19 maart 2023

Stroomrantsoen

Er stapt een blote man naar buiten, de buitenbadkamer in. Hij heeft heel voorzichtig de deur open gedaan en beweegt zich heel langzaam. Hij sluit de deur weer achter zich en draait zich dan met een soort fosbury flop (https://en.wikipedia.org/wiki/Fosbury_flop), maar dan met beide benen op de grond, op de pot. Als hij gedaan heeft waarvoor hij kwam, verricht hij diverse afspoel- en droogdepwerkzaamheden waarbij hij zich slechts een paar centimeter van de pot verheft. Voorwaar een enorme krachtsinspanning. Half kruipend begeeft hij zich weer van de pot naar de deur, die hij tergend langzaam opent en nadat hij naar binnen is geslopen weer even langzaam sluit. Het is gelukt. Het honingzuigervrouwtje heeft zich niet weg laten jagen. 

In de vorige blog schreven we hoe de piepkleine vogeltjes hun nestje op die merkwaardige plek vlak boven de wc-pot aan het bouwen waren. We hadden verwacht dat ze het na een paar dagen voor gezien zouden houden, maar tot onze verbazing zit het vrouwtje er nog altijd. De eerste dagen vloog ze meteen weg als we de buitenbadkamer binnen kwamen, maar inmiddels is ze zo aan ons gewend dat ze meestal blijft zitten als we naar de wc gaan of douchen. Mieke heeft een paar dagen geleden in het nestje 2 ieniemienie-eitjes gespot. We beginnen nu langzaam te durven hopen dat we straks ieniemienie-vogeltjes zien. Zojuist hing het vrouwtje aan het nest, met haar kop naar binnen. Zou er al wat uitgekomen zijn? Spannend.

Maar eigenlijk wilde ik het hebben over zonne-energie. Dat is gratis, zo weet iedereen. Je kunt er zelfs aan verdienen door terug te leveren aan het stroomnet. We moeten dus wel bofkonten zijn met onze zonnepanelen en met al die zon hier. Helaas werkt het in Thailand allemaal net even anders. Er is hier geen subsidie voor het installeren van zonnepanelen en al helemaal geen verplichting voor elektriciteitsbedrijven om stroom terug te nemen voor hetzelfde tarief als waar het voor geleverd wordt. Bovendien kunnen die bedrijven hun eigen eisen stellen aan installaties en naar believen kosten in rekening brengen voor het keuren daarvan.

Los daarvan was er voor ons nog een ander probleem waardoor terugleveren geen optie was: het elektriciteitsnetwerk lag te ver van ons huisje om er op aan te kunnen sluiten, tenzij we bereid waren om zo'n 30.000 euro te dokken. (Ik schrijf verleden tijd, want enkele maanden geleden zijn de ontsierende stroompalen en -draden ook in onze straat verschenen.) Dat waren we niet, want voor ongeveer een kwart van dat bedrag konden we een zogeheten off-gridsysteem laten installeren. Daarmee kunnen we weliswaar niet terugleveren, maar hebben we wel voor de rest van ons leven gratis stroom. Of toch niet?

Om ook als de zon weg is wat lampjes te kunnen laten branden, een ventilator te laten wapperen, deze blog te kunnen schrijven en de koelkast te laten koelen staan er op zolder 8 accu's. Volgens het boekje gaan die gemiddeld 5 jaar mee, maar het boekje is niet op onze situatie geschreven: inmiddels zijn ze alle 8 al een keer vervangen. Zo'n beetje eens per twee weken klim ik naar zolder om de accu's te checken. Ik vul accuwater bij als dat nodig is, en meet of ze nog voldoende voltage leveren. Vorige week bleek er alweer een accu aan vervanging toe en nadat dat was gebeurd begaf tot overmaat van ramp de inverter, het apparaat dat het hele systeem aanstuurt en zorgt dat er een stabiele 220 volt geleverd wordt, het.

Geen inverter, geen stroom. Zo simpel is het. Gelukkig hebben we wel een noodvoorziening, namelijk een aggregaat dat op benzine draait. Niet bepaald milieuvriendelijk, vreselijk lawaaiig en een dure manier van stroom opwekken. Dus stelden we onszelf op rantsoen. 3x per dag mocht het aggregaat een tijdje aan zodat we telefoons en lampjes konden opladen en de koelkast laten draaien. En eigenlijk wende dat best snel. Hoewel we in normale omstandigheden al heel weinig stroom gebruiken, bleek de gerantsoeneerde hoeveelheid niet ten koste van onze levensvreugde te gaan. Het was vooral een kwestie van planning, zoals bleek toen ik een keer vergeten was mijn telefoon aan de oplader te leggen toen het aggregaat aan stond.

Niettemin waren we blij dat er binnen enkele dagen een nieuwe inverter geïnstalleerd kon worden. De nachten worden al wat warmer en het is erg prettig dat we dan de ventilator weer aan kunnen zetten. En dat ik mijn telefoon toch kan opladen als ik dat overdag vergeten ben. Intussen heeft de gratis zonne-energie ons, afgezien van de aanlegkosten, zo'n 90.000 baht gekost. Dat is per maand 1600 baht zo'n 45 euro. Nederlandse 2-persoonshuishoudens zouden er meteen voor tekenen, maar hier is dat 3 tot 4 keer zo veel als we aan netstroom kwijt zouden zijn. Zo gratis is het dus niet.

Tijdens het schrijven van deze blog begon het even heel hard te waaien en te regenen. Het honingzuigernestje zwiepte als een malle heen en weer en het moedervogeltje was gevlogen. Het is onvoorstelbaar als je de constructie van het nestje ziet, maar het heeft de storm doorstaan en moeders zit er inmiddels weer op. (Als het filmpje hieronder niet zichtbaar is, kijk dan op https://youtu.be/6p2T5AqCCYw.



02 maart 2023

Pleemobiel

Badkamers zijn meestal weinig inspirerende plekken. Met veel glimmend sanitair en glanzend tegelwerk wordt er een zweem van luxe overheen gelegd, maar die zorgt er alleen maar voor dat het een zielloze plek wordt waar je niet voor je plezier verblijft. Sinds je aan de verjaardagen van familie en vrienden door je telefoon wordt herinnerd is het ultieme persoonlijke toilet-element, de verjaardagskalender, vaak ook verdwenen. Een scheurkalender, een zelfgehaakt reserve-wc-rolhoesje, dan hebben we de persoonlijke noot wel gehad. In een moderne badkamer doe je wat je moet doen en dan ga je er zo snel mogelijk weer uit.

In onze badkamer geen zelfgehaakt reserve-wc-rolhoesje, geen scheurkalender. Die laatste zou bij een flinke regenbui meteen doorweekt zijn, dus onze poëziekalender hangt op een droogblijvend plekje op het terras. Zit je bij ons op de pot of sta je onder de douche, dan ben je onderdeel van een openlucht-kunstwerk. De met zand, klei en kalk gepleisterde wanden zijn inmiddels weelderig begroeid, de vloer en wastafel zijn mozaiek-kunstwerken en als je rondkijkt zie je steeds wat nieuws. Geen scheurkalender nodig om de tijd te doden dus.

Nou klinkt het natuurlijk nogal aanmatigend om zo lovend over je eigen badkamer te doen, maar ik durf dat toch wel aan. Er zijn namelijk verschillende andere gebruikers die er niet uit zijn weg te slaan. Er huist een tokeh achter, en een gecko op een handdoekje, er weven spinnen indrukwekkende webben en er wonen kikkers in een gieter en in plantenpotjes. Soms zitten die lekker een tijdje tegen de muur geplakt; relaxen op z'n kikkers.

Een paar dagen geleden begon een koppeltje honingzuigers met de bouw van een nestje, zo ongeveer boven de wc-pot. Honingzuigers (Nectariniidae) zijn piepkleine vogeltjes die wel vergeleken worden met kolibries. Ze maken een nestje dat meestal aan het uiteinde van de bladsteel van een plant hangt. Het ziet er een beetje als een krotwoning uit; van alles wat er te vinden is wordt erin verwerkt. Een welstandscommissie zou het beslist afkeuren. Zo rommelig als het nest eruit ziet, zo ingenieus is het gebouwd. De vogeltjes gebruiken spinrag om alles aan elkaar te plakken. Onder het woongedeelte hangt een lange staart die zorgt voor stabiliteit. En om het wooncomfort voor het broedende vrouwtje te verhogen is boven de ingang een heus afdakje gemaakt.

Helaas lijken de honingzuigers niet bijster goed in het bepalen van de optimale locatie voor hun nestje. Al drie keer eerder hebben we kunnen genieten van de bouwactiviteiten en al drie keer eerder zijn ze enkele dagen nadat het af was toch weer vertrokken. Alle drie die keren hing hun nest pal naast een plek waar we steeds langs moesten. Tijdens de bouw hebben ze dat blijkbaar niet opgemerkt, maar toen ze er eenmaal introkken bleek het misschien toch te onrustig. Ook het nest in de badkamer hebben ze helemaal afgebouwd. Maar de kans is groot dat ook dit ongebruikt blijft, hoewel Mieke het vogeltje gisterenavond toch nog in haar nestje zag zitten. Als de toiletgang voor ons geen absolute noodzaak was geweest hadden we die graag een paar weken opgehouden, maar dat is jammer genoeg geen optie. Het nestje valt nog moeilijker te ontwijken dan de eerdere bouwsels. Als we gaan zitten moeten we goed opletten er niet tegenaan te stoten. 

Nu ik het toch over gaan zitten heb: ook de afgelopen nacht nam de aandrang dusdanig toe dat een bezoek aan de badkamer onvermijdelijk was. In Nederland deed ik een nachtelijk toiletbezoek altijd op de automatische piloot, zonder een lampje aan te doen. Als we in ons buitenbed sliepen zombiede ik gewoon een stukje de tuin in om het daar te laten lopen. Maar in Nederland kom je niet zo makkelijk slangen of zeer pijnlijk stekende reuzenduizendpoten tegen. Hier wel. Dus pak ik altijd mijn telefoon als ik "eruit" moet. Die geeft net genoeg licht om te kunnen zien of vloer, wc-bril en pot vrij zijn van bijters en prikkers, terwijl het niet zo fel is dat Mieke er wakker van wordt (hoop ik altijd). 

Ik waarschuw maar even: het verhaal wordt nu wat onfris. Ongeveer op hetzelfde moment dat er onderaan iets uit viel, viel er iets slijmerigs in mijn nek. Ik was uiteraard meteen klaarwakker en voelde de substantie langs mijn ruggegraat omlaag zakken. Ik wist niet of ik er blij om moest zijn, maar het kwabje op mijn rug was koud, dus het was onwaarschijnlijk dat er een oorzakelijk verband was met wat ik zojuist zelf had geloosd. Dat zou overigens ook de wet van de zwaartekracht ontzenuwd hebben. Maar wat dan wel? Nu kwam mijn mobieltje onverwacht van pas. In een voor mijn stijve lijf onvoorstelbaar atletische pose wist ik een plaatje van mijn rug te schieten. Daar was niets bijzonders op te zien. De verdenking ging zich nu op een of andere beestje richten. Bij hoge uitzondering moest daarom toch maar even het felle lampje van de pleemobiel aan. En daar zat de slijmjurk, in een plantenpot. Een van de vaste badkamerbewoners. Geen idee wat ie op mijn rug te zoeken had. Omdat ik geen zin had om de slijmsporen mee ons bed in te nemen, stond ik vervolgens om 4 uur 's nachts onder de douche. Een openlucht-kunstwerk van een douche, dat dan weer wel.