Omdat verhalen van iemand die iemand kent die iemand kent die ergens woont die iets heeft meegemaakt meestal in de loop van het doorvertellen flink worden aangedikt namen we dat nog met een paar korrels zout. Totdat we bij de puttenboorder zaten, die na enig doorvragen vertelde dat hij toch minstens wel zo'n 150 te boren meters verwachtte. Vanwege die flinke diepte vond hij een 4 inch pijp wat te storingsgevoelig en adviseerde hij dringend de, uiteraard duurdere, 5 inch. En al even uiteraard kon hij niet garanderen dat hij op 150 meter diep al in het water zat. Het kon ook 200 of 250 meter worden. Stoppen op 150 meter kan, maar dan worden we wel geacht die boormeters te betalen, helaas dan zonder dat we een betrouwbare werkende bron hebben.
Dat was dus even slikken. De puttenboorder sprak geen Nederlands, maar begreep uit het overleg tussen Mieke en mij wel dat hij de opdracht wel eens mis kon gaan lopen. Hij probeerde alsnog de goedkopere 4 inch pijp in de strijd te werpen. Helaas had hij zo goed beargumenteerd waarom dat onverstandig was, dat dat voor ons geen optie was, nog afgezien van dat het open einde qua diepte sowieso een te groot risico vormde, ook bij de goedkopere pijp. Zijn vrees was terecht. De put werd afgeblazen.
We konden nu natuurlijk zelf in de put gaan zitten, maar daarmee zouden we nog steeds geen water naar boven kunnen krijgen. Dus werd het een avondje zoeken naar alternatieven, met als resultaat een oplossing die zo voordehandliggend is dat we ons verbaasd afvroegen waarom we dat niet meteen hadden bedacht: regenwater. Er valt hier meer dan genoeg, alleen niet zo mooi verspreid over het jaar. Er is dus een flinke opslagcapaciteit nodig, maar die is in prijs altijd nog slechts een fractie van de kosten van een diepe put. Er is inmiddels al veel praktijkervaring mee opgedaan, en die is positief.
Inmiddels hadden we ook eens geïnformeerd of we niet gewoon een aansluiting uit Nong Noi, het gehucht dat op zo'n 400 meter van ons landje ligt, konden krijgen. Dat kon, als we zelf materiaal en arbeid wilden betalen. Dat wilden we wel, want de kosten daarvan zijn weer een stuk lager dan die van het regenwateropvangsysteem.
Gisteren bewees de pickup zijn diensten dus weer eens, toen er 400 meter waterleidingpijp opgehaald moest worden. De Thaise bouwmarkt blijft ons verbazen. Waar je in de Gamma of Praxis de meeste tijd kwijt bent met zoeken naar een personeelslid dat je kan helpen, moet je hier oppassen dat je er niet over struikelt. Meestal staan ze in groepjes bij elkaar te ouwehoeren, of zitten ze op de grond op hun mobieltjes te staren. Maar als je ergens geïnteresseerd gaat staan kijken komen er wel meteen een of meer kijken of ze kunnen helpen.
Nu hopen we dat zich voor de stroomvoorziening een zelfde scenario ontwikkelt. Aansluiten op het net kost een astronomisch bedrag, nou ja, voor Thaise begrippen dan, maar op dat punt zijn we al behoorlijk ingeburgerd, dus ook wij spreken van astronomisch. De plannen voor zonne-energie liggen daarom al klaar. Ien, de buurboer, is echter de buurt aan het rondgaan om steun te krijgen voor een verzoek om de boerenpercelen aan te sluiten op het elektranet. Als hij een boer of 10 weet te interesseren wordt dat via een voordelige regeling geregeld. In dat geval komt de stroomvoorziening langs ons landje te lopen en wordt de aansluiting ineens betaalbaar. Ook dan gaan we zonnepanelen installeren, maar hoeven we minder opslagcapaciteit in de vorm van peperdure accu's te hebben.
Kortom, er is van alles gaande. De mooie luchten krijgen we er trouwens helemaal gratis bij.