In korte tijd is het land rondom ons flink veranderd. De koeien van buurmannen Tui en Ien hebben hun sappige weides moeten verlaten, want het is weer tijd voor de rijst. Eerst zijn de boeren met hun hak in de weer geweest om de mini-dijkjes tussen de percelen waar nodig te repareren. Daarna zijn op de juiste plekken openingen gemaakt, zodat het water naar binnen kon stromen. Momenteel wordt er volop geploegd. We zijn hier een paar jaar te laat komen wonen om het romantische plaatje van de buffelende buffel nog te kunnen zien. Tegenwoordig gaat dat ook met een trekker, althans bij onze buren. Er zijn nog altijd plaatsen waar met buffels gewerkt wordt.
In speciale percelen worden de rijstplantjes opgekweekt. Als ze groot genoeg zijn worden ze uitgepoot in de ondergelopen velden. Vroeger werd om de zoveel tijd het veld even drooggelegd om onkruid te kunnen wieden. Net als het zaaien en poten gebeurde dat met de hand. Het uitgetrokken onkruid wed tot een bal gedraaid en terug in de grond gestopt als voeding. Als het hele veld gewied was werd het omliggende dijkje weer geopend en kon het water terugstromen over het land.
Tegenwoordig wordt er met bestrijdingsmiddelen gewerkt en dat gaat niet met de nauwkeurige doseringsapparatuur die we in Nederland gebruiken. Het bestrijdingsmiddelenmannetje komt op zijn brommertje aanrijden met een flinke tank op zijn rug. De inhoud daarvan spuit hij al lopend over het veld. Ook over de aard van de middelen moeten we ons niet te veel illusies maken. Wat in Nederland verboden is wordt hier nog volop toegepast.
Het is natuurlijk makkelijk om daar schande van te spreken, maar we hebben niet alleen makkelijk praten met onze rijkdom en overvloed, maar ook de nodige boter op het hoofd. De Thaise boeren lopen namelijk tegen hetzelfde probleem aan als de Nederlandse: de macht van de supermarkten. Waar de Nederlandse boeren er al haast niet in slagen een vuist te maken tegen het afknijpen van de prijzen die ze voor hun producten krijgen, hebben de Thaise boeren al helemaal niets in te brengen. De Thaise regering die een aantal jaren geleden door de militairen opzij gezet is had een garantieprijs van 14 baht (35 cent) per kilo beloofd, maar kon dat niet waarmaken. In een goed rijstjaar kan de prijs zo maar rond de helft daarvan schommelen. Daarvoor moeten dus niet alleen dat zaaien en uitpoten gebeuren, maar ook de man met de trekker en het bestrijdingsmiddelenmannetje ingehuurd worden en de rijst uiteindelijk geoogst en gedorst worden. Heeft een rijstboer geen familie die ingeschakeld kan worden, dan zal hij ook nog hulp bij het uitpoten en het oogsten moeten inhuren. Zonder bestrijdingsmiddelen zouden daar nog de kosten van de onkruidwieders bij komen. Voor de dure in Europa toegestane middelen is al helemaal geen geld, dus gebruiken ze spul dat in Nederland allang verboden is.
De 7 baht (18 cent) per kilo die de boer krijgt voor zijn harde werk in de brandende zon is in het schap bij Albert Heijn € 1,79 geworden. Het lijkt er sterk op dat degenen die het meest aan de rijst verdienen niet degenen zijn die er het hardst voor werken. Waar hebben we dat meer gehoord...
Met al dat water rondom verschijnen er soms ineens wel onverwachte gasten op de veranda...
...en zoekt ons huisdraakje het hogerop.