22 september 2019

Bananenflensjesgebakjes

"Amazon kub cahd?" vraagt het meisje achter de kassa. Ze kijkt er behoorlijk streng bij. Maar ja, ik heb geen membercards of clubcards. Niet van de supermarkt, niet van de makro, niet van het tankstation, niet van de telefoonwinkel en dus ook niet van Amazon coffee. Dat zijn allemaal clubs waar ik af en toe wat koop, maar waar ik verder niet bij hoef te horen. Maar dat is allemaal wat te veel om uit te leggen. "Maimie khap" (heb ik niet) zeg ik met mijn vriendelijkste glimlach. Ze pakt de twee bananenflensjesgebakjes die ik heb aangewezen en wil ze in een plastic zakje doen. "Thoeng mae aw khap" (zakje hoeft niet) zeg ik met een nog bredere smile. Ze kijkt me even aan, doet dan de gebakjes in het plastic zakje en zet dat gedecideerd voor me neer. Normaal gesproken zou ik de spullen uit het zakje halen en zo meenemen, maar vandaag durf ik dat niet. Uit pure lafheid draag ik weer wat bij aan de plasticsoep. "Khap khun khap" (dank u wel) mompel ik en verlaat snel de coffeeshop. (In Thailand zijn dat overigens winkels waar ze koffie verkopen; dat was wel even wennen.)

Tja, die taal... Ik vrees dat ik de klanken in "toeng mae aw" toch net iets te hoog, te laag, te kort of te lang heb uitgesproken en daarmee iets onbegrijpelijks heb uitgekraamd. Het Thais is op zich een eenvoudige taal. In een eerdere blog heb ik daar al het een en ander over geschreven. In die blog ging het vooral over de simpele grammatica. Ook de woordopbouw is in het algemeen echter heel simpel. Zo is น้ำ (naam) het woord voor water. Allerlei vloeistoffen hebben naam (het Thaise) in hun naam (het Nederlandse). Benzine is น้ำมันเบนซิน (naamanbenzien), sinaasappelsap is สีส้ม (naam som, oranje water) en ijs heet น้ำแข็ง (naam kheng, hard water). Dat laatste overigens als het echt om bevroren water gaat. Consumptie-ijs heet ไอศครีม (icecream, meestal uitgesproken als aaikiem). Vaak herbergt de taal verwijzingen naar het verleden. Het woord voor suiker is น้ำตาล (naam thaan). Letterlijk vertaald is dat bruin water, een benaming die verwijst naar de melasse uit suikerriet.

Ook het Thaise woord voor kamer, ห้อง (hong), is een mooi voorbeeld. De ห้องทำอาหาร (hong tam ahaan, kamer doen eten) is de keuken, de ห้องทำงาน (hong tam ngaan, kamer doen werk) is het kantoor en de ห้องน้ำ... dat moeten jullie met de informatie die ik net gegeven heb zelf wel kunnen bedenken. Goede inzenders krijgen een eervolle vermelding in de volgende blog.


Nu we zo langzamerhand steeds meer woorden beginnen te (her)kennen wordt het een sport om te proberen deze zodanig te combineren dat een Thai het begrijpt. Een paar dagen geleden moest ik op pad om gras voor op dakjes te kopen. Van onze Thaise vriend Phan, die het spul ging monteren, wist ik dat ik yaakhaa moest hebben. Vrienden uit het dorp hadden uitgelegd dat ik in de buurt van een bepaalde tempel moest zijn. Onderweg bedacht ik dat seu het Thaise woord is voor kopen, en joetienai waar, op welke plaats betekent. "Seu yaakhaa joetienai khap" vroeg ik aan een man bij de bewuste tempel en tot mijn grote vreugde begon hij me van alles uit te leggen, waar ik natuurlijk niets van begreep. Gelukkig wees hij in een bepaalde richting en kon ik haaloi mèt (500 meter) en joetun (u-turn) onderscheiden. En jawel, 500 meter verderop, net voor de u-draai, kon ik mijn yaakhaa kopen.


"Khoen tam mai khap" (jij doen?) vroeg de verkoper, nadat we de yaakhaa hadden opgeladen. "Tjai khap" (ja), jokte ik, omdat ik geen idee had hoe ik uit moest leggen dat een vriend dat voor ons ging doen. Ook wilde hij weten waar het voor was. Met de hiervoor beschreven taalkennis in gedachten antwoordde ik dat het voor een hong rot (auto kamer) was. Helaas gaat dat combineren niet altijd op. Hij viel zowat om van het lachen. Hod bleek het juiste woord te zijn.

Net toen ik mijn auto gestart had kwam hij, nog nahikkend, achter me aan en gebaarde dat ik mee moest komen. Onder een zeil kwamen nog 5 lengtes yaakhaa tevoorschijn die ik mee mocht nemen. "Flie" zei hij. Ook het Thais verengelst.

Oplettende lezertjes hebben ongetwijfeld opgemerkt dat het woordje khap regelmatig aan het eind van een geciteerde zin staat. Officieel moet dat khrap zijn, maar de r is een lastige letter voor Thai en wordt daarom vaak weggelaten. Khrap is een beleefdheidswoordje dat je in een gesprek achter iedere zin kunt zetten. In het Nederlands bestaat er niets dat daar op lijkt. Voor Thaise mensen is het een teken van respect. Het is een gebruik waar we moeilijk aan kunnen wennen, maar het begint te komen. Khrap wordt overigens alleen door mannen gebruikt. Het beleefdheidswoordje voor vrouwen is khaa. Khrap en khaa zijn ook te gebruiken als bevestiging in een conversatie; dan zijn ze vergelijkbaar met het ja... ja... jaja ja ja dat je in Nederland gebruikt om aan te geven dat je nog steeds luistert.


De bananenflensjesgebakjes bleken bij thuiskomst helaas foithongflensjesgebakjes te zijn. Ze stonden in het bananenflensjesgebakjesvakje achter een bananenflensjesgebakjesbordje en ze zien er precies hetzelfde uit als bananenflensjesgebakjes, alleen zitten er geen bananen in maar foi thong, een soort eigeeldraden gekookt in siroop. Ik vind dat ook wel lekker, maar Mieke heeft de foi thong eruit gepeuterd en er banaan in gefrot. Wie in Thailand woont moet kunnen improviseren, zowel met taal als met taart.

Meer taalblogs:

01 september 2019

Buismanbestek

Thaise restaurants lijken in één opzicht erg op die in Nederland: je kunt er eten. Voor het overige zijn er weinig overeenkomsten. Zo is een comfortabele zitplaats hier absoluut geen punt van aandacht. Plastic krukjes, houten of betonnen bankjes (die laatste dan bij voorkeur opgeschilderd als aardbei, watermeloen of koe) of stoelen met een veel te rechte rugleuning, je komt ze volop tegen. We prijzen ons al gelukkig als er plastic stoeltjes met rugleuning staan; dat is het toppunt van comfort.


Schoon is het meubilair meestal niet. De schoonmaak blijft veelal beperkt tot de afwas en het af en toe een doekje halen over dingen die in het zicht staan. Stoelen en krukjes staan (half) onder de tafel en vallen dus niet onder die categorie. Klanten hoeven zich er evenmin aan te storen, want waar je op zit, dat zie je niet. 

De borden zijn vaak van plastic en al even vaak een allegaartje van kleuren en vormen. Een van onze favoriete restaurantjes hier heeft wel aardewerk borden. Op die borden staat het logo van de Franse supermarktketen Leclerc. Waarschijnlijk laat die zijn borden in Thailand maken en is er een partij afgekeurd. Als bestek krijg je alleen vork en lepel. Die zijn zo onwaarschijnlijk dun dat wij ze "Buisman-bestek" gedoopt hebben. (Voor wie geen idee heeft wat daar de reden van is: Buisman (https://nl.wikipedia.org/wiki/Buisman) was onder meer vermaard vanwege het flinterdunne bijgeleverde lepeltje.) In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt eet men hier meestal niet met stokjes. Alleen bij noedelsoep krijg je eetstokjes en een lepel.

In sommige restaurantjes parkeert de eigenaar zijn auto 's avonds binnen en er zijn er ook waar een brommer in de hoek van de zaak staat. Wij moesten een keer 90 baht afrekenen en hadden alleen een briefje van 1000. Dat was geen probleem. De restauranthouder verdween met het briefje naar achteren en reed even later op zijn brommer dwars door het restaurant naar buiten. 5 minuten later knetterde hij weer naar binnen, waarna hij ons het wisselgeld kon overhandigen.


Ook veelvoorkomend in Thaise restaurants is de televisie, die meestal een soap of een showprogramma laat zien. In een familierestaurantje kwam moeder de bestelling opnemen, waarna zoonlief de boel bereidde. Nadat alles was afgeleverd slofte moeder naar achteren en kwam terug terwijl ze een tuinstoel achter zich aansleepte. Ze klapte de tuinstoel pas naast ons tafeltje open, zette hem in de bijna-ligstand en ging op haar gemakje naar de tv liggen kijken. 2 minuten later lag ze te snurken. We hebben maar zo zachtjes mogelijk gepraat, om haar niet wakker te maken.

Het zal duidelijk zijn: ambiance speelt geen rol in de meeste Thaise restaurants. Het schijnt dat die ambiance ook nauwelijks een rol speelt bij de toekenning van Michelinsterren in Thailand (en in Azië in het algemeen); zouden dezelfde normen als in Frankrijk gehanteerd worden, dan zouden hier nauwelijks sterrenrestaurants zijn. 


Dan vergeet ik haast nog de toiletten te vermelden. Op dat gebied zijn de verschillen groot. Soms kom je ergens het toilet binnen en is je aandrang spontaan verdwenen, dan weer kom je allerlei zelfgeknutseld sanitair tegen, zoals een urinoir gemaakt van een brandblusser, en op weer andere plaatsen sta je onverwacht in een luxe, keurig betegelde wc. Hoe luxe de wastafel en de pot ook zijn, de sticker(s) van de fabrikant zitten er altijd nog op. Saniair doet het net zo goed met als zonder sticker, dus waarom zou je de moeite nemen om die te verwijderen?


Waar heel veel aandacht aan geschonken wordt is de bewegwijzering. Standaard-toiletbordjes zie je zelden; vaak is er een creatief werkstuk van gemaakt dat niet zelden weinig aan de verbeelding overlaat.


Zodra je gaat zitten op je ongemakkelijke plastic krukje komt de bediening met de kaart en een pen en opschrijfblokje. De kaart wordt overhandigd, waarna de bedienende man, vrouw, ladyboy of tomgirl met de pen in aanslag klaar gaat staan om de bestelling op te nemen. In het begin werden we daar knap nerveus van, zeker als de kaart alleen maar in het Thais en zonder plaatjes was en we moesten uitvogelen of iets nou met kip, ei, vis of varken was. Soms wezen we dan maar op goed geluk wat aan. Inmiddels zijn we eraan gewend en nemen gewoon de tijd om te begrijpen wat er op de kaart staat. 

Nadat je de bestelling hebt doorgegeven wordt het spannend. Welk gerecht zou het eerste komen?  Krijgen we wel wat we besteld hebben? Is het warm eten warm? Eerst worden de plastic bordjes op tafel gezet, gewoon een stapeltje dat je zelf moet verdelen. Het buismanbestek zit meestal in een bestekdoos die al op tafel staat. De drankjes staan op een serveerwagentje waarvan soms de wieltjes zijn vastgelopen, maar dat is geen probleem, want je kunt het ook dragen. 


De glazen worden netjes door de bediening gevuld. Ik drink bijna altijd gewoon water, Mieke neemt zo af en toe een biertje. Maar ook al heeft zij het bier besteld en ik het water, het bier wordt altijd bij mij neergezet en het water bij haar. 
Zodra je een kwart uit je glas hebt gedronken wordt het bijgevuld. Je moet dus goed in de gaten houden dat er niet steeds nieuwe flessen worden opengetrokken.

Uiteindelijk komt dan het eerste gerecht. De ene keer wordt dat vrij snel gevolgd door het volgende, maar de andere keer duurt het een hele tijd. Het gebruik is hier dat niet ieder zijn eigen bestelling opeet, maar dat alle gerechten midden op tafel komen en iedereen pakt wat ie wil. Omdat de bediening dat systeem kent en bovendien niet meer precies weet wie ook al weer wat besteld had, worden de gerechten gewoon op de rand van de tafel gezet, of aan een van de gasten in de hand gegeven. Daar schuilt een groot risico in als de tafel al vol staat. Je ziet de ober wanhopig kijken waar hij de boel moet neerzetten. Behulpzaam steek je je handen uit om de schaal of schotel van hem aan te pakken, zodat hij de handen vrij heeft om een plekje op de tafel te creëren. Helaas werkt dat niet zo: dankbaar dat hij zijn lading kwijt is loopt hij terug naar de keuken terwijl jij blijft zitten met een bord in je handen dat je nergens kwijt kunt.


In mijn verhaal tot nu toe zijn we in ieder geval al zo ver gekomen dat er eten op tafel staat. Je moet echter niet verbaasd zijn als je iets bestelt en pas na een kwartier te horen krijgt dat dat vandaag niet verkrijgbaar is. Of, wat we ook hebben meegemaakt, dat je binnenkomt, vriendelijk welkom geheten wordt, gaat zitten en na 5 minuten te horen krijgt dat het restaurant eigenlijk gesloten is. Vandaag bestelden we soda manao (spa rood met limoen). Even later kwam de ober zeggen dat de limoen op was. Althans dat meenden we verstaan te hebben. Mogelijk had hij het over limoensiroop, want op het schoteltje waar het flesje water op geserveerd werd lag ... een kwart limoen. 

Zo zit ieder restaurantbezoek weer vol verrassingen. Uit het bovenstaande zou je kunnen afleiden dat we de restaurantjes zo langzamerhand wel zat moeten zijn, maar het tegendeel is waar. Uiteindelijk is het doel om lekker te eten en het Thaise eten is godnakend lekker. Als we er alleen water bij drinken (dat is hier gratis) zijn we vaak voor zo'n 2,5 euro klaar. Daar kunnen we het zelf niet voor maken. En door al die verrassingen is ieder restaurantbezoek weer een belevenis. Daar genieten we extra van.