14 oktober 2018

White privilege

Onze heroïsche overwinning op de woekerende watersla was bijna uitgedraaid op een Pyrrhus-overwinning. De natuur geeft zich niet zonder slag of stoot over. Dat waren we in de euforie even vergeten. Vorige week sloeg de vijver terug. Koorts, hevige pijn in de gewrichten, alle energie verdwenen uit mijn lijf. Dengue, was de eerste gedachte. Na een eerste onderzoek in het ziekenhuis ging ik met een kuurtje naar huis, maar de volgende dag begon ik geel te kleuren.

Deze keer liet het ziekenhuis me niet gaan, maar mocht ik blijven. De zaal waar ik kwam te liggen was verdeeld in 3 gangen, met aan weerskanten van die typische "kamertjes" die geïmproviseerd kunnen worden door een gordijn dicht te trekken. In iedere gang was aan weerszijden plaats voor 3 kamertjes. Er stonden echter 5 bedden per rij. Mijn bed kon daar niet bij: dat stond ergens aan de rand van de zaal geparkeerd, ongeveer zoals het ook in de Thaise parkeergarages gaat.

Het was een enorme heksenketel, waarin de artsen en verpleging zich werkelijk het vuur uit de sloffen liepen om iedereen toch zo goed mogelijk te kunnen helpen. Echt tot rust komen kwam er geen moment van. Ook in de nacht bleef het rumoerig op de veel te volle zaal. Hoewel ik enorme bewondering voor het keihard werkende personeel had, diende zich ook een dilemma aan. Als goed verzekerde farang kon ik het me immers probleemloos permitteren om me in het nabijgelegen privé-ziekenhuis te laten behandelen. Omringd door allemaal mensen die die keuze niet hebben borrelt er een gevoel van grote onrechtvaardigheid op. Wat heb ik in godsnaam meer gepresteerd in dit leven dan al die mensen om me heen, waardoor ik wel, maar zij niet die keuze kunnen maken? Goed beschouwd helemaal niks; het enige is dat ik in een rijk land geboren ben en daardoor altijd al rijk geweest ben. Daar heb ik helemaal niets voor hoeven doen. Het is me in de schoot geworpen.

Nadat een ziekenhuismedewerkster adviseerde om me toch maar naar het andere ziekenhuis te laten brengen hebben we besloten dat inderdaad te doen. Als beetje flauw, maar niettemin waar alibi bedacht ik er nog wel bij dat het overvolle staatsziekenhuis zo in ieder geval een patient minder te verzorgen had. Voor arme Thai is de gezondheidszorg in een staatsziekenhuis gratis en door het bezet houden van een bed blokkeer je simpelweg een bed voor iemand die zich geen duurdere plek kan veroorloven. White privilege... je kunt je er niet aan onttrekken en als je het toch probeert is de kans groot dat degenen met wie je solidariteit wilt tonen er niets mee opschieten, er misschien zelfs schade van ondervinden en je slechts je eigen gemoed sust.

Zo belandde ik uiteindelijk in een eigen kamer in het privé-ziekenhuis, waar ook nog een bank stond waarop Mieke kon blijven slapen. Het bleek dat mijn nieren er mee waren opgehouden, mijn lever nog maar een beetje meedeed en mijn longen ontstoken waren. De meest waarschijnlijke schuldige was de leptospirose-bacterie die met rattenuitwerpselen meekomt en bijvoorbeeld ook de ziekte van Weil veroorzaakt. En als je tussen de rijstvelden woont ontkom je er niet aan dat je ratten in je omgeving hebt.


Intussen begon ik ook van alles te zien wat er niet was. Natuurkundige formules werden geprojecteerd op de muren, grote lappen tekst in hiëroglyfen zweefden voorbij, er verschenen letters en cijfers op Mieke's neus en hoewel de televisie was uitgeschakeld heb ik toch een programma kunnen bekijken met drone-opnamen die boven Amsterdam gemaakt waren. Ook hoorde ik duidelijk dat op de gang van het ziekenhuis Stef Bos' "Is dit nu later" gedraaid werd, gevolgd door "Heb je even voor mij" van Frans Bauer. Vooral dat laatste was zorgwekkend: waren mijn hersenen ook aangetast? Gelukkig bleken deze hallucinatoire verschijnselen slechts een gevolg van natriumtekort.

Het nieuws over de zieke farang ging intussen als een lopend vuurtje door het dorp. De eerste avond stonden Somtjid en Pradith, de mensen van het restaurantje, al hevig ontdaan aan mijn bed. Ook andere bekenden uit het dorp kwamen langs en als Mieke even in Nong Noi was om voor de honden te zorgen werd er bezorgd geïnformeerd hoe het was. Hartverwarmend om te merken hoe iedereen meeleefde en hulp aanbood. 

Ook onze Adjaan (Thaise lerares) kwam langs
Infusen, antibiotica en uitstekende verzorging brachten me in een aantal dagen weer terug, en nu zit ik er thuis op het terras deze blog over te schrijven. Het ziet er naar uit dat alle organen weer (gaan) doen wat ze geacht worden te doen.

Het privé-ziekenhuis lijkt in veel opzichten op de Nederlandse ziekenhuizen, zij het dat in Nederland alles nog veel meer op efficiëncy is gericht en zaken als sanitair er in onze ogen wat verouderd uit zien. Net als overal in Thailand zijn er ook "snufjes" geïnstalleerd die het intussen niet meer doen. Er hangt bijvoorbeeld een gebruiksaanwijzing hoe je met je elleboog kraan en zeeppompje moet bedienen, alleen hangt er geen zeeppompje meer en is de kraan een gewone draaikraan, zonder "ellebooghandel".

Doordat in Thailand de arbeid goedkoop is, loopt er veel meer verpleging rond dan in Nederland. Als je de verpleging belt staat die zowat meteen binnen. En er wordt de tijd voor je genomen. Niet alleen om te kijken hoe het met je gaat, maar ook om te horen waarom we voor Thailand hebben gekozen om te wonen, hoe het ons bevalt, wat we van de mensen vinden, of we nu teruggaan naar Nederland (geen denken aan), waarna er ook nog eens uitgebreid tijd genomen wordt om de foto's van ons huisje te bekijken. Dat de gezondheidszorg in Thailand zo hoog staat aangeschreven heeft denk ik veel te maken met de betrokkenheid van de zorgverleners. In Nederland tel je bijna niet meer mee als je het niet drukdrukdruk hebt. De dictatuur van prikklok en prestatienormen ontneemt verpleegkundigen de mogelijkheid om eens wat extra aandacht te besteden. Hier lijkt die druk volledig te ontbreken, waardoor de betrokkenheid van de ziekenhuismedewerkers veel intenser voelt. Ik denk dat veel Nederlandse verpleegkundigen daar met enige jaloezie naar kijken.


Twee maanden geleden schreef ik al eens over de geheel andere kijk op privacy die de Thai er op nahouden. Dat werd tijdens mijn weekje ziekenhuis ook weer duidelijk zichtbaar. Waar in Nederland het bezoek zich discreet terugtrekt als de dokter de kamer binnenkomt, gaat het Thaise bezoek er eens goed voor zitten. Nu wordt het immers pas interessant. Een Thaise vriendin die op bezoek was raakte aan de praat met een verpleegster, die even later achter mijn bed dook om daar de zak waar de katheter in uitkwam op te tillen en aan de aanwezigen te tonen. In Nederland zou ze daar gezeik mee krijgen, maar hier is dat heel gewoon. Waarom ook eigenlijk niet?