05 november 2022

De kluizenaar en de verdwenen boom

Ik ben al bijna 2 weken vrijgezel. Schrik niet, dat is maar tijdelijk. Mieke is momenteel elders even harder nodig dan hier, en daar heb ik me zonder morren naar gevoegd. Het is wel een aardig experiment ook. Normaal gesproken zijn we zo'n onafscheidelijk stel dat je altijd samen ziet. Dat is eigenlijk al zo sinds ik in 2007 een klein huisje huurde op het Brabantse platteland bij Boxtel. We hadden elkaar een paar maanden eerder ontmoet en Mieke kwam kijken waar ik neergestreken was. Ze is niet meer weggegaan. Mijn langste alleenzijn sindsdien was in datzelfde jaar 2007, toen Mieke met haar goede vriend Paul 3 weken naar Tibet ging om mee te reizen in het gevolg van de Tibetaanse Gosok Rinpochee. Die had toestemming van de Chinese autoriteiten gekregen om een pelgrimage door zijn geboortestreek te maken. Een unieke gebeurtenis, vermoedelijk ingegeven doordat China het jaar daarop de Olympische Spelen organiseerde en zich even van de beste kant probeerde te laten zien. Inmiddels weten we dat deze openheid van korte duur was en het voor de Tibetanen alleen maar slechter is geworden. 

Tibet, 2007 (bekijk de hele serie van Mieke's foto's op www.flickr.com/photos/miquefrancois/albums/72177720298028691)

Zo'n onverwachts vrijgezellig bestaan zorgt voor gemengde gevoelens. Zelfs als je zo onafscheidelijk bent als wij heeft het iets aantrekkelijks om een tijdje helemaal je eigen gang te kunnen gaan, zonder je van wie dan ook iets aan te hoeven trekken. Maar tegelijkertijd is er het besef dat landje en beestenboel voor veel werk zorgen, dat je nu ineens in je eentje moet doen, en dat ook koffie drinken, eten en naar bed gaan eenzame bezigheden zullen zijn.

De eerste dagen heb ik als kluizenaar doorgebracht. Alleen voor de Thaise taalles ging ik eruit, en om een maaltje te halen bij het plaatselijke restaurantje. Al snel realiseerde ik me waarom we altijd alles samen doen: als je eenmaal een Mieke hebt wil je gewoon niet meer zonder. Het werd saai in mijn eentje en na ruim een week besloot ik te gaan doen wat vrijgezelle mannen geacht worden te doen: een pizza eten in de stad. Daarna hoorde ik me natuurlijk in het nachtleven te storten, maar de dag duurde al lang genoeg en kluizenaars zie je zelden in hippe clubs. Dus ik reed al gauw weer terug naar huis.

Het was zo goed als donker toen ik ons straatje indraaide. Buurman Toey had een heel gezelschap in zijn sala en gebaarde dat ik moest stoppen. Zoals ik al had verwacht bood hij me een mok van zijn zelfgestookte wissekieieie aan maar ik jokte dat ik eten had gehaald en dat Mieke hongerig zat te wachten. Toey was al een flink stuk boven zijn theewater, maar wist nog duidelijk te maken dat hij een boom had gezaagd en morgen de takken op ging ruimen. Ik wenste het gezelschap een fijne avond en reed verder. Ondanks het donker zag ik meteen dat het een chaos was bij onze omheining. Ik begreep nu pas de strekking van Toey's mededeling. Hij had de grote boom die al pal naast ons landje stond toen we er kwamen wonen omgezaagd. Sommige takken waren op onze afrastering terechtgekomen en ik vreesde dat honden en schildpadden nu naar buiten konden en, wat vervelender was, andere honden naar binnen. Onze eigen honden blijven wel van de kippen, vogels en schildpadden af, maar van de zwervers die voorbij komen weten we dat natuurlijk niet. Het was te donker om de schade goed te bekijken.

De boom in betere tijden

Hevig ontdaan bracht ik verslag uit aan Mieke. De grote boom was hét markante beeld van de omgeving. Door de plaatsing van electriciteitspalen was dat beeld al ernstig aangetast (evenals de boom) en nu bleven alleen die lelijke betonnen palen over, als enorme kruisbeelden het zicht verstorend.

De volgende ochtend bleek de schade aan het hek mee te vallen. Het kon zonder veel moeite worden hersteld. De schade aan de boom viel allesbehalve mee. Er stond bijna niks meer. Om te janken. Toey kwam al snel met twee helpers om de takken die op en over de afrastering gevallen waren uit de tuin te slepen. Toen ik een tijdje later naar Thaise les ging zaten Toey en zijn vrouw bij hun sala op de grond. Toey zaagde de dikke takken allemaal op gelijke lengtes en legde die op stapeltjes van ongeveer dezelfde dikte. Zijn vrouw maakte bundeltjes van de wat dunnere takken, die ze ook eerst op gelijke lengte had geknipt. Ineens maakte mijn verontwaardiging plaats voor verwarring. Ja, een prachtige boom was gesneuveld. Ja, die foeilelijke betonnen electriciteitspalen stonden nu vol in het zicht. Ja, bomen horen niet te worden omgezaagd. Maar hoe makkelijk kan ik dat vinden, met mijn AOW'tje en pensioentje? Ik hoef geen hout uit te sorteren op lengte en dikte om er een paar bahtjes mee te verdienen. Toey wel. Ik zou dat beetje geld dat dat hout opbrengt niet de moeite waard vinden om er een hele dag werk aan te hebben. Toey wel. Zoals zo vaak liggen veel zaken heel wat genuanceerder dan je jezelf in een eerste spontane opwelling wijsmaakt.

Maar wel eeuwig zonde van die boom. En fijn dat Mieke er over 10 dagen weer is. Niks aan, zo'n kluizenaarsleven.