19 november 2017

Water en licht

Water, dat zou geen enkel probleem zijn op ons landje. Met een put van een metertje of 30 zouden we er wel zijn. Met al die onder water staande rijstvelden en de kanaaltjes langs de weg leek dat inderdaad vanzelfsprekend. Tot geleidelijk aan duidelijk begon te worden dat het bruikbare water toch wat dieper zat dan verwacht. We hadden ons inmiddels al voorbereid op zo'n 100 te boren meters, toen op een feestje iemand wist te vertellen dat "vrienden van" die in hetzelfde gebied woont meer dan 200 meter diep hadden moeten gaan.

Omdat verhalen van iemand die iemand kent die iemand kent die ergens woont die iets heeft meegemaakt meestal in de loop van het doorvertellen flink worden aangedikt namen we dat nog met een paar korrels zout. Totdat we bij de puttenboorder zaten, die na enig doorvragen vertelde dat hij toch minstens wel zo'n 150 te boren meters verwachtte. Vanwege die flinke diepte vond hij een 4 inch pijp wat te storingsgevoelig en adviseerde hij dringend de, uiteraard duurdere, 5 inch. En al even uiteraard kon hij niet garanderen dat hij op 150 meter diep al in het water zat. Het kon ook 200 of 250 meter worden. Stoppen op 150 meter kan, maar dan worden we wel geacht die boormeters te betalen, helaas dan zonder dat we een betrouwbare werkende bron hebben.

Dat was dus even slikken. De puttenboorder sprak geen Nederlands, maar begreep uit het overleg tussen Mieke en mij wel dat hij de opdracht wel eens mis kon gaan lopen. Hij probeerde alsnog de goedkopere 4 inch pijp in de strijd te werpen. Helaas had hij zo goed beargumenteerd waarom dat onverstandig was, dat dat voor ons geen optie was, nog afgezien van dat het open einde qua diepte sowieso een te groot risico vormde, ook bij de goedkopere pijp. Zijn vrees was terecht. De put werd afgeblazen.

We konden nu natuurlijk zelf in de put gaan zitten, maar daarmee zouden we nog steeds geen water naar boven kunnen krijgen. Dus werd het een avondje zoeken naar alternatieven, met als resultaat een oplossing die zo voordehandliggend is dat we ons verbaasd afvroegen waarom we dat niet meteen hadden bedacht: regenwater. Er valt hier meer dan genoeg, alleen niet zo mooi verspreid over het jaar. Er is dus een flinke opslagcapaciteit nodig, maar die is in prijs altijd nog slechts een fractie van de kosten van een diepe put. Er is inmiddels al veel praktijkervaring mee opgedaan, en die is positief.

Inmiddels hadden we ook eens geïnformeerd of we niet gewoon een aansluiting uit Nong Noi, het gehucht dat op zo'n 400 meter van ons landje ligt, konden krijgen. Dat kon, als we zelf materiaal en arbeid wilden betalen. Dat wilden we wel, want de kosten daarvan zijn weer een stuk lager dan die van het regenwateropvangsysteem.

Gisteren bewees de pickup zijn diensten dus weer eens, toen er 400 meter waterleidingpijp opgehaald moest worden. De Thaise bouwmarkt blijft ons verbazen. Waar je in de Gamma of Praxis de meeste tijd kwijt bent met zoeken naar een personeelslid dat je kan helpen, moet je hier oppassen dat je er niet over struikelt. Meestal staan ze in groepjes bij elkaar te ouwehoeren, of zitten ze op de grond op hun mobieltjes te staren. Maar als je ergens geïnteresseerd gaat staan kijken komen er wel meteen een of meer kijken of ze kunnen helpen.


En helpen, dat is hier ook echt helpen. De dag ervoor hadden we een bosmaaier gekocht. Die krijg je niet in de doos mee; nee, die wordt ter plekke gemonteerd en daarna wordt midden in de winkel de benzinemotor gestart om te kijken of hij het wel doet. Zoals je ziet is er een ploeg van 3 man en 1 vrouw mee bezig, waarbij "bezig" overigens een andere betekenis heeft dan we gewend zijn. De verkoper van de waterleidingpijp trommelde een ploegje van 3 helpers op en de rollen werden netjes voor me opgeladen en vastgesjord. Hoewel je hier soms pickups ziet rijden met een lading van een metertje of 4 hoog, besloten ze wel dat deze farang niet meer dan 4 rollen tegelijk mee mocht nemen. Het moest dus in twee keer, en ook de tweede lading werd door dezelfde ploeg enthousiast vastgezet. Kom daar maar eens om bij de bouwmarkt in Nederland.


Met hak en houweel werd de bijna 400 meter geul van Nong Noi naar de dichtstbijzijnde hoek van ons landje uitgehakt. Een zware klus in de brandende zon. Waar de grond zo hard was dat er extra tijd nodig was om erdoor te komen, werd tijdelijk een parasolletje geplaatst.


Ondertussen werd duidelijk dat een ondiepere put wel degelijk zin had voor het bewateren van de tuin. Het ondiep gevonden water is wel  minder zuiver en de bron kan droog vallen, dus als enige watervoorziening is het onbetrouwbaar, maar in aanvulling op het "stads"water kan het prima. De ondiepeputtenslager kon meteen aan de slag. Een prachtig schouwspel om de ploeg aan het werk te zien. Nederlanders referen graag aan het feit dat ze "keihard gewerkt hebben" om zo de grote welvaart waarin we leven te rechtvaardigen. Als dat echter de rechtvaardiging is, verdienen de Thaise werkers een veel grotere welvaart en een dubbel zo hoge AOW.


En zo vielen alle stukjes netjes op hun plaats en heeft ons landje sinds gisteren een waterbron én een aansluiting op het waterleidingnet. De regenwateropvang komt er ook nog wel, maar de opslagcapaciteit daarvoor kan een stuk omlaag, zodat we alsnog keurig binnen het totale waterbudget blijven.

Nu hopen we dat zich voor de stroomvoorziening een zelfde scenario ontwikkelt. Aansluiten op het net kost een astronomisch bedrag, nou ja, voor Thaise begrippen dan, maar op dat punt zijn we al behoorlijk ingeburgerd, dus ook wij spreken van astronomisch. De plannen voor zonne-energie liggen daarom al klaar. Ien, de buurboer, is echter de buurt aan het rondgaan om steun te krijgen voor een verzoek om de boerenpercelen aan te sluiten op het elektranet. Als hij een boer of 10 weet te interesseren wordt dat via een voordelige regeling geregeld. In dat geval komt de stroomvoorziening langs ons landje te lopen en wordt de aansluiting ineens betaalbaar. Ook dan gaan we zonnepanelen installeren, maar hoeven we minder opslagcapaciteit in de vorm van peperdure accu's te hebben.


Kortom, er is van alles gaande. De mooie luchten krijgen we er trouwens helemaal gratis bij.