16 oktober 2018

World of Toey

Buurman Toey komt het erf oprijden op zijn brommer van minstens 25 jaar oud. Zoals veel Thai heeft hij aan de zijkant een laadbak gelast met een 3e wiel eraan. Een soort zijspan, maar dan niet om comfortabel in te zitten, maar om spullen in te vervoeren. Toey's bakkie is meestal goed gevuld. Waarmee hangt af van wat hij gaat doen. Alleen de gloeilamp die aan een stokje boven de bak bungelt is er altijd. Toen we naar de grond kwamen kijken was Toey de eerste die stopte en wilde weten wat die vreemde falang in Nong Noi zochten. Blijkbaar maakten we een goede indruk, want hij zou onze dakconstructie gaan maken en de vloer storten, maar kreeg toen onverwacht opdracht om een markt in het dorp te bouwen. Dat was een grotere opdracht, dus die ging voor. De brommer was in die maanden een rijdende gereedschapskist.


Nu is het rijsttijd en is de functie van de brommer daar aan aangepast. Maar vanmiddag liggen er  zwarte doeken en een bosmaaier op de bak. Verder een schep aan een lange steel en een of andere koker met allemaal gaatjes erin. Toey is namelijk niet alleen bouwvakker en rijstboer, maar heeft ook een aantal koeien. Zolang er geen rijst verbouwd wordt grazen die in wat nu de rijstvelden zijn. Maar zodra de rijst geplant is moeten de koeien ruimte inleveren. Omdat ze dan zelf niet genoeg gras kunnen vinden moeten ze worden bijgevoerd. Ons landje is 10 jaar lang niet gebruikt door de eigenaar, en hier betekent dat dat de buren het gewoon kunnen gebruiken om koeien te weiden en gras te oogsten. Dat hebben we met onze komst dus even flink verstoord, maar het is ook weer heel Thais om dat gewoon als gegeven aan te nemen en de nieuwe bewoners met open armen te ontvangen. We hebben Toey wel gezegd dat hij het gras mag hebben. Vooral nu ik in de nasleep van mijn ziekenhuisavontuur nog geen zware lichamelijke arbeid mag doen, komt dat heel goed uit, want hij komt het zelf maaien. Dat gaat niet zoals in Nederland, waar een heel veld gemaaid wordt, en dan gedroogd en als hooi opgeslagen. Nee, Toey maait af wat hij op dat moment nodig heeft. Gelukkig zijn wij geen mensen van de strakke gazonnetjes, want door deze manier van werken zijn sommige delen van het landje kort gemaaid terwijl het gras in andere delen flink lang is. Mai pen rai.



Als het gras gemaaid is harkt Toey het op rillen. Soms laat hij het dan tot de volgende dag liggen, maar vandaag laadt hij het meteen op. Dat wil zeggen: hij spreidt een zwarte doek uit en vult die met het gemaaide gras. Dan knoopt hij de doek vernuftig dicht en tilt hem op zijn brommer. Hij stapelt de balen zodanig op dat hij een stuk of 6 balen gras kan meenemen. Zijn brommer komt dan nog met de grootste moeite van zijn plaats, maar het lukt altijd weer om weg te komen.



Meestal vertrekt Toey uiterlijk een kwartiertje nadat hij gestopt is met maaien. Maar nu was het misschien al een uur stil en stond zijn brommertje nog steeds in de wei. Mieke ging maar eens even kijken en zag toen waarom de schep en de koker met gaatjes waren meegekomen. In de wei verschenen de afgelopen tijd overal kleine zandbultjes met ronde gaatjes erin, waarvan we ons al hadden afgevraagd wat er woonde. Slangetjes, hadden we bedacht, maar dat bleek niet te kloppen. Het gaat om een soort krekels die door de mensen hier als een absolute lekkernij worden beschouwd. Toey wist ze met behulp van zijn schep op een handige manier uit hun hol te krijgen en stopte ze dan in de koker. Dat wordt smullen straks.




Op het stukje dat hij vandaag uitkoos om te maaien lag nog wat spul dat aan de kant geschoven moest worden. Daar was onder meer een kuubzak bij; een grote blauwe zak waar we flinke ladingen rijstkaf in vervoerd hebben van Nang Lae naar Nong Noi. Toey stond er belangstellend bij te kijken en liet desgevraagd weten het ding wel te willen hebben. "You give me?" vroeg hij voor de zekerheid. Hij heeft een paar jaar in een van de golfstaten gewerkt en daar een beetje Engels leren praten. Het is niet veel, maar nog altijd veel meer dan ons Thais en met behulp van handen en voeten genoeg om elkaar te begrijpen.



Een paar dagen geleden had hij ook al eens geïnformeerd wat we met de paar meter afrastering deden die overbodig was geworden toen de poort is geplaatst. Daar had hij wel een goede bestemming voor, dus ook die verdween in zijn bakkie.


Tegenwoordig fietsen we op onze gloednieuwe fietsen naar het plaatselijke restaurantje om daar te eten. De fietsen waren spotgoedkoop (ongeveer 75 euro) en de maaltijden kosten zo weinig dat je er zelf haast niet voor kan koken (ongeveer 1 euro). We hoeven er dus geen moment over na te denken of we ons dat wel kunnen permitteren. Op weg naar het dorp passeren we de sala, zeg maar het open hutje, van Toey, waar een paar mensen bezig zijn de zelf gevangen krekels en vis op een houtskoolvuurtje te grillen. Hun fietsen ogen nog ouder dan Toey's brommer. Dan dringt het besef weer eens goed door wat een rijkelui we eigenlijk zijn, ondanks een klein pensioen en straks een aantal jaren korting op de AOW. Want voor veel mensen is het uitsparen van 1 euro door zelf je eten te vangen geen sport, maar gewoon noodzaak. En voor diezelfde mensen is een spotgoedkope fiets nog veel te duur.

In Nederland wordt veel geklaagd over de afbraak van voorzieningen en de bevriezing van pensioenen, terwijl we vergeleken met Toey zowat allemaal stinkend rijk zijn. Als er iemand recht heeft om te klagen is het Toey wel. Maar die klaagt niet, maar biedt me een "wissekie" aan als ik langs kom fietsen. Zelf gestookt.