29 maart 2018

Nieuwe bewoners

Het huis is nog lang niet af, maar de eerste bewoners zijn er al ingetrokken. Zo vonden we al kort nadat we met zakken stapelen begonnen waren de sporen van illegale bewoning. Tibbe bewees haar kwaliteiten op speurgebied door achter een paar tegen de muur staande deuren een toekeh te ontdekken. Hoewel we dat alleraardigste muggenvangers vinden, waren we minder blij met het feit dat ze zich blijkbaar graag in de rijstkaf ophouden en niet te beroerd zijn om daarvoor zakken stuk te bijten. Nadat we het beest tevergeefs vriendelijk hadden verzocht elders te gaan wonen, moesten we hardere maatregelen nemen. Met behulp van een bezem kregen we hem achter de deuren vandaan, waarbij hij onmiddellijk zijn staart afwierp, waarna we er een emmer overheen gezet hebben. Dat viel nog mee. Nu moest er iets onder de emmer geschoven worden zonder dat ie kon ontsnappen. Uiteindelijk is dat met een dun plankje gelukt. We hebben een mooie woonplek voor hem gevonden helemaal achter in de tuin. Iedere dag horen we hem wel een paar keer toekehhen.

Dat afwerpen van de staart waar ik over schreef is trouwens een bijzonder verdedigingsmechanisme. Een toekeh doet dat als hij zich bedreigd voelt. Die staart kronkelt nog een kwartiertje door. De aanvaller focust daar dan op, waardoor de rest van het beest door kan leven. Na een week of 3 is de staart weer aangegroeid, zij het ietsje korter.


Bij eerdere speuracties wist Tibbe ook al een keer een rattenfamilie op te sporen. Moeder rat had een nestje tussen de (toen nog) plat liggende deuren gefabriekt. Ze koos subiet het hazenpad toen we de deuren optilden. We konden het niet over ons hart verkrijgen om een moordpartij onder de kleintjes aan te richten. De volgende dag waren ze weg. Waarschijnlijk door moeder ergens anders heen gebracht en nu groot genoeg om aan onze rijstzakken te gaan knagen. Principes vragen soms hun prijs.


Een paar dagen geleden heeft een urntjeswesp haar urn tegen een muur in onze badkamer gemetseld. We konden het proces heel mooi volgen. Eerst werkt ze een flinke kwak klei tegen de muur, als een soort fundering. Dan begint ze daar haar urn op te bouwen. Iedere keer vliegt ze weg en komt terug met wat klei om verder toe te voegen. Uiteindelijk zie je dat hompje klei zitten met een onregelmatig gaatje erin. Maar dan gaat ze aan de rand zitten, met 2 voorpootjes om het gaatje gevouwen, en begint om het gaatje heen te draaien. Als een professionele pottenbakster werkt ze zo de rand omhoog tot het een keurige ronde opening is, die goed laat zien waarom deze wespensoort zo heet. Zodra het klaar is steekt ze haar achterlijf erin en laat er haar eitje los. Dan komt ze nog een paar keer terug om voedsel voor de larve te brengen, zodat die straks de eerste dagen geen honger heeft.



Een bijzonder beestje, dat lijkt te bestaan uit twee delen die door een heel dunne middenlijfje met elkaar verbonden zijn. Dat is nou echt wat je noemt een wespentaille.