Ik ben kleurenblind. Niet zó erg dat ik alleen maar grijstinten zie, maar het verschil tussen roden en groenen ontgaat mij in de meeste gevallen. Mensen die dat horen vragen meestal als eerste hoe ik dat dan doe bij stoplichten. Gelukkig zit daar rood altijd boven, en bovendien zijn de tinten rood en groen in een stoplicht voor mij nou net wel goed te onderscheiden. Rood en oranje liggen daar dichter bij elkaar, maar die betekenen sowieso stoppen, dus daar heb ik weinig last van.
Dan willen mensen weten wat ik dan precies anders zie dan niet-kleurenblinden. Best een grappige vraag, want hoe zou ik moeten weten wat niet-kleurenblinden zien, als ik dat zelf niet kan zien?
En de volgende vragen zijn dan of het niet lastig is en of ik de kleurenrijkdom niet mis. Die laatste vraag is het makkelijkste te beantwoorden. Ik weet niet wat ik mis en als je niet weet wat je mist mis je het niet. Kleurenblind zijn is op zich ook niet lastig. Sterker nog, het maakt een aantal dingen veel gemakkelijker. Ik hoef me geen zorgen te maken of de kleur van mijn shirt wel bij die van mijn broek past en die van mijn sokken bij mijn ogen, ik zie sommige vlekken in mijn kleren niet en het uitzoeken van verf voor mijn huis is een fluitje van een cent.
Lastig wordt het pas doordat er zo veel mensen bestaan die niet kleurenblind zijn. Ik ben met zo iemand getrouwd. Die laat het weten als ik toch echt het verkeerde shirt bij mijn broek heb aangetrokken (het sokkenprobleem is hier in Thailand vanzelf opgelost: die draag ik niet meer) en als er ergens een voor mij onzichtbare vlek zit. Maar wat veel vervelender is: ze wijst me regelmatig op prachtig bloeiende bomen en struiken, schitterende orchideeën en kleurrijke vogeltjes. Ik zie ze niet, maar besef wél dat ze er zijn. Ik weet nog steeds niet wat ik mis, maar dus wel dat ik wat mis.
Natuurlijk zijn er ook genoeg momenten waarop ik me wel degelijk realiseer dat het onhandig is, of zelfs gevaarlijk kan zijn om geen kleuren te zien. Ik was al volwassen toen ik besefte hoe het toch kwam dat als we met de klas in het bos beukennootjes gingen zoeken, iedereen met zakken vol aankwam, terwijl ik er met moeite een stuk of 10 had weten te vinden. Frustrerend voor een kind, maar verder onschuldig. Ernstiger is het dat het vaak nauwelijks zichtbaar is of etenswaren nog goed zijn. En gevaarlijk kan het worden als een verkleuring van huid of oogwit op een serieuze ziekte wijzen. Dan ben ik toch wel blij dat ik zo'n kleurrijke partner heb. (Niet alleen dan trouwens.)
In mijn waarneming zijn er in Thailand 2 kleuren bankbiljetten. De briefjes van 500 en 50 zijn blauw, die van 1000, 100 en 20 zijn, ehhhh, geen idee, iets groenigs, geloof ik. Ik moet dus altijd naar de cijfers kijken, maar dan zie je die kleurenziende kassa-medewerkers kijken van "wat staat ie nou onhandig te doen?" Dus heb ik in mijn portemonnee een apart vakje voor mijn gevouwen duizendjes, en een groter vak waar de 500 en 100 ongevouwen ingaan en de 20 en 50 gevouwen. Zo kan ik toch snel de juiste briefjes pakken.
Betalen doen we hier overigens steeds minder contant. Hier kan je tegenwoordig vrijwel overal betalen door een QR-code te scannen met je bank-app. Als we ergens een fooitje willen achterlaten doen we dat weer wel contant, zodat het (hopelijk) in de fooienpot terecht komt, en niet op de rekening van de baas.
Van de week gingen we ons te buiten aan een te zoete wafel, bij een wafelbakker waar we vroeger vaker kwamen maar sinds corona niet meer geweest waren. Mieke heeft intussen gemillimeterd haar en ik heb een baard die ik toen nog niet had, dus de bakker herkende ons eerst niet, maar toen we vroegen of we ook banaan én amandel op de wafel konden krijgen, in plaats van banaan of amandel, herinnerde hij zich dat we vaker geweest waren. Nadat Mieke met haar telefoon had afgerekend vroeg ze of ik nog een 20je had om achter te laten. Ik pakte een gevouwen briefje uit mijn grotere vak en schoof het onder een bord.
In de avond kreeg Mieke een berichtje op messenger. De wafelbakker had bij het opruimen van de tafel een briefje van 1000 baht (€27) gevonden. Hij zou het voor ons bewaren. Hoewel hij ons van gezicht al kende als klanten, had hij geen flauw idee hoe wij heten en waar we wonen. Op een of andere manier heeft hij moeite gedaan om Mieke op facebook te traceren, zodat hij ons kon laten weten dat hij die 1000 baht had gevonden. 1000 baht waarvan ik niet wist dat ik die miste. Alweer zo'n ontroerend voorbeeld van eerlijkheid die we hier in Thailand intussen al zo vaak ervaren hebben.
Zo werd ik nog eens met de neus op de feiten gedrukt: kleurenblind zijn kan geld kosten. Maar het leidt ook tot aangename verrassingen, zoals een noodzakelijk extra bezoek aan de wafelbakker om 1000 baht op te halen. En een extra fooi achter te laten natuurlijk.