12 juni 2022

Superioriteitsgevoel

"Handig, die straatverlichting," brom ik als we vanaf de hoofdweg de weg naar Nong Noi inrijden. Het is ironisch bedoeld. Ongeveer een jaar geleden werd begonnen met het plaatsen van lantarenpalen langs de tot dan toe onverlichte weg. Veel gemeentes hebben het voordeel van straatverlichting op zonne-energie ontdekt en ook hier zijn lantarenpalen gezet die werken op een zonnepaneeltje. Of beter gezegd, die werkten op een zonnepaneeltje, want er zijn er nog maar 4 die het doen. Toen ze geplaatst werden maakten we er ook al meesmuilende opmerkingen over, want de zonnepanelen stonden naar het noorden gericht en veel ervan waren verstopt in de boomtoppen. Bovendien zijn we hier gewend dat dingen als waarschuwingslichten het na verloop van tijd begeven. 

"Ja hoor, zo kan het ook," grom ik als een auto voor me op de rechter rijstrook (hier wordt links gereden, althans officieel) ineens op de rem gaat staan, en als hij bijna stil staat zijn linker knipperlicht aandoet terwijl hij tegelijkertijd al linksaf slaat. Het is een bekend plaatje hier. Voorsorteren, op tijd richting aangeven, überhaupt richting aangeven, het zijn geen vanzelfsprekende handelingen.

"Kom op jongen, druk maar op dat plankje onder je rechter voet," mompel ik ongeduldig. Thailand heeft geen budgetten voor grote infrastucturele werken, dus in plaats van kruispunten wordt er veel gewerkt met U-draaien. Een weg die een snelweg kruist wordt dan als het ware onderbroken. Je moet een stukje de snelweg op, dan een U-draai maken, weer een stukje terugrijden en dan weer van de snelweg af om "jouw" weg te vervolgen. Daarmee wordt voorkomen dat je beide helften van de snelweg ineens moet oversteken en op zich is dat veiliger. De modernste U-draaiplekken hebben een ruime invoegstrook. Maar veel Thaise automobilisten hebben nooit geleerd hoe ze die moeten gebruiken en gaan gewoon aan het begin van die invoegstrook stil staan tot ze de snelweg op durven rijden. 

"Hij heeft niet gelogen; het is ná 5 juni," verzucht ik als Somsak ook vandaag niet op komt dagen. Somsak komt een paar stukjes dak verstevigen en een schuurtje bouwen. Hij heeft daar een prijs voor afgegeven en daar zijn we mee akkoord gegaan. Hij was nog een klusje aan het afronden, maar "na 5 juni" zou hij beginnen. 6 juni, denken wij dan, maar inmiddels is het de 11e en we hebben hem nog niet gezien.

Somsak (links) bij de bouw in 2018

We zijn er goed in. In het maken van ironische of anderszins grappig bedoelde opmerkingen over dit soort voorvallen. Maar Mieke merkte laatst terecht op dat daar in feite een flink superioriteitsgevoel uit spreekt. We doen er lacherig over omdat het "bij ons" allemaal veel beter loopt. Natuurlijk is dat ook zo, volgens ons dan. Mensen in Nederland weten over het algemeen wat ze moeten doen in verkeerssituaties, afspraken worden meestal op tijd nagekomen, auto's stoppen voor een zebra, er zitten geen grote gaten in de weg (hooguit kleine barstjes, waar dan meteen een bord "slecht wegdek" bij komt te staan), spookrijders worden gemeld op de radio (hier zou je er 24/7 5 zenders mee kunnen vullen) en er wordt schande gesproken over automobilisten die via de vluchtstrook langs de file terugrijden (hier heb je daar geen file voor nodig). 

Ook bij andere zaken ligt het lacherig doen op de loer. De straatverlichting heb ik al genoemd, maar dat bijvoorbeeld de bouwmarkt een lekkend dak heeft en grote scheuren in de vloeren is ook altijd weer goed voor een grap. En dat de plaatselijke boeren experimenteren met schrikdraad zonder precies te weten hoe dat werkt en er de volgende dag een koe geëlektrocuteerd blijkt te zijn is natuurlijk te treurig om nog leuk over te doen. Over dat ze hun draadje met 220 volt aan onze metalen afrastering hadden geknoopt hebben we het dan maar even helemaal niet.

Maar hoeveel beter zijn wij nou eigenlijk, dat we om al dat soort zaken lacherig mogen doen? Voor een groot deel gaat het om gebrek aan opleiding. Zijn we superieur omdat we beter opgeleid zijn? Voor een uurtje rijles in Nederland moet een Thaise bouwvakker 8 dagen werken. Het is lastig voor ons dat we gewend zijn op een invoegstrook zo snel mogelijk de snelheid van het verkeer op de snelweg aan te nemen, en dat die Thaise bouwvakker dat dan niet doet. Maar bijna geen enkele Thai doet dat. Wij hebben dat dan toevallig geleerd, maar zoals de Thai het doen werkt het ook. Wij ergeren ons eraan, maar de Thai niet. Wie is er nou superieur?

We laten ons graag voorstaan op de grote technische ontwikkelingen in Nederland en de succesvolle economie. Liefst praten we erover alsof we daar persoonlijk een onmisbare bijdrage aan geleverd hebben. Als dat al zo is, dan hebben we ook persoonlijk een onmisbare bijdrage geleverd aan de klimaatcrisis. Want met alle lacherigheid over die ongeorganiseerde Thai vergeten we dat we bij al die technische vooruitgang en economische groei niet hebben voorzien dat we daarmee een ramp aan het voeden waren. Vergeleken daarbij valt al het andere in het niet. Stoppen op de invoegstrook, knipperlicht verkeerd gebruiken, kapotte straatverlichting, te laat komen... we zullen er nooit meer een grap over maken. Tenminste, dat proberen we.

07 juni 2022

Lager

Soms voel je je hier in een winkel net alsof je beland bent in een aflevering van de Dik Voormekaar Show, een populair radioprogramma van André van Duin in de jaren '70 en '80. Vast onderdeel daarvan was de buurtsuper, waarbij een klant de winkel binnenkomt en vraagt of de winkelier een bepaald product heeft. De winkelier vraagt dan naar allerlei specificaties om vervolgens te melden dat hij het betreffende product überhaupt niet verkoopt. (Voorbeeld: https://www.youtube.com/watch?v=1Sb-C6rgWQo)

Vanmorgen ging er een lager van de houtversnipperaar kapot. Met onze Thaise vriend Phan toog ik naar de zaak waar we het apparaat gekocht hadden. We lieten het kapotte onderdeel zien en vroegen om een nieuw, maar dat hadden ze niet. Voor de verkoopster was het daarmee blijkbaar afgedaan, want ze maakte geen aanstalten om mee te denken over hoe we ons probleem dan zouden kunnen oplossen. Dus vroegen we zelf maar of ze het wellicht zou kunnen bestellen. En gelukkig, dat kon. Ik was wel benieuwd hoelang het zou duren voordat de lager dan binnen was. "10 minuten," zei ze. Het kwam op mij volkomen absurdistisch over, maar Phan leek het de gewoonste zaak van de wereld te vinden, pakte zijn telefoon en ging op de stoep zitten facebooken. 

10 minuten later kwam de verkoopster, die ik niet had zien vertrekken, op haar brommer aangescheurd. Ze was naar een andere winkel gereden, maar helaas hadden ze de juiste lager daar ook niet. Ik suggereerde dat het onderdeel misschien bij de fabrikant of de importeur besteld kon worden. Ze pleegde een telefoontje en zei dat ze er nu een gevonden had. Of we nog een kwartiertje konden wachten. Dat konden we wel. Ze vertrok weer op haar brommer en was binnen het kwartier terug met een splinternieuwe lager, nog in de originele verpakking. 

Het viel me meteen op dat de gaten voor de bevestiging veel groter waren dan die van onze lager. Bovendien zaten ze ook verder uit elkaar. Maar de verkoopster en Phan gingen aan het meten, en ik kreeg de opdracht om Mieke te bellen en te vragen of zij de doorsnede van de as die in de lager moest kon opmeten. Die bleek exact de goede maat te hebben, dus of ik maar even wilde afrekenen. Dat wilde ik niet, want ik moest eerst weten hoe het zat met de gaten voor de bevestiging. Nadat die uitgebreid waren bestudeerd liep de verkoopster weg en kwam even later terug met twee revetten. (Opvulringen zei ik altijd. Het woord "revet" kende ik niet, totdat ik het Mieke in haar mooie Limburgse tongval hoorde zeggen en sindsdien gebruik ik het zo vaak ik kan.) 

Probleem opgelost, vonden de verkoopster en Phan. Maar ik wilde nog weten hoe we de nieuwe lager over de bevestigingsbouten zouden moeten schuiven, want die zaten immers niet op de juiste afstand voor dit model. De oude en de nieuwe lager werden nu ruggelings tegen elkaar gelegd en na uitvoerige studie en het nodige heen en weer schuiven was de conclusie dat de nieuwe gaten inderdaad niet alleen groter waren, maar ook verder uit elkaar zaten dan de oude.

We werden meegetroond naar het deel van de zaak waar allerlei machines, waaronder "ons" model houtsnipperaar, stonden opgesteld en jawel hoor: op de machine zat overduidelijk het nieuwe model lager. Voor de verkoopster genoeg reden om te vinden dat dat dus de goeie lager was. Voor mij niet. Phan's Engels is niet heel goed, maar uiteindelijk lukte het om duidelijk te maken dat wij wellicht een iets ouder model snipperaar hadden en dat de fabrikant toch ongetwijfeld onderdelen voor dat model zou moeten hebben. Een nieuwe machine kopen omdat alleen een lager kapot is leek me geen optie, te meer daar het apparaat nog geen jaar oud is. 

Het gewenste type lager bleek inderdaad in Bangkok te bestellen. Over 3 dagen kunnen we weer een snipperdag inplannen. Hoewel we nog maar moeten afwachten of het wel het juiste onderdeel is dat dan wordt afgeleverd. En of het niet toch 4 dagen wordt. Of 7. Of een maand. This is Thailand.

Gelukkig kon ik de wachttijd nuttig besteden door even een bezoek te brengen aan het computermeisje. Ik heb al vaker over haar geschreven en weet dat ze fans heeft onder de bloglezers, met name onder niet nader te noemen lezers die momenteel op de fiets op weg zijn naar de Noordkaap. Vandaar dat ik haar toch nog maar even de revu laat passeren. Ik moest een kaartlezer voor de geheugenkaartjes van onze camera's hebben, en aangezien alles wat met computers te maken heeft hier gewoon met verthaiste Engelse termen wordt aangeduid, vroeg ik vol zelfvertrouwen of ze een kahtliedúhhh (cardreader) had. Ze begreep er helemaal niets van, dus moest ik beschaamd terugvallen op het trucje van het laten zien van een plaatje op mijn telefoon. "Oooo, kahtliedúhhhhhhhhh" zei ze, en haalde er een tevoorschijn. "Annie riakwa kahtliedúhhhhhhhhh" (dit heet kahtliedúhhhhhhhhh) voegde ze er streng aan toe. "Kahtliedúhhhhhhhhh" herhaalde ik, en ik legde haar blik uit als goedkeurend. Ongevraagd kreeg ik 9 Baht korting. Een goede reden om terug te gaan als ik weer eens iets nodig heb voor mijn compoetúhhhhhhhhh, of een plintúhhhhhhhhh of monitóhhhhhhhhh wil aanschaffen.