Lung Toey is inmiddels de poort binnengelopen en ik loop hem tegemoet. "Tomollow you จักรยาน?" vraagt hij, ondertussen een weide cirkel met zijn arm makend. Ik probeer hem te begrijpen, maar dat lukt me nog niet helemaal. Hij kan haast geen thatjaa (gras maaien) bedoelen, want we zitten in de droge tijd en het gras groeit nauwelijks. Bovendien klinkt จักรยาน niet als thatjaa. "Tomollow mohning you me จักรยาน" probeert hij nog eens, nu met twee handen een fietsbeweging makend. Nu valt het kwartje. จักรยาน = djakriaan = fiets. Of ik morgen mee wil gaan fietsen. Ik probeer duidelijk te krijgen of het om een lange tocht gaat, en of er meer mensen meefietsen. Voor zover ik het nu goed begrijp gaat het om een samen te fietsen rondje. Ik stem toe en we spreken af om 30 minuten na de ochtendgong. In de Thaise spreektaal wordt nog vaak de traditionele tijdsaanduiding toegepast, die gebaseerd is op de dagindeling van Boeddhistische monniken. 6 uur 's morgens wordt er op een gong geslagen (moong chao). 7 uur is dan nung moong chao, ofwel 1 uur na de gong. Om 13:00 uur slaat er weer een gong (baay moong) en om 19:00 uur is het een trommelslag (thoeng). Om 1 uur 's nachts is het een bel (thie) die de tijd aangeeft. Het is even rekenen, maar 30 minuten na moong chao is dus half zeven. Gelukkig is de officiële tijdsaanduiding hier "gewoon" dezelfde 24-uursklok die wij gebruiken.
Om die mensen die we tegenkomen lijkt het vooral te gaan. Toey zwaait ze uitbundig toe en roept ook het een en ander waarvan ik niks begrijp. Maar dat de lange farang en de daarnaast fietsende kleine Thai opzien baren is duidelijk evenals dat Toey daarvan geniet. Dat doe ik trouwens ook.
Toey's tempo zakt intussen wat terug en heel erg vind ik dat niet. Op mijn kinderfiets-voor-volwassenen zit ik in een allerminst comfortabele fietshouding en bovendien doet de versnelling het niet. Hoewel, dat is niet helemaal waar: hij doet het half. Toen ik de fiets kocht stond hij in zijn 2. Op een stukje weg waar het omlaag ging schakelde ik soepeltjes door, tot ik ontdekte dat het ding wel opschakelde, maar dat terugschakelen er niet bij was. Sindsdien fiets ik in zijn 5. In Thailand is het nu eenmaal niet vanzelfsprekend dat iets doet of blijft doen wat het moet doen. Ook dat went.
In het gebruikelijke Thaise tempo, dus net niet omvallend, bereiken we onze Baan Din weer. "Tomorrow we djakriaan?" vraagt Toey. "Proengnie phom lae khun Mik Chiang Mai" koeterwaalthai ik. Hij snapt dat Mieke en ik de volgende dag naar Chiang Mai gaan, maar vindt dat we dan best eerst nog kunnen fietsen. Ik wil dat wel af en toe doen, maar niet iedere dag. De vroege ochtend is namelijk ook de beste tijd voor werk in en om het huis. Op geheel Thaise wijze houd ik het daarom maar op "misschien".
De volgende ochtend regent het. Net zoals het in de regentijd best een paar dagen droog kan zijn, kan er in de droge tijd zo nu en dan een bui vallen of zelfs een druilerige dag voorkomen. Om 30 minuten na de gong regent het nog steeds en is er nog geen Toey te zien en ook om nung moong chao blijft het stil aan de poort. Om song moong chao, 2 uur na de ochtendgong, vertrekken we richting Chiang Mai. Gered door de regen.