22 december 2017

Koude Thai en warme farang

Ook in Thailand is het winter. Vroeger moesten we altijd een beetje grinniken om die Thai die bij 25 graden een vest aantrokken en een muts op zetten. Vandaag liep ik al een tijdje met mijn vest aan, toen ik eens op de thermometer keek: 25 graden. Koud hoor. De afgelopen twee ochtenden was het 's morgens vroeg maar net 10 graden. 's Nachts hebben we zo maar een dekbed nodig. Echt afzien hier.

Vanmorgen waren we op zoek naar een stofje om als gordijn te kunnen gebruiken. Sommige winkeltjes op het marktje op Robwiang, bij de klokkentoren, waren al open, dus we namen daar ook een kijkje. Er zat niet bij wat we zochten, maar er hingen wel wat leuke rokjes waar nog naar gekeken moest worden. Intussen zag ik dat de uitbaatster rillend in haar handen stond te blazen. Het was ook maar 18 graden. Wat doe je dan als farang met warme handen?


Uiteindelijk hebben we nog wel een rokje gekocht. Mijn warme gebaar betaalde zich uit in een korting van 20 baht. Zo begon de dag voor iedereen met een warm gevoel.

16 december 2017

I did it Thai way

Om de dag rijden we nu aan het eind van de middag even naar het landje om de net geplante planten water te geven en even van het landschap in het laatste licht van de dag te genieten. Ondanks dat Nong Noi een gehucht van een paar huizen is, ligt er een restaurant van respectabele afmetingen. De weg waaraan het ligt is een zijweg van de 1039, de grote weg van Lampang naar Hang Chat. Veel toevallige voorbijgangers zullen er niet komen. Vandaag vonden we dat we als aanstaande dorpelingen toch maar eens het restaurantje moesten proberen. Bingo! Laat het nou een van de lekkerste Thaise eettentjes blijken te zijn waar we ooit gegeten hebben.


De eigenaar/kok en zijn vrouw hadden we tijdens de crematieceremonies vorige week al ontmoet. Ze spreken een klein beetje Engels en wij wat minder Thais, maar met elkaar kwamen we wel uit de menukaart. Zo goed en zo kwaad als het ging wisten we toch een aardig gesprekje met ze te voeren en de uitnodiging om een keer overdag de tuin te komen bekijken is al op zak. Intussen aten we een goddelijke tom yam kung met een paar enorme king prawns en iets wat uiterlijk een beetje op larb leek, maar het niet was, en ook zeer goed smaakte. Lekker dat dat straks zo maar bij ons om de hoek ligt.

(Deze zomer hielp Nei mee met rijstkaf scheppen voor het proefbouwsel)
Vandaag hebben we ook een begin gemaakt met ons deel van de bouwwerkzaamheden. Hier in Nang Lae is een hele kleine rijstmolen. De eigenaar zit altijd in zijn tuin houten schalen en andere objecten te maken, die vermoedelijk hun weg vinden naar een van de winkels langs de snelweg, of naar een bedrijf dat Thailand-souvenirs verkoopt. We zijn er vanmorgen binnengelopen om te vragen of we rijstkaf mochten hebben. Dat afvalproduct van de rijstproductie vormt namelijk de basis van de muren van ons huis. We mochten onze zakken komen vullen en zo staat de eerste 3 vierkante meter aan toekomstige muur inmiddels in onze kelder.


Uiteindelijk worden ze tegen een van bamboe gevlochten frame geplaatst en daarna met leem afgesmeerd. Voor het zover is moeten we nog een keer of 10 eenzelfde hoeveelheid zakken vullen. Zo'n hoeveelheid kan de plaatselijke rijstmolen niet leveren, maar gelukkig staat in Nong Noi een hele grote rijstmolen die graag van het kaf afwil dus daar kunnen we straks het nodige ophalen.

(De foto is van een proef-hutje dat we hier in Nang Lae aan het bouwen zijn)
De communicatie met de mensen in Nang Lae en Nong Noi verloopt nog grotendeels met handen en voeten en google translate, maar het gaat wel steeds beter. Zo weten we nu dat de mevrouw van het restaurant drie dochters heeft en geen zonen. Ik probeerde haar vervolgens te vertellen dat ik de jongste ben van 4 zonen, in een gezin zonder dochters. Het Thais kent een aparte benaming voor oudere broers en jongere broers, en na mijn houterige phom phie chaay saam (dat zal ongetwijfels anders gezegd moeten worden) zei ze "you youngest!" De boodschap was dus in mijn Nederthais toch blijkbaar overgekomen.

Waar de taal nog wel een tijdje problemen op zal leveren, gaat het inburgeren op andere gebieden voorspoedig. Klusjes, bijvoorbeeld. Hier wordt een probleem vaak op de makkelijkste wijze opgelost, ook als dat betekent dat de oplossing niet duurzaam is. Nu hebben, of beter gezegd hadden, we een waterprobleem. Sinds we terug zijn van 3 weken tijdelijk wonen in Lampang doet de watervoorziening het nog maar 1 of 2 uur per dag, meestal vroeg in de avond. Zodra we horen dat de stortbak van het toilet weer begint te vullen, het signaal dat er weer water is, racen we naar de badkamer voor een was-/douchebeurt. Gelukkig had de huiseigenaar tijdens onze afwezigheid de pomp in de tuin gerepareerd en is er wel de hele dag water vanuit een tappunt in de tuin. Ik had al een provisorische buitendouche geknutseld, maar het bleef onhandig, vooral het afwassen, dat buiten op de grond moest gebeuren.

Gisteren realiseerde ik me ineens dat een ander tappunt in de tuin niet op die pomp, maar op de dorpswaterleiding was aangesloten. Dat leidde tot Thaise oplossingsgerichtheid. Ik bedacht dat als ik de twee tappunten met elkaar zou verbinden, ik het pompwater via omgekeerde weg in mijn waterleiding zou moeten kunnen pompen. Vandaag heb ik met een simpele tuinslang die verbinding gemaakt, van beide tappunten de kranen opengezet en voilà: de stortbak begon vol te lopen en de douche had nog nooit eerder zo veel druk. Uiteraard heb ik de hoofdkraan bij de watermeter dichtgezet, anders zou ik het hele dorp van water gaan voorzien. De oplossing is allesbehalve duurzaam, maar omdat we hier toch maar tijdelijk wonen en geen zin hebben om geld te steken in de slecht onderhouden woning, is het voor ons prima. De slang kunnen we straks gewoon afkoppelen en in het nieuwe huis gebruiken.


I did it Thaiiiiiiiiii wayyyyyyyyy!


10 december 2017

Een crematie in Nong Noi

Een sterfgeval in Nong Noi, het gehucht dat het dichtst bij ons landje ligt. Een jongen van 19 is bij een motorongeluk omgekomen. Dat Thailand de treurige eer heeft in de top 3 van landen met de meeste verkeersslachtoffers te staan, heeft vrijwel volledig te maken met de populariteit van de motorfietsen (een "brommer" van minder dan 50cc vind je hier niet) en het gebrek aan degelijke rij-opleiding. 80 kilometer per uur, geen helm op, geen licht, links en rechts om het andere verkeer heen scheurend, het kan hier allemaal. En heel vaak blijkt het dan ineens niet te kunnen. Of blijkt een automobilist, waarvan de rijopleiding vooral uit een kleurentest, een reactietest en het bekijken van een video bestaat, te vinden dat auto's altijd voorrang hebben op motoren of dat een motor als tegenligger absoluut geen reden is om te wachten met inhalen. En dan zijn er natuurlijk nog de vele loslopende honden en de onverwachte diepe gaten in de weg die de motorrijder doen lanceren. Zonder de vaak heel jonge motorslachtoffers zou Thailand in de ongevalstatistieken een aardige middenmoter zijn.

De jongen was familie van Tui, onze buurman die ook de nodige klusjes uitvoert, zoals het uitgraven voor en storten van de fundering en vloer, en het bouwen van de basisconstructie. Omdat Nong Noi, dat misschien zo'n 20 huizen telt, de gemeenschap is waar we straks deel van gaan uitmaken en iedereen daar ons inmiddels al kent of op zijn minst over ons gehoord heeft, vinden we dat we acte de présence moeten geven.

Woensdagavond was de eerste ceremonie, in het ouderlijk huis van de jongen. Er was een grote tent aangebouwd met plaats voor het hele dorp, zo'n 100 man schat ik. Bij binnenkomst schalt er Thaise disco knoerthard uit de speakers. We worden heel hartelijk welkom geheten door de ouders, die we met handen en voeten en ons ingestudeerde zinnetje onze deelneming betuigen. Dan worden we naar de voorste rij gedirigeerd om daar plaats te nemen.

Voor ons op de grond is nog een vak waar de naaste familie gaat zitten, en daarachter een kleine verhoging. Na een half uurtje stopt de disco en komen vier monniken binnen die op de verhoging plaatsnemen. Een man die we maar de uitvaartleider zullen noemen spreekt en chant voor ons niet te volgen teksten. Soms neemt een van de monniken het over. Intussen is het in de tent een tamelijk geanimeerde bedoening. Er wordt rondgelopen, met elkaar gepraat, facebook gecheckt, foto's gemaakt en appjes verstuurd. Een deel van de aanwezigen volgt de ceremonie wat meer nauwgezet, en we zien al snel dat het op sommige momenten de bedoeling is je handen samen te brengen. Tui is intussen achter ons komen zitten en heeft de rol van persoonlijke begeleider op zich genomen. Als ik iets te laat ben klinkt "khun Frenk: hands" van achter en als Mieke haar handen wat te lang bij elkaar houdt is het : "hands okay now, khun Mik".

Op de momenten die echt belangrijk zijn stopt overigens iedereen met praten, appen, rondlopen en andere activiteiten en brengt devoot de handen bij elkaar.

Als de ceremonie voorbij is komen de ouders nog een keertje ons heel erg bedanken dat we gekomen zijn. Het is in Nong Noi nog nooit eerder voorgekomen dat er farang bij een dorpsevenement aanwezig waren. Wij bedanken op onze beurt de ouders omdat we deel mochten uitmaken van de ceremonie en betuigen nogmaals onze deelneming. De jongen blijkt hun enige kind geweest te zijn. Met de dood wordt in het Boeddhisme anders omgegaan dan in het westen, maar dat laat onverlet dat het verlies van je enige kind ook hier een traumatisch gebeuren is. Je leven staat van de ene op de andere minuut op zijn kop, en dat is de arme ouders aan te zien.

Zaterdagmiddag was de crematie. Zowat elk dorp in Thailand heeft een crematorium. Qua vorm doet het vaak denken aan een kleine tempel, maar met een schoorsteen eraan. Daarnaast ligt dan een grote overdekte vloer, soms met vaste banken. In Nong Noi is het crematorium nog helemaal open; het is meer een podium op een grote open plek, met daarnaast wel de overdekte plaats voor de bezoekers. De voorste rijen, met plastic stoeltjes, zijn nu bestemd voor de notabelen. Daarachter staan betonnen bankjes voor de gewone mensen, waartoe wij gelukkig ook blijken te behoren.

De ceremonie van vandaag draait voor een groot deel om offers die in de vorm van giften aan de monniken worden gebracht. Telkens wordt er iemand naar voren geroepen om daar iets overhandigd te krijgen dat vervolgens bij een monnik moet worden neergelegd. Pong heeft ons er intussen op voorbereid dat ook wij aan de beurt komen en geeft ons gelukkig ook een seintje als het zo ver is. Wij hebben dan alvast kunnen bekijken wat er van ons verwacht wordt. Ik loop naar de tafel waar de offers overhandigd worden, neem met een wai en buiging een envelop in ontvangst en laat me dan door een soort ceremoniemeester de juiste monnik aanwijzen. Met mijn lengte en weinig atletische figuur is het onmogelijk om me kleiner dan de zittende monnik te maken, maar met een buiging en wai denk ik mijn goede intentie wel duidelijk te maken en leg ik mijn envelop op de flinke stapel offers die er al ligt.

Dan mogen de notabelen een extra grote gift ophalen en die op een speciale tafel leggen, waar ze vervolgens achter blijven staan. De monniken komen nu van hun plaats om de notabele giften van die tafel te halen.

Als het hele ritueel achter de rug is, is het tijd voor de verbranding. Eerst lopen we allemaal nog langs het altaartje, zoals ik het maar even noem, met het lichaam van de jongen, om eer te betonen. We krijgen ter herinnering een sleutelhanger-met-zaklampje mee. Dan knallen er rotjes, gieren gillende keukenmeiden, er worden vuurpijlen gelanceerd. Vrienden van de jongen starten hun motoren en laten ze op volle kracht draaien. Onder hels kabaal, en met veel gekleurde rook en draaiende lichten staat het altaartje ineens volledig in brand. Een enorme wensballon wordt opgelaten, die onderweg naar boven ook nog allerlei vuurwerk ontsteekt. Als we ons weer omdraaien zijn alle stoelen al verdwenen en is de tent al grotendeels afgebroken. De helft van de bezoekers is al verdwenen en de andere helft is druk met opruimen.

De ingetogen sfeer die we in Nederland kennen, en die ons de term "grafstemming" heeft gebracht, is hier niet zichtbaar of voelbaar. Als de moeder na afloop nog even komt waien en handen schudden zijn de tranen echter zichtbaar en onder de warme knuffel houdt Mieke het ook niet droog. Ontroerend om hier deel van uit te hebben mogen maken.

02 december 2017

Farang kunnen niks

Farang weten niks en kunnen niks. Dat is hier algemeen bekend. Als er iets gemaakt moet worden is daar echt een Thai voor nodig. Neem nou khun Frenk. (Omdat François voor de meesten hier echt niet uit te spreken is, hebben ze me maar khun Frenk gedoopt.) Khun Frenk en khun Mik hadden de 14 meter lange vlaggen van Marieke Jacobs meeverhuisd naar Thailand, met de bedoeling er hun nieuwe woonplek mee op te sieren. Nu de grond overgedragen was, het hek geplaatst en de bouw van start ging, was het een mooi moment om  de daad bij het woord te voegen.

Hier in Thailand hoeft khun Frenk de benodigde 7 meter lengte niet met twee bamboestokken aan elkaar te knutselen. Bamboes van 7 meter of langer zijn er in overvloed. Alleen zijn ze onderaan wel wat breder dan de Nederlandse dunnetjes, dus de buizen waarmee ze in de grond moesten, waren voor de Thaise bamboe helaas te dun. Gelukkig had Pong nog een stuk ijzeren pijp liggen en was zijn schoonzoon zo vriendelijk dat even in twee stukken te zagen.

Op een mooie ochtend ging khun Frenk, gewapend met zijn machete, de natuur in, op zoek naar een bamboe van minimaal 7 meter lang, die onderaan niet dikker was dan 5 centimeter. Al snel bleek dat 7 meter hoogte inschatten lastiger is dan je denkt, zeker als je recht omhoog kijkt. De eerste bamboe waar khun Frenk mee thuiskwam was dan ook slechts 6,50 meter. Voortschrijdend inzicht werkt echter zelfs bij khun Frenk, en de tweede stengel was ruimschoots lang genoeg. Alle zijtakken werden er afgeslagen en de knoesten moesten het eveneens ontgelden. Daarna werd de bamboe op de goede lengte afgezaagd, waarna deze in de schacht van de eerste vlag werd gestoken. Khun Frenk had een van de ijzeren pijpen een stuk de grond in geslagen en tilde nu de bamboe met vlag op om het geheel in de pijp te kunnen laten zakken. Dat ging allemaal geheel volgens plan.


Khun Mik was intussen thuisgekomen en helemaal enthousiast over het werk van khun Frenk. Dat gaf hem extra energie, dus hij toog wederom de jungle in om een bamboe van de juiste afmetingen te scoren. Ook deze werd ontdaan van uitsteeksels en op maat gezaagd. Op naar het nieuwe landje nu. De Hilux bewees weer eens zijn nut, want de lange stengels konder er prima mee vervoerd worden.

Op het landje werd druk gegraven voor de fundering. Pong en buurman Tui waren er ook en begonnen meteen enthousiast de bamboes van de Hilux te halen. Al even enthousiast gingen ze met een vuistje de ijzeren pijpen de grond in meppen. Toen khun Frenk met het stuk hout aan kwam zetten dat hij gebruikt had om het ijzer niet te beschadigen bij het hameren, was het al te laat. De randen van de pijpen waren naar binnen gekruld.

Het gevolg laat zich raden: de bamboes pasten niet meer. Grote hilariteit. Die farang zijn echt zo onhandig. Komen ze met een te dikke bamboe aan, de sufferds. Gelukkig zijn de Thai niet voor één gat te vangen. Met de machete kapten ze handig wat van de buitenkant van de bamboes weg en voila. Nu paste het tenminste.


Khun Frenk en khun Mik schoven de vlaggen om de stelen en met vereende krachten werden deze overeind gezet en in de pijpen geschoven. Een mooi wit wolkje en de bijna volle maan zorgden er voor dat het een extra mooi plaatje werd. Daar werden khun Frenk en khun Mik heel gelukkig van. Net als van alle hulp die ze gekregen hadden. Want khun Frenk en khun Mik zijn immers farang. Die redden het niet alleen.