18 augustus 2025

Nobelprijs

2 mannen schudden elkaar de hand voor het oog van de verzamelde wereldpers. De hele wereld kent ze, en weet dat ze niet in hun eerste leugen gestikt zijn, dat ze over lijken gaan, hun bommen laten droppen waar het ze goeddunkt, alles in dienst stellen van schaamteloze zelfverrijking en afspraken net zo gemakkelijk weer vergeten als ze ze gemaakt hebben. Nu ontmoeten ze elkaar om te praten over een oorlog die de ene gestart is en de ander wil beëindigen. Niet omdat hij te doen heeft met de mensen die eronder lijden, maar omdat het zijn zakelijke belangen schaadt en hij graag de Nobelprijs voor de vrede wil krijgen. Hoewel de hele wereld weet dat afspraken met deze mannen geen cent waard zijn, beheerst hun ontmoeting overal het nieuws en putten al dan niet zelfverklaarde deskundigen zich uit in het duiden van wat er besproken is, zelf als ze geen flauw idee hebben van wat dat precies is. Het hele circus kost alles bij elkaar miljoenen plus een gigantische bijdrage aan de opwarming van de aarde. 

Op hetzelfde moment ploegen 10.000 kilometer verderop 2 vrouwen, we noemen ze maar even Teresa en Florence, met een oude truck over de moeilijk begaanbare wegen in het Thaise oerwoud langs de grens met Myanmar, of Birma zoals ik het ook hardnekkig blijf noemen. Teresa is een Engelse die een bedrijfje runt hier, Florence is de oudste dochter van een Birmese familie en de vaste medewerkster van Teresa. Haar familieleden worden op drukke momenten ook ingeschakeld. Er is een hechte band tussen Teresa en Florence.

Zoals hier heel gebruikelijk is, gaat een flink deel van Florence's loon naar familie in Myanmar. Ze gaat er zelf trouwens ook regelmatig naartoe. Maar de burgeroorlog heeft het armoedige, maar stabiele leven dat er nog maar zo kort was, weer volledig overhoop gegooid. De militaire machthebbers deinzen er niet voor terug om de eigen bevolking te bestoken met raketten en kogels. Die worden overigens zonder problemen geleverd door een van de twee mannen die ik hiervoor noemde. Het land van de ander van die twee had juist handelsbeperkingen aan de junta opgelegd, maar nadat de juntaleider hem een brief had gestuurd, waarin hij hem complimenteerde omdat hij zo'n geweldige president is en schreef dat hij de nobelprijs verdient, zijn die beperkingen opgeheven.

Zo'n 50 gezinnen uit Florence's dorp zijn de grens overgestoken en bivakkeren nu in de bossen van Noord Thailand. Daar leven ze van wat het bos ze te bieden heeft. Tot vorig jaar was er nog een kleine medische hulppost in de regio, maar de man die de nobelprijs nastreeft heeft de ontwikkelinghulp-instantie van zijn land zowat opgeheven, waardoor onder meer die hulppost verstoken raakte van medicijnen en verbandmiddelen. Het is goedbeschouwd indrukwekkend hoe zelfredzaam de Birmese mensen zijn. Probeer je je maar eens voor te stellen dat je woonplaats gebombardeerd wordt en je uiteindelijk in een buurland in het bos belandt. Als je het geluk hebt dat je niet wordt teruggestuurd, weet je dan wat je wel en niet kunt eten? Welke paddestoel giftig is? Misschien weet je hoe een koe een haas vangt, maar weet je ook hoe je dat zelf moet doen? En hoe je hem dan klaarmaakt? Hoe je een vuurtje aanmaakt?

Maar er zijn dingen die het bos niet levert en één daarvan is rijst. Terwijl dat nou net het belangrijkste bestanddeel van het menu hier is. Op de truck van Teresa en Florence ligt dan ook zo'n 300 kilo rijst, naast 100 flessen bakolie en een paar honderd eieren. 5 maanden waren de mensen verstoken geweest van rijst en nu lukte het om die af te gaan leveren. Het laatste stukje moest alles in een paar partijen met een longtailboot een, in deze tijd van het jaar snel stromende, rivier over worden gevaren. Maar het ging allemaal goed en iedereen was dolgelukkig met de rijst, bakolie en eieren.

In tegenstelling tot de miljoenen verslindende bijeenkomst van twee notoire leugenaars, die gemaakte afspraken binnen de kortste tijd weer aan hun laars lappen, was er geen pers aanwezig om verslag te doen. Twee vrouwen met het hart op de goede plaats, die zich belangeloos inzetten voor mensen die het moeilijk hebben, zijn blijkbaar minder interessant dan twee mannen die alleen om zichzelf geven. Het is goed om te beseffen als je naar het nieuws zit te kijken, dat je de ego-show van leugenaars breed krijgt uitgemeten, voorzien van commentaren van mensen die toch ook wel zullen weten hoe weinig afspraken in die kringen waard zijn, terwijl de echte kandidaten voor een nobelprijs overal over de wereld op hun eigen kleine stukje aarde werkelijk wat voor anderen weten te betekenen. Wie zou je het liefste in je vriendenkring opnemen?

Mensen als Teresa en Florence (er zijn er ongetwijfeld vele) bereiken vluchtelingen die voor "de instanties" onbereikbaar zijn en waarvan het bestaan vaak zelfs onbekend is. De weergave van hun verhaal hierboven klopt; we hebben ze wel verzonnen namen gegeven. 

Wij vinden bedelen altijd lastig en willen vooropstellen dat wel of niet doneren op geen enkele manier onze relatie beïnvloedt. De keuze van welke doelen je steunt is persoonlijk en hoef je niet af te laten hangen van de doelen die wij steunen. Maar mocht je je geroepen voelen bij te dragen aan een volgende hulpzending, dan is dat natuurlijk welkom. Je kunt daarvoor mijn rekening bij Wise gebruiken"

IBAN: BE69 9674 3312 5978
Swift/BIC: TRWIBEB1XXX (4e teken is de hoofdletter I, 8e teken is cijfer 1)
Bank: Wise, Rue du Trône 100, 3rd floor, Brussels 1050, Belgium
Tnv Franciscus Christiaan La Poutre
Zet er even bij: Hulpproject vluchtelingen


07 augustus 2025

Prikdingen

De klad zit er een beetje in; in het schrijven van de blogs. Voor een deel komt dat natuurlijk doordat het leven in Thailand voor ons inmiddels zo gewoon is geworden, dat er minder is dat ons zo opvalt dat we erover willen schrijven. In het eerste jaar dat we hier woonden schreven we maar liefst 64 blogs. Geleidelijk aan liep dat terug naar 35 in 2021, waarna het onder de 20 dook, maar nog altijd gemiddeld meer dan een per maand. En nu is het augstus en ben ik aan de 6e blog van het jaar begonnen. Eigenlijk was ik daar 3 weken geleden al aan begonnen, maar niet verder gekomen dan één zin, die ik nu weer weggehaald heb.

"Mijmeren over het hek", heette de vorige blog, en net na zonsondergang stond ik dat vanavond weer even te doen. Ik had al weer wat bijzondere verhalen over in onze tuin broedende hoppen en wilde hagedissen die op Mieke's hand springen om wat eten te halen. Maar na die openingszin wilde het maar niet lukken om het verhaal verder op te tuigen. Waarom lukt het nou steeds niet, vroeg ik me af.

In de verte klonken de droge knallen die we zo af en toe horen als er geoefend wordt op het terrein van de politieschool, een paar kilometer verderop. In eerdere blogs hebben we al eens geschreven over dat het in Thailand eigenlijk zelden echt stil is. Feestjes, karaoke, brommers, tempels, er is altijd geluid, en hoewel dat vaak harder is dan die knallen, zijn die het toch waar ik het meeste last van heb. Jongeren worden getraind om te schieten op mensen die ze niet kennen en door wie ze waarschijnlijk nooit een strobreed in de weg gelegd is. En die schieten dan weer terug terwijl ze "onze" jongeren ook niet kennen. Zonder enge mannen die haat kweken en conflicten starten, zouden ze waarschijnlijk een biertje drinken samen.

De knallen krijgen de laatste tijd een extra lading, vanwege de gevechten aan de grens met Cambodja. Niemand kan precies vertellen waarom er zo nodig grof geweld gebruikt moet worden. Over een paar stukjes land kunnen natuurlijk prima afspraken gemaakt worden, maar mensen die zelf veilig afstand bewaren van het front hebben blijkbaar andere belangen. Het conflict lijkt wat dat betreft op alle andere conflicten: de slachtoffers zijn nooit de aanjagers. Het lijkt er momenteel gelukkig op dat het niet verder uit de hand gaat lopen, maar zeker is dat allerminst. (En voor wie zich zorgen om ons maakt: we zitten er 800km vandaan).

Vreemd eigenlijk, mijmer ik verder. We zijn geen nieuwsverslaafden. We hebben geen TV, ik scroll iedere dag wel even door de koppen in de online NRC, lees sommige artikelen, maar we houden ons verder niet bezig met zaken waar we toch geen invloed op hebben en alleen maar treurig van zouden worden als we dat wel deden. Zouden de gebeurtenissen in de wereld ondanks dat toch tot een writersblock leiden?

Het is waar. Vrolijk word je niet van het voorpaginanieuws. De aarde warmt op, maar we kopen wapens. De beslissers lijken niet te beseffen dat je daar geen stijgende zeespiegel mee tegenhoudt. En ze lijken niet te zien hoe ze de mogelijkheid voor het terugdringen van de uitstoot nu voor de tweede keer in relatief korte tijd op een presenteerblaadje krijgen aangeboden. Eerst was daar het piepkleine virus, dat industriën en (vlieg)verkeer platlegde. De wereld bleek door te draaien, maar wel veel schoner, zoals we hier daadwerkelijk konden vaststellen doordat de twee coronajaren de enige twee waren zonder weken- of maandenlange smog. En nu is daar dat irritante hele grote nare virus met een rood MAGA-petje op, dat alles en iedereen heffingen oplegt. Prima. Stoppen met de handel in producten die we toch niet echt nodig hebben. Even door de zure appel heenbijten, allemaal met veel minder genoegen nemen, want we hebben toch te veel. En als bonus de benodigde uitstootreductie ruimschoots gehaald

Maar nee, de consumptie moet te hoog blijven en AI gaat het allemaal oplossen, heb ik begrepen. Soms denk ik wel eens dat het leven op aarde ook een AI-experiment is. Een zichzelf overschattende entiteit heeft leven met zelflerend vermogen op aarde geplant. En inmiddels weten we waar dat toe geleid heeft. Die I in AI is niet zo goed gekozen.

Nu begin ik mezelf zo langzamerhand vervelend te vinden. Ik zit nou ook al te jeremiëren over problemen waar iedereen zich mee bezighoudt, maar die desondanks niet opgelost gaan worden. Terwijl er zo veel moois is om over te schrijven. Ik loop terug van het hek naar ons huisje en start de laptop op. Want natuurlijk moet ik vertellen hoe ik een paar weken geleden het compostemmertje leeg ging gooien en tot mijn stomme verbazing een hop zag opvliegen uit de ring waarin we de compost verzamelen. Er bleken 7 eitjes te liggen. Met een camera konden we volgen hoe de mannetjeshop telkens aan kwam vliegen met voer, dat het vrouwtje dan door een gaatje in de compostring aanpakte, als een soort omgekeerde FEBO. Nadat de hopjes uit hun eieren waren gekomen, ontdekten ze al snel het eten uit de muur, dat ze aanpakten van hun af en aan vliegende ouders. En uiteindelijk vlogen ze uit. Ongelofelijk hoe die vrij schuwe vogels toch zo dichtbij zaten te broeden. En hoe we daarvan getuige mochten zijn.

En natuurlijk mag ik die hagedis niet onvermeld laten. Om precies te zijn is het een Blauwkop Prachtagame. Genoemd naar, je snapt het al, zijn prachtige blauwe kop, die hij echter meestal niet heeft. Pas als hij opgewonden raakt verandert de kleur in fel blauw. We hebben er al eerder over geschreven, waarbij we onder meer hoopten dat hij net zo tam zou worden als een verwante agamesoort die al op Mieke's hand kwam zitten om te eten. En inmiddels is het zover. Om de dag verschijnt hij op een muurtje om op een maaltje wormen te wachten. Als Mieke er mee aankomt springt ie meteen op haar hand. Of op haar schouder, als hij dat makkelijker vindt. En heeft hij zijn maaltje op, dan maakt hij geen haast meer om weg te komen, maar blijft lekker zitten. Heel bijzonder voor een dier dat mensen normaal gesproken uit de weg gaat.



Niet alle dieren vinden we overigens even aardig. Nadat we eerst nog heel enthousiast waren over de rosse boomekster (https://nl.wikipedia.org/wiki/Rosse_boomekster), een prachtig mooie vogel die we al wel hadden gehoord, maar nog niet eerder hadden waargenomen in onze tuin, bekoelde dat flink toen we zagen hoe deze de eitjes uit een munya-nestje pikte en verorberde. De natuur is ook niet altijd aardig voor andere natuur, maar in tegenstelling tot mensen nemen rosse boomeksters niet meer dan ze zelf opkunnen.

Een andere eierdief zorgde in eerste instantie voor een flinke adrenalinestoot. Ik zat aan deze blog te schrijven (om precies te zijn, die eerste regel die ik later weer heb verwijderd), toen ik aan de hondenblafjes kon horen dat ze een beest gevonden hadden. Ze stonden net voor de deur van het huisje. In eerste instantie kon ik niet vinden waar ze naar blaften, maar een tel later zag ik hem aan komen glijden. Meer dan 2 meter en akelig dichtbij. Ik kon zo gauw niet zien wat voor slang het was, maar besloot dat niet op mijn gemak te gaan uitzoeken, maar in plaats daarvan de oprit op te rennen. Geen pretje op blote voeten op het scherpe gravel, maar soms is het verstandig om ongemakken voor lief te nemen. Ik was in ieder geval al blij dat ik mijn lungi had omgeslagen, zodat de buren een onbedoelde voorstelling bespaard bleef.

De slang verdween naar de tuin van buurboer Ien. De volgende ochtend zag ik zijn achterste stuk onder het schoenenkastje uitsteken. Toen we het rolgordijntje dat ervoor hing optilden, zagen we dat hij zich in mijn schoenen genesteld had. We konden nu zien dat het een rattenslang was. Dat is inderdaad een slang van indrukwekkende afmetingen, maar ongevaarlijk, tenzij je een ei, een rat, vogeltje of ander kleiner diertje bent. Een hele eer dat hij zich senang voelde bij de geur van mijn schoenen, maar we vonden het toch niet zo'n goed idee. We hebben er dus maar een open schoenenrekje van gemaakt, waardoor hij het niet meer geschikt vond als woonruimte. En zoals elk nadeel had ook dit weer zijn voordeel: het schoenenrekje en de weinig-gedragen schoenen zijn weer eens goed schoongemaakt.

Soms lijkt de natuur er wel bewust op uit om ons dwars te zitten. Waarom zouden er anders van die nauwelijk zichtbare grashalmen bestaan, waaraan zaadjes als 3 millimeter lange vlijmscherpe speldjes zitten, met tot overmaat van ramp weerhaakjes eraan. Als je er met jurk, broekspijp of lungi langs loopt zit dat kledingstuk meteen vol met van die zaadjes, die vervolgens lekker langs je enkels schuren. En er is maar één manier om er vanaf te komen: één voor één eruit trekken. Een mooie meditatieve oefening in geduld, dat dan weer wel.

Over scherp gesproken: nog zo'n irritant creatuur is de wesp die de Engelsen Social Wasp noemen. Voor zover ze sociaal zijn is dat alleen tegenover de eigen soort. Wilderswespen zouden we ze moeten noemen. Het is voor deze dieren echt eigen volk eerst. Ze bouwen gezamenlijk een nest met een boel kamers. Een soort sociale woningbouw. Dan zorgen ze ervoor dat er altijd een paar wespen bij het nest zijn om het met hun vleugels te koelen, en om aanvallers te verdrijven. Nog steeds best sociaal, ware het niet dat de nesten meestal op onzichtbare plaatsen zitten. Onder een stoel of tafel, achter een blad, in een potje met pennen. Dus verzet je niets vermoedend een stoel of tafel, duw je een blad aan de kant omdat je erdoor moet, of pak je een pen uit een potje, dan kan je zo maar 3 of 4 steken te pakken hebben. Dat vinden we dan weer weinig sociaal. Nouja, over een paar weken zijn ze uitgenesteld en hebben we er weer maandenlang geen last meer van. En zit zo'n nest op een plek waar we echt vaak moeten zijn, dan halen we het weg. Ook niet heel sociaal vanuit wespenperspectief gezien. 

We hebben het maar met elkaar te doen, die beestenboel en wij. En eerlijk gezegd gaat dat gewoon heel goed. Die prikdingen nemen we maar voor lief. Er komt zo veel moois voor terug.