minuten later hebben we bewezen de Thaise verkeerschaos te kunnen trotseren en hoeft alleen het rijbewijs nog te worden gemaakt. Daar hoef je hier geen paar dagen op te wachten; je krijgt het meteen mee. Mieke mag naar loket 1, ik naar loket 2. Er wordt wat getypt, uiteraard veel geniet en gestempeld, dan een foto gemaakt, ik reken 555 Baht (€ 16) af en loop opgelucht de wachtruimte weer in. Voor Mieke duurt het allemaal veel langer. Haar paspoort wordt meerdere malen gecontroleerd, omgedraaid, doorgebladerd, weer gecontroleerd. De medewerkster heeft geconstateerd dat op haar oude rijbewijs de naam Kupers ontbreekt. Dat wisten we wel, maar we kregen dat indertijd in Mae Taeng niet duidelijk gemaakt, dus hebben we het maar zo gelaten. Verder had Mieke bij haar nationaliteit "Dutch" ingevuld, en dat land kende de medewerkster niet. Een kwartiertje later was alles blijkbaar duidelijk en kwam ook Mieke met haar felbegeerde kaartje naar buiten.

Extra bonus: het rijbewijs blijkt geldig tot je eerste verjaardag volgend op de datum 5 jaar nadat het is verstrekt. Ik kan er dus 5 jaar en bijna 10 maanden mee vooruit. 

Bij het wegrijden reed ik zowat een brommer omver: de praktijk is altijd weerbarstiger.