18 december 2021

Zoals het klokje thuis tikt....

nacht'lijk krekelkoor

sust mij telkens weer in slaap

Nong Noi is nu Thuis


Zoals het klokje thuis tikt.... klinkt het nergens naar. Ik schat dat het klokje in onze kamer zo'n 55 jaar oud is. Totdat mijn moeder overleed, in 2006, heeft het 40 jaar in de Haagse Beeklaan getikt. Daarna tikte het nog ongeveer een jaar door bij mijn jongste broer aan het Elandplein. Toen ook die overleed is het bij Mieke en mij in de Boxtelse Knuistenkoepel (ik laat geen gelegenheid voorbij gaan om deze prachtigste straatnaam van Nederland even te kunnen noemen) terechtgekomen. Vervolgens tikte het vrolijk verder aan de Touwbaan in Maashees, waarna het op 50-jarige leeftijd naar Thailand is het verhuisd. En daar is het gestopt. Niet omdat we vergeten waren het op te winden, want dat hadden we netjes gedaan. We vermoeden dat de warmte en de hoge luchtvochtigheid het ding teveel geworden zijn. De meeste dingen gaan in Thailand korter mee, deels vanwege mindere kwaliteit en gebrek aan onderhoud, maar vooral toch door het klimaat.

Ons vermoeden werd bevestigd toen het klokje op een gegeven moment, nadat de hete tijd al even voorbij was en uiteraard midden in de nacht, 8 uur sloeg. Vanaf dat moment heeft het het weer een tijdje gedaan, maar de afgelopen zomer stopte het er weer mee. Vorige week had het een korte opleving, maar nu is die voorbij en staat het weer stil. Heel erg vinden we dat niet. Het klokje is zo overdadig gedecoreerd dat je er niet goed op kunt zien hoe laat het is. En mooi vinden we het ook niet; het staat er omdat het een familiestuk is. We denken erover om het een plaats te geven in een soort van totempaal met herinneringen die op het landje moet gaan verrijzen.

Ook zonder tikkend klokje voelen we ons hier inmiddels helemaal thuis. En regelmatig zijn er momenten waarop dat gevoel weer eens extra versterkt wordt. Die hebben soms helemaal niks te maken met hoe de mensen zich hier tegenover ons opstellen. Zo fietste ik van de week naar het stadje Hang Chat om fruit te kopen en zag ik hoe in een dorpje een nieuwe hoofdkraan voor de waterleiding was geïnstalleerd. Die staat dan boven de grond, zonder afsluitbaar hekwerk er omheen. Dat kan hier gewoon, want er is niemand die het in zijn hoofd haalt om "voor de grap" de kraan dicht te draaien of uit verveling het ding stuk te trappen. Alle hoofdkranen van huizen, en alle water- en elektriciteitsmeters zitten hier ook gewoon buiten. Lekker makkelijk voor de meteropnemer; die kan de stand ook opnemen als je niet thuis bent.

Nadat ik een kilo mango's voor een euro had gekocht moest ik elders op zoek naar bananen, want die waren op bij mijn favoriete fruitvrouw. Ik stopte bij een tafeltje langs de weg waarop werkelijk de allergrootste bananen lagen die ik ooit gezien heb. Een flinke kam, met zo'n 8 bananen eraan, kostte 1 euro. De man vroeg waar ik vandaan kwam en in mijn beste Thais maakte ik duidelijk dat ik uit Nederland kwam maar nu in Nong Noi woonde. Er kwam nu een stortvloed aan Thaise woorden uit de man. Het ging me allemaal veel te snel om het goed te kunnen verstaan, maar ik ving onder meer "baan din" en "suay maak" op. Hij wist blijkbaar van ons kleihuis (baan din), vond dat dat heel mooi was (suay maak) en leek helemaal enthousiast dat hij nu een baandinbewoner voor zich had. Ik moest de bananen maar gratis meenemen, vond hij. Ik vond dat ik er best voor kon betalen; 1 euro is voor mij niet veel en voor hem een substantieel bedrag. Uiteindelijk werden we het eens toen ik zei dat hij er dan maar een ijsje voor zijn kinderen voor moest kopen. Dat argument werkt meestal goed hier. Hij liep met mijn boodschappentas naar een krat die achter hem stond, deed er de bananen in en daarna zette hij de tas op mijn fiets. Toen ik thuis kwam bleek er een reuzekam met 15 bananen in mijn tas te zitten. Had hij toch nog de helft gratis gegeven. Nu moeten wij ons door de bananenberg zien te eten.

Op de terugweg werd ik ook weer helemaal blij van het fietsende vrouwtje met een hele lading takkenbossen achterop haar fiets. Vrouwtje is overigens niet denigrerend bedoeld: Thaise mensen, vooral de oudere, zijn veelal heel klein. Het verkleinwoord slaat dus echt op de geringe lengte. Zoals de meeste Thai fietste ze met een snelheid die net hoog genoeg was om niet om te vallen. Toen ik haar voor me zag kon ik gemakkelijk even stoppen en mijn telefoon pakken om te filmen. Vlak voordat ik haar voorbij wilde gaan sloeg ze ineens af, waardoor ik vol in de remmen moest. Breed lachend excuseerde ze zich en zei en gebaarde ze van alles wat ik niet begreep. Maar dat maakte niet uit; de bedoeling was duidelijk.

Het laatste stukje tot aan ons huisje voerde door de rijstvelden, waarop volop gewerkt werd. "Hey hello" werd me van alle kanten toegeroepen. Voor de meesten is dat het enige Engels dat ze kennen. Overal vriendelijk lachende gezichten. Hier kan je je toch niet anders dan thuis voelen?

Waarschuwing: de volgende alinea's kunnen als schokkend worden ervaren

Okee, soms, heel soms zijn er situaties waarin het thuisvoelen eventjes verdrongen wordt. Dat overkwam me een paar weken geleden toen ik eens even lekker wilde afkoelen in de cold tub, de grote kuip met koud water in de tuin. Ik had me er comfortabel in genesteld met een e-book en een glas vruchtensap toen ik me bewust werd van een niet al te aangename geur. Het was al donker, dus ik gebruikte het lampje van mijn telefoon om te zien of er wellicht een dood beest ergens naast de tub lag. Ik kon niks vinden en wilde weer gaan zitten toen ik ineens de oorzaak van de geur zag: er dreef een dode rat in het water. Nooit eerder ben ik zo snel uit de tub gesprongen en nooit eerder heb ik daarna zo lang onder de douche gestaan. Gelukkig is het nu de koelere tijd, want veel aandrang om weer in de tub te gaan heb ik nog steeds niet.

Vandaag was er weer zo'n moment. Hoewel we in de middag meestal maar wat zitten te lamballen houden we toch altijd een koffiepauze. Meestal maken we zelf een lekkere mokka van koffie, cacao en kokosmelk. Toen ik mijn koffie bijna op had zag ik een flinke klont op de bodem van mijn mok. Ik dacht in eerste instantie dat het koffie-cacaomengsel niet goed was doorgeroerd. Was dat maar zo geweest. Er bleek een kleine pad in mijn mok te zijn gesprongen en die had de douche van kokend water niet overleefd. Ik heb de rest maar laten staan en de pad bewaard, om als eventueel aan de arts te laten zien als ik er ziek van zou worden. Dat is gelukkig niet gebeurd. 

Gekookte koffiepad

Natuurlijk gaan hier nu wel de woordgrappen over en weer. Voor de lunch vanmiddag hadden we pad thai, een beroemd Thais gerecht, opgewarmd in onze zonne-oven. Mieke is bang dat er nu een paddemie uit gaat breken. Ik ben op zoek naar iemand met een senseo, zodat de koffiepad toch nog een goede bestemming kan krijgen. 

En het klokje.... dat tikt nog steeds niet.

02 december 2021

Ik was er niet bij

Ik voel me altijd wat ongemakkelijk als het gaat om slavernij of het Nederlandse koloniale verleden. Niet dat ik me er schuldig over voel; ik was er niet bij, heb er niet aan deelgenomen, heb naar mijn beste weten nooit gediscrimineerd. Maar dat neemt niet weg dat ik er nog dagelijks van profiteer. Ik kon de stap zetten om naar Thailand te verhuizen, een stuk land te kopen, er een huisje op te bouwen en een vrijwel zorgeloos leven te leiden. En dat alleen omdat ik rijk geboren ben. Nee, niet rijk volgens Nederlandse begrippen, maar stinkend rijk in Thaise ogen. Ook daar kan ik me niet schuldig over voelen. Het is me overkomen. Ik kan mijn rijkdom hier aanwenden om armoede te verlichten. Maar ik blijf rijk. 

Ik hoef daar ook niet veel voor te doen. Met onze pensioentjes zouden we in Nederland net een minimumloon halen, maar hier houden we daar nog genoeg van over. We zijn best druk met het werk op het landje en de verzorging van de veestapel, maar als we de hele dag op ons gat zouden zitten zouden die pensioentjes onverminderd binnen komen. Ons minimumloon is ongeveer 6 keer zo hoog als het Thaise. Pensioenen zijn vooral weggelegd voor wie werkt bij de overheid, waaronder ook onderwijs en gezondheidszorg vallen. Voor de rijstboeren hier zijn kinderen en familie het pensioen en dat gaat pas in als ze echt zelf niet meer kunnen. Terwijl wij afgelopen zondag op ons gat zaten, was een groep Thai op het naastgelegen land bezig met de hand de rijst te oogsten. Best makkelijk, rijk zijn.

Ik heb hier in Thailand kennisgemaakt met de impact van white privilege, toen ik vanwege mijn prima ziektekostenverzekering van het staatsziekenhuis verhuisde naar het privé-ziekenhuis. Een keuze uit eigenbelang, maar had ik hem niet gemaakt, dan had ik in het overvolle staatsziekenhuis een bed bezet gehouden waar iemand geholpen zou kunnen worden die zich geen privé-ziekenhuis kan veroorloven. Solidair zijn en niet mijn bevoorrechte positie verzilveren zou averechts uitgepakt hebben. Een bizar dilemma, dat me behoorlijk in verwarring heeft gebracht, maar waarvan ik ook weer moet concluderen dat het me overkomen is, simpelweg door in Nederland geboren te worden. 

En zo kan ik mezelf comfortabel voorhouden dat het weliswaar oneerlijk is hoe de rijkdom in de wereld verdeeld is, maar dat mij persoonlijk op dat punt geen blaam treft; het was al zo toen ik de wereld betrad. Of beter gezegd: ik KON mezelf dat voorhouden. Want voor het eerst in mijn leven doet zich ondubbelzinnig de situatie voor waarin de keuze die ik maak direct gevolgen heeft voor een ander op de wereld. Toen het nog ging over de eerste vaccinaties kon ik mezelf nog geruststellen met de gedachte dat Thailand in ieder geval niet hoorde bij de landen die grootschalig veel meer inkochten dan ze nodig hadden en ook niet bij de landen waarvan je mocht verwachten dat ze de zorg voor de armste delen van de wereld op zich zouden nemen. Zelf vond ik een prik hier op ons afgelegen plekje niet eens zo nodig, maar vanwege de corona-angst in het dorp heb ik toch maar toegegeven. 

Nu is er dan de booster, althans, in de westerse landen. Hier in Thailand is men nog volop met de gewone inentingscampagne bezig; in sommige delen van Afrika is men zelfs daar nog nauwelijks mee begonnen. In die landen dreigt verder uitstel, omdat het westen eerst moet boosteren. Ik citeer uit het interview met hoogleraar Virologie Sanders (Trouw, 29 november 2021), naar aanleiding van de nieuw ontdekte variant: Er lijkt nu te gebeuren wat velen het afgelopen jaar voorspelden. Het rijke Westen maakt zich druk om een derde prik voor de eigen bevolking in plaats van de vaccins eerlijk te verdelen. Met zoveel ongevaccineerden in de wereld krijgt het virus ruim kans gevaarlijke mutaties te verwerven. Sanders trekt het nog breder. “De kans is groot dat de omikron zijn vele mutaties heeft opgedaan in het lichaam van iemand met een verzwakte afweer. Iemand met hiv bijvoorbeeld die niet wordt behandeld. Daar zijn er in zuidelijk Afrika miljoenen van. Wij dachten dat we aids onder controle hadden en bekommerden ons niet meer om die mensen. Daar krijgen we nu de rekening voor gepresenteerd.”

Met de booster bescherm ik mezelf, met het inenten van mensen die nog niets gehad hebben draag ik bij aan het beschermen van de mensheid op de langere termijn. Ik heb de keuze, want ik heb het geluk heeft geboren te zijn in een land waar die keuze überhaupt gemaakt kan worden. Maar als ik voor de booster kies kan ik me niet meer onttrekken aan medeverantwoordelijkheid voor de gevolgen die dat heeft in Afrika. Kolonisatie: ik was er niet bij. Slavernij: dat was vóór mijn tijd. Rijkdom: daar heb ik niet voor gekozen. Corona: ehhhhhhhh, ander onderwerp graag.

Ander onderwerp? De gemiddelde CO2-uitstoot per persoon is wereldwijd 4,8 ton. In Nederland is dat 9,62 ton, in Thailand 3,93. In Congo 0,08, in Qatar 37,29. Er is warempel nóg een onderwerp waarin ik verantwoordelijkheid niet kan ontlopen. Daar hoef ik geen blog meer over te schrijven; dat is nu ook wel duidelijk.