28 februari 2019

Sociale woningbouw in de badkamer

De maanden december, januari en februari vormen in Thailand het toeristisch hoogseizoen. De temperaturen zijn dan aangenaam voor degenen die de noordelijke winter willen ontvluchten. Ook wij hebben de afgelopen weken diverse bezoekers uit Nederland gehad: mensen die we twee jaar niet gezien hadden. Dankzij het kleine gastenhuisje dat we in het nabijgelegen dorpje huren kunnen we die comfortabel onderbrengen en kunnen ze lekker uitslapen zonder door onze (soms gemotoriseerde) tuinarbeid al om 6 uur 's morgens gewekt te worden. Iedereen blij.

Alleen, die temperaturen werken niet helemaal mee dit jaar. Op een enkele dag in december en januari na gaat het kwik in de middag dit jaar steevast over de 30 graden. Deze week hebben we de 39 al een keer gehaald, en terwijl ik dit schrijf is het 37 graden. Dat zijn temperaturen die normaal gesproken in de warme maanden april en mei thuishoren. Gelukkig koelt het 's nachts nog redelijk af. De koudste nacht werd het 13 graden (24 graden minder dan overdag) en we zijn inmiddels zo ingeburgerd dat we dat siberisch koud vinden. De warme middagen komen we dan met een siësta wel door.


Als we de weer-app mogen geloven is het nog redelijk gezond weer. De UV-index is gemiddeld, pollenconcentratie is laag, hardlopen doen we niet maar is redelijk mogelijk en het golfweer is zelfs goed. Merkwaardig dat de levensindex gebaseerd wordt op hoe geschikt het weer is om te golfen of hardlopen. Blijkbaar is je leven geslaagd als je zonder hooikoorts kunt golfen en hardlopen. De app vermeldt namelijk geen echt bedreigende omstandigheden, zoals de smog-concentratie, die inmiddels drie keer zo hoog is als wat de WHO als veilig beschouwt. Daarmee zijn onze rijstvelden net zo smoggy als bijvoorbeeld de drukke Pleinweg in Rotterdam (waar je ook nooit iemand ziet golfen, maar dat ter zijde).

Vaak wordt er bij smog gewezen naar de boeren die de onderbegroeiing van hun land afbranden, of de plattelanders die hun huisvuil opstoken en in slecht afgestelde diesels rijden. Allemaal waar, maar de hoofdschuldige in deze omgeving is toch echt de enorme bruinkoolgestookte energiecentrale met de bijbehorende bruinkoolmijn. Er wordt gewerkt aan vermindering van de uitstoot daarvan, maar tot het zo ver is blijft de Lampang in de droge tijd tot de provincies met de meeste smog horen,

(Foto: www.egat.co.th/en/)
Een flink deel van de bruinkool is inmiddels afgegraven. Het maanlandschap dat dat heeft opgeleverd is flink onder handen genomen. Er is een botanische tuin aangelegd en in november en december zijn de hellingen veranderd in een zee van zonnebloemen. Jaarlijks vindt er een groot festival plaats en ... je raadt het al ... er is een golfbaan aangelegd. Lekker naast de grootste fijnstofbron van de provincie, maar zoals de eerder genoemde weer-app meldt: prima golfweer.

Indrukwekkend is het wel, zo'n bruinkoolmijn
Intussen ben ik aardig afgedwaald van het onderwerp van deze blog. Er zitten dan ook 4 dagen tussen  het schrijven van de eerste alinea en deze. Ik had een leuk bruggetje in mijn hoofd van ons gastenhuisje naar de sociale woningbouw in onze badkamer, maar dat ben ik inmiddels helemaal kwijt. Jammer, maar dat gebeurt nu eenmaal als je 63 bent. Maar nu ik over het vergeten van het bruggetje heb geschreven is dat op zich weer een bruggetje geworden en komt alles toch nog goed. 

Een paar maanden geleden schreven we al eens over de sociale wespen die een nest aan het bouwen waren onder een krukje (video op https://youtu.be/fegwhMJEyd4). In tegenstelling tot de urntjeswesp, die in haar eentje werkt, doen sociale wespen dat gezamenlijk. Hun bouwsel onder het krukje deed denken aan de Bossche bolwoningen van Dries Kreijkamp; geen architectuur voor de gewone wesp. Maar ze doen dus ook aan sociale woningbouw, zoals blijkt uit deze rijtjeswoningen in onze badkamer.


Een schril contrast met de luxe vrijstaande villa's die de urntjeswespen op en in een tempelsteen hebben gebouwd.




10 februari 2019

Doet ie het of doet ie het niet?

De vraag in de titel van deze blog hoor ik altijd als een of ander muziekje. Ik heb hem maar eens even in duckduckgo (de zoekmachine die niks van je wil weten) getypt en het blijkt een populaire televisieshow geweest te zijn rond 1990. Wij hadden vroeger thuis geen televisie, mijn ouders lazen liever een boek, en sinds ik uit huis ben heb ik ook nooit veel gekeken. 12 jaar geleden is mijn draagbare mini-teeveetje naar de schuur verhuisd waar het ding tot ons vertrek naar Thailand heeft gestaan. Desondanks blijk ik de herkenningsmelodie van die show ergens te hebben opgepikt en, erger nog, opgeslagen. Het zij zo.

Maar laat ik jullie niet lastigvallen met tv-pulp en bijbehorende deuntjes en tot de kern van deze blog zien te geraken. "Doet ie het of doet ie het niet" is namelijk altijd de vraag hier. Waar je er in Nederland vanuit mag gaan dat iets wat je koopt het ook daadwerkelijk doet, is dat hier allerminst zeker. Zo zijn we sinds een paar dagen de trotse bezitters van een fluitketel. We zijn namelijk net onder (Mieke) en boven (ik) de 60 en dan wil het kortetermijngeheugen nog wel eens wat kuren vertonen. "Doet ie het of doet ie het niet," is voor ons ook wat dat betreft steeds de vraag, en vrij regelmatig moeten we concluderen dat ie het niet doet. Mijn zoektocht naar waar ik mijn bril heb neergelegd is een dagelijks meermaals voorkomend ritueel. Om te kunnen lezen moet ik het ding afzetten, en na het lezen loop ik dan zonder hem op te zetten weg, waarna ik als ik hem weer nodig heb geen flauw idee heb waar ik hem heb afgezet. Lastig, maar ongevaarlijk.

Riskanter is het wanneer we water koken voor thee of koffie, of rijst opzetten. Het water koken deden we een tijdje met een elektrische waterkoker, maar daar was het zonne-energiesysteem niet blij mee; met name het aanslaan was telkens een aanslag op de accu's. De inductie-kookplaat met timer trok sowieso al te veel stroom, dus die hebben we nooit kunnen gebruiken. Daarom staat er nu een gaspitje, maar als je dan vergeet dat het water op staat ontstaan er problemen. De oplossing bleek te koop in de bouwmarkt: een fluitketel. Zoëentje met een klepje dat de schenkopening afsluit. Ten minste, dat is het geval als je er in Nederland een koopt. Bij onze fluitketel sloot het klepje niet helemaal goed, waardoor de stoom er langs stoomde in plaats van door de fluit. Omdat we geprobeerd hadden een papieren etiket dat op de ketel zat eraf te pulken, hetgeen niet lukte, konden we niet meer terug om te ruilen. Voordeel van de matige kwaliteit van de materialen hier is, dat je makkelijk wat kan bijbuigen. Mieke heeft dat geprobeerd en nu hebben we zo waar een fluitketel die het doet (en die een gehavend etiket op de zijkant heeft).

In onze lijst van dingen die het niet doen staan onder meer schroefjes zonder schroefdraad, borden die afbreken als je ze optilt, kopjes waarvan je het oortje in de hand houd terwijl de rest blijft staan, de versnelling en achterrem van mijn nieuwe fiets en verlengsnoeren met een geaard "stopcontact" die echter maar twee draden blijken te bevatten. Ook op straat is er veel dat het niet doet. De knipperende pijlen die enkele maanden geleden zijn aangebracht bij de U-draaien in de middenberm van de snelweg doen het op een enkele na niet meer. Veel achterlichten van brommers doen het niet en fietsen met goed licht zijn al helemaal zeldzaam. En wij? Wij doen het er maar mee.


Wat het heel goed doet is de zon; het is uitzonderlijk warm voor de tijd van het jaar. Eergisteren was het 's middags maar liefst 37 graden en vandaag haalden we de 36. Normaal gesproken zou het maximaal zo'n 30 graden moeten zijn. In de vroege ochtend is het 13 à 14 graden en dat vinden we tegenwoordig heel koud. We blijven dan maar wat langer in bed, onder twee dekens, en ontbijten eveneens in bed, met een warm vest aan.


Door die warmte begint alles ook erg droog te worden en hoewel de regering vindt dat vuurtjes stoken iets is wat de Thai niet moet doen, doet ie het wel. Gisteren lagen we bij slechts 35 graden siësta te houden toen Mieke geknetter achter het huis hoorde. Vanuit de badkamer was er niets te zien, maar toen het knetteren aanhield gingen we maar eens even buiten kijken en bleek dat het weiland van de achterbuurman in brand stond. Het was alleen gras en lage begroeiing, maar het kwam wel onze kant op gekropen, in de richting van de bamboehaag die een meter van de grens tussen de landjes staat. Hoewel de waterdruk helemaal achterop het landje gering was, was het toch genoeg om de brand te stoppen. Buurman zelf was in geen velden of wegen te bekennen, dus ik ben de plekken op zijn land die nog smeulden maar met de gieter te lijf gegaan. Ons plan om nog naar de stad te gaan hebben we maar laten varen; we wilden niet het risico lopen dat het vuurtje tijdens onze afwezigheid toch weer op zou laaien.


Om de jonge aanplant door de droogte heen te helpen hebben we inmiddels ons eigen bewateringssysteem aangelegd, bestaande uit lange slangen met gaatjes op de plaatsen waar een plant of boompje staat. In plaats van met de gieter alles af te lopen kunnen we nu telkens een slang aankoppelen en dan een aantal planten en bomen tegelijk water geven. Gelukkige verkopen ze hier klokjes die je tussen waterleiding en slang kunt zetten die na een vooraf ingestelde tijd automatisch de watertoevoer afsluiten. Als ze het tenminste doen. Best handig als je kortetermijngeheugen het even niet doet.


Vandaag tegen het eind van de middag, toen het wat koeler begon te worden, waren we nog even aan het bewateringssyteem aan het knutselen toen er een grote groep ooievaars over kwam en een slaapplaats koos in twee bomen iets verderop. Een prachtig plaatje dat helemaal goedmaakt dat er dingen zijn die het niet doen.




Een maand geleden schreef ik onder meer over het merkwaardige etiket op een nieuwe matras. Op mijn verzoek om suggesties voor de betekenis van dat etiket zijn een paar reacties gekomen.



Christine Nijssen heeft er iets moois van proberen te bakken: "Niet bewegen op dit matras," moet het volgens haar zijn. Carin Peters denkt dat "het matras de wifi verbinding dusdanig verstoort dat u tijdens uw slaap niet wordt gestoord". Jan Lagarde houdt het op "ook in dit bed gratis internet" maar volgens hem kan het ook "borstvoeding zonder onderbreking" betekenen. Arnoud Monster verraadt zijn academische werkomgeving door diepgaand onderzoek te hebben gedaan (of overgeschreven, dat weet je tegenwoordig nooit): "Het label geeft duidelijk aan dat vanaf het moment dat je op dit matras ligt, je niet gestoord zal worden door kunstmatige geluiden of straling van buitenaf. Het geluid van mobiele apparaten (binnenkomende telefoontjes of berichten) alsook, geluiden van nabij gelegen rice-mills, loeiende generatoren zullen geabsorbeerd worden door de hoogstaande matrasvulling waardoor de matrasligger ongestoord (no interruption) blijft." 

De jury heeft lang wakker gelegen van de keuzestress en besloten geen winnaar aan te wijzen en zich te beraden op een passende beloning voor alle inzenders.

03 februari 2019

Welriekende kontdoekjes en knabbelende guppies

En toen zaten we ineens zonder stroom. De pomp die het water uit de put omhoog moet halen sloeg op hol en daar kon de inverter, het apparaat dat de 48 volt van de zonnepanelen omzet in de 220 volt die we nodig hebben, niet tegen. Grootste probleem was niet het licht en zelfs niet de koelkast, maar de hydrocultuur-tafels waarop de sla vrolijk stond te groeien. Het water in die systemen wordt via een aquariumpompje 24 uur per dag rondgepompt. Gelukkig hebben we een noodstroomvoorziening via een generator, maar die wilden we niet continu laten draaien. Dus hebben we maar geprobeerd of de sla genoegen nam met twee keer een uur watercirculatie en de rest van de dag en nacht stilstaand water. En dat vond de sla prima.


Leven met beperkt elektriciteit went snel. 's Morgens opstaan als het licht wordt. De generator opstarten en de koelkast, de hydrocultuurpompjes en alles wat opgeladen moet worden aansluiten; ontbijten met het gedreun van de motor op de achtergrond. Na een uur de motor afzetten, waarna de dag verder vrij normaal kan verlopen. Om een uur of 5 in de middag weer een uur het generatorritueel. Als dat klaar is is het intussen donker en rijden we naar de stad om daar wat te eten, zodat de avond iets verkort wordt. Als we dan weer thuis zijn kruipen we in bed en als we niet vergeten zijn de telefoons en tablet op te laden kunnen we nog een tijdje lezen of een film kijken.

Het lastigste was eigenlijk dat de batterij van de laptop ook besloten had het voor gezien te houden. Om te werken en om bijvoorbeeld een nieuwe blog te schrijven moesten we dus ergens gaan zitten waar een stopcontact was. Vandaar dat het zo'n 3 weken stil is geweest aan het blogfront. Inmiddels hangt er een leen-inverter en draaien we weer helemaal op de zonnepanelen.

De productie van het jaarlijkse fotoboek en de blog-in-magazineformaat hebben al die tijd ook stilgelegen. Er zijn wat suggesties binnengekomen naar aanleiding van de plaatjes op onze matras (zie deze blog), maar we moeten daar nog even voor gaan zitten.

Het leukste wat zich tijdens de stroomloze dagen heeft voorgedaan is, dat we de banden met onze huisgenoten flink hebben weten aan te halen. Zo heeft ons huisdraakje zich weer gemeld. Hij of zij woont tegenwoordig in de buurt van de buitenbadkamer en laat zich regelmatig zien als we daar zitten. Het beestje bivakkeert graag in mijn billendoekje (een doekje om de boel te drogen na gebruik van die handige Thaise kontspoelkraan). Een vreemde plek, maar ieder zijn meug; ik beschouw het maar als een compliment. Mieke voert hem nu meelwormen en rupsen en daar laat hij zijn welriekende plekje graag voor in de steek. Uit de hand eten doet hij nog net niet, maar dat zou binnenkort zo maar kunnen gaan gebeuren.



Ook voor de toekeh, die al eerder in ons huis woonde dan wij zelf, zijn meelwormen onweerstaanbaar. Hij laat zich langzaam langs de muur omlaag zakken om ze uit het bakje te halen dat Mieke omhoog houdt. Waarschijnlijk zou hij ze al uit de hand eten, maar daar zijn we zelf dan weer een beetje terughoudend in. In tegenstelling tot die van het draakje is zijn bek groot genoeg om in je vinger te bijten.


Zelfs de guppies die we in de coldtub hebben gezet om de muggenlarven te verorberen hebben zich tot huisvrienden ontwikkeld. Als ik even ga zitten afkoelen komen ze meteen kijken en knabbelen ze aan mijn huid, waar waarschijnlijk iets op zit dat niet te versmaden is. Voor guppies dan.



Intussen is het ook hoogseizoen voor bezoek uit Nederland. Er zijn al een aantal mensen langs gekomen en de komende weken verwachten we er nog meer. Het is ontzettend leuk dat we nu steeds een aantal dagen met elkaar kunnen doorbrengen; ontmoetingen in Nederland waren bijna altijd voor een paar uurtjes. Dat leidt tot andere gespreksstof en is voor ons ook een goede reden om uitstapjes te maken. We hebben een klein gastenverblijf in het dorpje vlakbij, waar bezoekers makkelijk heen kunnen fietsen en niet gewekt worden door ons geklus in de vroege ochtend. Overigens zitten we gelukkig in de droge tijd en vraagt de tuin weliswaar om water, maar verder niet om heel veel onderhoud. Wat dat betreft is het hier met het weer goed geregeld.