30 juli 2021

He also make pad thai?

In de Haagse Beeklaan was een klein Thais restaurantje, vlakbij waar ik gewoond heb. Toen ik uit huis en uit de stad vertrok was het er nog niet, maar mijn moeder is tot ze overleed, 91 was ze toen, in die straat blijven wonen en als ik er op bezoek was en vroeg waar ze wilde gaan eten wist ik het antwoord altijd al. De familie die het restaurantje runde kende haar; ze hoefde niet te bestellen want ze nam altijd de kip met cashewnoten, waarvan ik nu weet dat het kai pad med ma muang heet. En iedere keer wees ze naar de foto van de toenmalige koning die er hing. "Dat is koning Boemibol," zei ze dan tegen mij, maar wel zodat de man van het restaurant het ook kon horen. Die reageerde dan altijd helemaal verrast en complimenteerde mijn moeder ermee dat ze zo maar wist wie de Thaise koning was.

Kai pad med ma muang was niet alleen het favoriete gerecht van mijn moeder. Nog steeds is het onder Thailandgangers een van de populairste Thaise gerechten. Ik heb het hier ook veel gegeten, maar laat steeds vaker vleesgerechten staan, dus de laatste keer is al weer even geleden. In de lijstjes met lekkerste Thaise gerechten moet het het wel altijd afleggen tegen de pad thai (letterlijk vertaald: op zijn Thais gebakken). En dat eten wij hier regelmatig.

Eigenlijk is het niet eens zozeer vanwege de uitzonderlijke smaak, dat we ons er vaak mee verwennen. Het is gewoon erg lekker, maar dat zijn heel veel Thaise gerechten. Nee, we zijn vooral grote fans van de padthaiverkoper in Lampang. En we zijn niet de enige, want het is er altijd druk. Jaren geleden kwam hij voor het eerst met zijn tot keuken omgebouwde bestelbusje naar de straat vóór de boeddhistische tempel Sri Chum en tegenover de moskee. Hij deed het goed, want er kwamen steeds meer mensen op zijn pad thai af. Hij huurde er een soort garagebox bij, waar tafeltjes en krukjes staan, zodat klanten ook als het regent hun maaltje droog kunnen opeten. En om de drukte aan te kunnen staan er nu ook twee grote woks achter het keukenbusje.

Zoals mijn moeder altijd enthousiast ontvangen werd door de mensen van het restaurantje aan de Beeklaan, zo krijgen wij een uitgebreid hartelijk welkom als we ons bij het padthaibusje laten zien. Een standaard pad thai (klik hier voor een recept) kost er 35 baht, nog geen euro. Wij gaan altijd voor de pie sed, de speciaal. Dan zitten er een soort dorito's (maar dan anders) bij. Ook krijgen we er taugé, bosuitjes en wat sla bij en dat alles voor het schappelijke bedrag van 40 baht. 

Wat we naast de hartelijke ontvangst en de heerlijke smaak ook erg waarderen is dat de afhaalporties in bananenblad worden verpakt. Dat is een traditioneel verpakkingsmateriaal in Thailand, dat het helaas ernstig af heeft moeten leggen tegen het plastic. Hoewel de supermarkten hier geen gratis plastic tasjes meer mee mogen geven moet je echt je best doen om te voorkomen dat iets wat je koopt eerst in een plastic zakje wordt gedaan. Misschien is die verslaving aan verpakking wel te wijten aan de gewenning aan bananenbladeren, die zo'n beetje onbeperkt beschikbaar waren (en nog steeds zijn) en volledig composteerbaar. 

Maar goed, ik dwaal af. Voor de pad thai pie sed sang klab baan (om mee te nemen) wordt eerst een vetvrij papier neergelegd, daar gaat een bananenblad op en daarop komt het gerecht. De boel wordt dichtgevouwen, elastiekje eromheen, klaar. Nou hebben wij altijd een pinto, een pannensetje in de auto liggen. Dan is er helemaal geen verpakkingsmateriaal meer nodig. Maar toch, als we dan thuis de boel op tafel zetten blijkt er onderin elk pannetje een precies op maat geknipt bananenblad te liggen. Met zo veel toewijding en service wil je toch iedere dag wel pad thai halen?

Om goed in de sfeer te blijven eten we de meegenomen pad thai thuis ook van een bananenblad. Dat ziet er gewoon erg leuk uit en bespaart ook nog eens afwas. Ik heb een keer geprobeerd of bananenblad niet ook geschikt zou zijn om kleding van te maken, maar Mieke vond het resultaat niet erg geschikt om te dragen tijdens een bezoekje aan de stad.

Waar in Den Haag de foto van de koning meteen mijn aandacht trok, is het bij het padthaibusje een heel andere afbeelding die me opvalt. Ik vermoed dat de eigenaar op internet heeft gezocht naar een leuk plaatje om als soort logo voor zijn handel te dienen, maar dat hij daarbij terecht is gekomen bij Suske is natuurlijk reuze grappig. Gisteren waren we er vroeg en was het nog niet zo druk, dus het leek me tijd om hem eens te laten zien dat het mannetje op zijn auto een beroemde stripfiguur in Nederland en België was. Het kostte wat moeite om duidelijk te maken dat de Suske op mjn telefoon uit België kwam. "He also make pad thai?" was de reactie. Ik geloof dat de boodschap niet echt is overgekomen.

18 juli 2021

De straat waarin we wonen

Toen Mieke in 2009 haar opleiding aan de Fotovakschool begon was een van haar eerste opdrachten het maken van een fotoserie met de titel "de straat waarin ik woon." Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want aan de Touwbaan in Maashees stond zegge en schrijve één boerderij. Achter op het erf stond nog het kleine huisje waar wij woonden en dan had je het met de bewoners wel gehad. Net voorbij de boerderij werd de Touwbaan een zandweggetje en aan weerskanten daarvan lagen percelen die bij een boomkwekerij hoorden. Uiteindelijk werden die het decor voor de fotoserie. 


Intussen wonen we al 3 jaar in Nong Noi, zijn we allebei fanatieke fotografen, maar hebben we de straat waarin we wonen nog niet eens in beeld gebracht. Daar moest maar eens verandering in gebracht worden, zeker nu we in de qua licht en luchten mooiste tijd van het jaar zitten. Bovendien gonst het momenteel van de activiteiten op de anders zo stille velden aan onze straat, want iedereen is bezig met het planten van de rijst. Hoog tijd dus om de camera om te hangen en de fiets te pakken.

Voor het eerste plaatje hoef ik ons landje nog niet eens af. Buurman Ien heeft zijn stukje grond dat aan ons grenst gisteren onder laten lopen en om laten ploegen en is nu met zijn zus rijstplantjes aan het zetten. Of het toeval is of niet, dat weten we niet, maar gisteren dreven er een paar grote vissen dood in onze vijver. Die krijgt het water aangevoerd via het land van Ien en dat heeft hij niet zo lang geleden bespoten met een onkruidverdelger. Hier in Thailand zijn dat vaak middelen die in Europa verboden zijn. Je zou verwachten dat ondernemingen uit de zich ontwikkeld en geciviliseerd noemende wereld  dan besluiten om de productie helemaal te stoppen, maar zo blijkt dat niet te werken. De alternatieven die ze ontwikkelen zijn te duur voor boeren als Ien, dus wordt de in Europa verboden troep in Azië en Afrika op de markt gedumpt. Een paar jaar geleden wilde Thailand ook een aantal middelen verbieden, maar er kwam zo veel weerstand van de boeren die zich niets anders kunnen permitteren, dat de maatregel maar weer is ingetrokken. We maken ons geen illusies over de stofjes die hun weg naar onze vijver vinden en eten dan ook geen vis daar uit.


Ik ga de poort uit en fiets eerst maar eens in de richting van Hang Chat. Een stukje verderop zit een man op zijn gemakje in de schaduw het zaagblad van zijn bosmaaier bij te vijlen. Hij woont ook in Nong Noi, komt regelmatig voorbij op zijn brommertje en zwaait en lacht dan uitbundig, maar zijn naam ken ik nog niet. Onze contacten met de mensen in het dorp zijn heel vriendelijk, maar al die Thaise namen aan al die Thaise gezichten koppelen dat lukt helaas niet. Het zaagblad waar hij mee bezig is kost in de winkel bijna 100 baht, zo'n € 2,80. De bloglezer die anderhalf uur gaat zitten vijlen om nog geen 3 euro uit te sparen mag zich melden. Voor de boeren hier is elke baht die ze niet uit hoeven te geven er één en dus wordt alles wat nog bruikbaar is gebruikt en alles wat gerepareerd kan worden gerepareerd.


Een mooi voorbeeld daarvan zijn ook de vogelverschrikkers. Onmisbaar in deze tijd, want veel vogels zijn dol op de jonge rijst. De vogelverschrikkers hier lenen zich voor een eigen fotoreportage. Er worden oude shirts en jasjes gebruikt, maar ook repen metaal, lappen stof, plastic zakken en noem het maar op. Er zijn zelfs levende vogelverschrikkers. Sommige boeren bivakkeren de hele dag op hun rijstveld en zodra er een vogel landt beginnen zij met een stok op een stuk metaal te slaan, of steken een rotje af. Het mannetje op de foto hieronder was vermoedelijk als vogelverschrikker ingehuurd. Hij zat op zijn stoeltje onder de parasol en als er een vogel in de buurt durfde te komen kwam hij overeind om wild zwaaiend en roepend de vogel op andere gedachten te brengen.

Het is niet zo duidelijk tot waar "onze" straat precies loopt. In de steden hebben de straten wel namen, maar in de dorpen is dat vaak niet het geval. Moe 1 heet het officieel hier, maar een Moe is meer een wijk dan een straat. Nong Noi is een gehucht dat bij het dorp Nong Lom hoort en alles aan onze kant van Nong Lom heet Moe 1, inclusief het volledige gehucht Nong Noi. De huisnummers lijken volstrekt willekeurig over de Moe verdeeld te zijn. 

Als ik op het punt kom waar de grindweg in een betonweg overgaat besluit ik dat daar het einde van onze straat ligt. Ik knip nog even de eenzame ooievaar die net in een bijna kale boom geland is. In het eerste jaar hier zagen we regelmatig vluchten van meer dan 100 ooievaars, maar de laatste 2 jaar zijn het niet meer van die grote groepen.

Als ik onze Baan Din weer voorbij ben kom ik Toey tegen, die zit te bellen in zijn sala. Dat is een afdakje waaronder men beschutting tegen regen of zon kan vinden. Hoewel een sala altijd van iemand is, maakt iedereen er gebruik van. Op dagen dat er op het land gewerkt is kan het er vroeg in de avond een gezellige boel worden, als de zelfgestookte wissekie tevoorschijn wordt gehaald. Later dan 9 uur wordt het niet, want iedereen moet weer vroeg op. De ochtend is nou eenmaal de beste tijd om te werken, omdat het dan nog koel is.

Ik kom langs het huis waar men 2,5 jaar geleden mee begonnen is, maar waarvan de bouw al 2 jaar stil ligt. Ook dat is een typisch Thais verschijnsel. Mensen hebben ineens wat geld na een goeie zakelijke deal, of na het winnen van de loterij, kopen een stuk land en beginnen te bouwen. Dan is het geld op en blijft alles liggen. Soms jaren lang. We hebben geen idee of dit project ooit nog afgebouwd wordt. 

Dan komt de weg weer langs net ondergelopen rijstvelden, waar de vrouw van Toey en twee andere vrouwen druk zijn met jonge aanplant. Waar we eerder zagen hoe een zaagblad optimaal gebruikt wordt zien we op de foto hierboven hoe reclamefolders een tweede leven krijgen. Niet zoals in Nederland via de pulpmolen verwerkt worden tot nieuw papier, maar kunstig aan elkaar geplakt tot er een mooi schaduwhoedje is ontstaan. Je kunt de aanbiedingen nog lezen. Als je tenminste Thais kunt lezen.

Ook Foe werkt mee. Foe is de kleinzoon van Toey. Zijn vader, Toey's zoon, is ruim een jaar geleden overleden, zijn moeder is vertrokken en nu hebben Toey en zijn vrouw de zorg voor Foe en 2 andere kinderen, waarvan er een zwakbegaafd is. Dat moet een zorgwekkend toekomstbeeld zijn voor Toey, in een land waar de ouderen het moeten hebben van de zorg die hun kinderen bieden. In plaats daarvan zullen ze nog ruim 10 jaar zelf de zorg voor kinderen hebben. En dat terwijl ze ongeveer net zo oud zijn als wij.

Bij het gedoetje (zoals Mieke een verzameling bij elkaar horende gebouwtjes pleegt te noemen) van de Mooie Man eindigen de rijstvelden en verdwijnt de weg het dorp in. Daar maak ik daarom maar weer zelf een eindpunt van onze straat van. Het gedoetje staat er pas een maand. Een nog een maand ervoor was er alleen een sala. Heel vaak stond de fiets van de Mooie Man aan de weg en was hij op zijn landje aan het rommelen. Tot hij ineens met bamboe aan de slag ging en met aan stokken geknoopt gras waarmee traditioneel de daken hier werden bedekt. Sindsdien lijkt hij er te wonen. De Mooie Man is eigenlijk een vrij Gewone Man, totdat hij begint te lachen. En zodra hij ons ziet begint hij te lachen, dus wij zien altijd een Mooie Man. Mieke zegt dan iedere keer: "die moet ik toch echt eens fotograferen," maar dat is er nog altijd niet van gekomen. Vandaag was de Mooie Man er niet, anders had ik hem wel geknipt. Nu blijft het voor jullie nog onduidelijk hoe Mooi de Man dan wel niet is. Mocht die foto er alsnog komen, dan zullen we het bewijs leveren.

Er komt een bui aan. Tijd om naar huis te gaan. Wil je alle foto's van onze straat zien, kijk dan op https://www.flickr.com/photos/miquefrancois/albums/72157719609640710.

05 juli 2021

This is Thailand (2)

Het is al weer ruim een jaar geleden dat ik onder de titel This is Thailand een aantal eigenaardigheden beschreef die je als typisch Thais kunt beschouwen. Het zijn dingen die anders lopen dan we in Nederland gewend waren. Volslagen onlogisch soms, of compleet absurd, maar vaak ook aandoenlijk schattig. Dingen die in Nederland tot ongeduld, irritatie en zelfs agressie zouden leiden, maar waar hier niemand van opkijkt. En dat laatste geldt inmiddels ook voor onszelf. Tijd voor een update.

Immigration

Iedere 90 dagen moet een van ons op het immigratiekantoor gaan melden dat we er nog zijn. Sinds een paar jaar kan dat officiëel ook online, maar meestal werkt de website waar dat moet gebeuren niet. Ook deze keer liep de boel vast, dus mocht ik er persoonlijk heen. Bij de online-melding moet je je persoonlijke gegevens en je paspoortnummer opgeven en als alles goed loopt is daarmee de kous af. Maar bij een melding op het immigratiekantoor moet je een formulier TM47 invullen en kopieën meenemen van de paspoortpagina met je pasfoto, de pagina met je visum en de pagina met je laatste verblijfsverlenging, én van de voor- en achterkant van de zogeheten departure card, die je krijgt als je het land binnenkomt. Er mogen geen 2 pagina's/documenten op één kopietje staan en alle kopieën moeten voorzien worden van je handtekening. Na viereneenhalf jaar heeft immigration dus al 18 setjes met dezelfde kopieën van ieder van ons, naast de veel uitgebreidere set kopieën die we ieder jaar moeten aanleveren om onze verblijfsperiode te verlengen.

Tot een jaar geleden werd alles uitvoerig gecontroleerd en van een stuk of wat stempels voorzien, wat al gauw een kwartier kostte, maar tegenwoordig scant de beambte je paspoort, waarna er een volledig ingevuld TM47-formulier uit de printer rolt. Inderdaad, hetzelfde formulier als we zelf al hadden ingevuld, maar als ik ons zonder dat fomulier had gemeld was ik weer teruggestuurd. Alle documenten worden aan elkaar geniet (inclusief 2 dezelfde TM47's), er worden bewijsstrookjes in onze paspoorten geniet en na 5 minuten sta ik weer buiten. Ik snap goed waarom immigration vorig jaar naar een groter gebouw is verhuisd. Al die kopieën pasten natuurlijk niet meer in het oude kantoor. 

Een Thai sprak laatst in 't Drentse Gieten
“ik hou heel erg van nietjes nieten”.
Een dag niet geniet
doet mij veel verdriet,
nee, dan ben ik niet te genieten."

Notaris

Soms ontkom je er niet aan: de notaris. In Thailand is dat geen apart beroep, maar heb je advocaten met notariële bevoegdheid. Net als in Nederland leveren die documenten die zowat standaard uit de computer rollen, maar factureren ze die alsof ze ze nog met kroontjespen hebben moeten uitschrijven. Gelukkig ligt het uurtarief hier een stuk lager dan in Nederland. 

De afspraak was om 14:00 uur in Chiang Mai, op zo'n anderhalf uur rijden, maar de advocaat was er nog niet. Het kon nog een minuut of 5 duren, zei zijn assistent, maar wij konden alvast de papieren tekenen. Alles was al online voorbereid, maar de advocaat wilde graag wel dat we de orginelen zouden meebrengen van alles waarvan we scans hadden gemaild. Die liggen in een bankkluis en daar had ik ze speciaal voor de gelegenheid uitgehaald. Daarbij moest ik mijn paspoort laten zien en in het advocatenkantoor kwam ik erachter dat ik dat niet had teruggekregen. De assistent vroeg niet naar alle andere documenten, maar alleen naar mijn paspoort. Toen ik opbiechtte dat dat op de bank was blijven liggen zei hij dat dat niet zo'n probleem was, want de scans die ik gestuurd had waren van goede kwaliteit. De originele documenten zijn eigenlijk alleen van belang als de scans niet goed leesbaar zijn. Voorwaar een leuke variant op de catch-22. Als ik de documenten niet uit de kluis had opgehaald had ik mijn paspoort bij me gehad. Maar doordat de documenten noodzakelijk waren kon ik mijn paspoort vergeten. Maar achteraf waren de documenten toch niet noodzakelijk, dus had ik mijn paspoort gewoon in mijn tas kunnen houden. Ben ik nog te volgen?

Tegen half 3 waren alle papieren (inclusief ook hier alle kopieën van zelf aangeleverde officiële documenten) getekent. Met een minuut of 5 zou de advocaat er nu wel zijn, zei de assistent. Om 14:58 uur kwam hij binnen. Volgens de Thaise normen nog op tijd, want de 14 zat nog steeds in de klok. Dat moet je ruim zien.

Makro

Ja, je leest het goed. De van oorsprong Nederlandse groothandel zit ook in Thailand. Ik heb nog nooit zo dicht bij een Makro-vestiging gewoond als nu hier in Nong Noi. We proberen die zaak zoveel als mogelijk te vermijden, maar voor sommige dingen, zoals noten en zaden voor in het muesli-ontbijt, kunnen we alleen maar daar terecht. Het ontbijt is eigenlijk de enige maaltijd die we nog westers doen, waarbij we overigens kokosmelk gebruiken in plaats van yoghurt, en er een flinke lading vers fruit in gooien.

Zoals bij alle grote winkels is er eerst een temperatuurcheck. Mocht die onverhoopt te hoog zijn, dan is er geen man overboord. Naast de ingang staan een stuk of wat stoelen, keurig op anderhalve meter van elkaar, en daarvoor staat een reuzeventilator te blazen. Na 5 minuten zitten op zo'n stoel mag je het nog een keer proberen en voor de meeste mensen werkt dat. Echt een veilig gevoel.

Het was ontzettend druk in de Makro en ook bij de kassa stonden lange rijen. Nadat al mijn boodschappen waren gescand pakte het kassameisje het doosje brownies dat ik mezelf cadeau had gedaan. Ze zei iets wat ik niet begreep en liep met de brownies de zaak in. Ze bleef best een tijdje weg, maar kwam op een gegeven moment weer terug met twee doosjes brownies. "Flie" zei ze, hetgeen de verthaiste vorm van het Engelse free is. 

Ik keek wat gegeneerd naar de lange rij wachtenden voor de kassa, maar niemand keer geërgerd. Sterker nog, het leek alsof ze allemaal nog veel blijer waren dat ik een gratis doosje brownies had gehad, dan ik zelf was. Er werd enthousiast geknikt en geglimlacht. Daar werd ik op mijn beurt dan ook weer veel blijer van dan van die extra brownies. Nadat ik de boodschappen in de auto had gezet kwam het oude mannetje dat de karretjes verzamelt meteen aangerend om mijn karretje over te nemen. Ik besloot hem het extra doosje brownies te geven. Terwijl hij met mijn karretje wegliep hoorde ik hem tegen iedereen zeggen dat hij brownies van de falang had gekregen. Zo liet hij een spoor van breed lachende mensen achter op een overvol Makro parkeerterrein.

Goban Hou

De Goban Hou is de bouwmarkt. Eigenlijk heet het Global House, maar dat is voor een Thai onuitspreekbaar. De klankcombinatie gl is gewoon onmogelijk, dus die l skippen ze. En een l op het eind van een woord is natuurlijk echt te zot voor woorden. Iedereen weet dat de eind-l moet worden uitgesproken als een n. Een s als eindletter wordt een t, maar hoe zit het dan als er nog een e achter komt? Ach, geen idee, dus dat se wordt ook maar geskipt. Goban Hou dus.

We hadden er een skippybal gezien en we hadden eerder al eens filmpjes gezien waarin paardjes zich kostelijk amuseerden met zo'n bal. Dus ik ging er eentje halen. Er lag één opgepompt exemplaar bovenop een stuk of wat doosjes waarin ze nog plat verpakt waren. Het leek me wel zo handig om het ding kant en klaar mee te nemen, dus ik liep ermee richting kassa, maar dat ging mooi niet door. Ik werd onverbiddelijk teruggewezen, moest mijn opgepompte bal afgeven en kreeg er een doosje voor in de plaats. 

Gelukkig had ik ooit onthouden dat een pomp in het Thais een pam is, afgeleid van het Engelse pump, maar dan zonder die rare eind-p. Khun mie pam mai, probeerde ik en ogenblikkelijk werd ik meegetroond naar een vitrine waarin feesttoeters leken te hangen. Een medewerker haalde er een toeter uit, prikten hem op de bal en begon driftig te pompen. Er gebeurde niks met de bal. Na een paar minuten gaf hij het op en liep weg met de nog altijd platte skippybal. Ik bestudeerde de feesttoeter, die volgens het etiket inderdaad een pompje bleek te zijn. Maar als ik mijn vinger op het gaatje hield en begon te pompen werd de lucht gewoon van achteren aangezogen en afgevoerd. Typisch Thais pompje zogezegd.

De medewerker kwam weer terug met de skippybal, die hij ergens had weten op te pompen. Hij vroeg of ik het pompje er nog bij wilde kopen, maar dat heb ik beleefd afgewimpeld. En zo liep ik even later dan alsnog met een opgepompte skippybal naar buiten. Maar wel met een uit een doosje. Want zomaar zo'n losse bal meenemen dat kan natuurlijk niet. Dat snap ik ook wel.