Sommige dieren hebben een aparte status verworven. Ze hebben daar zelf geen weet van, maar als we ze zien praten we liefkozend over "onze ...." Allereerst is daar onze toekeh. Hij is al vaker in verhalen voorbijgekomen. Hij is de eerste bewoner van Baan Din. Terwijl wij nog aan het bouwen waren is hij er al ingetrokken. De rijstkaf waarmee wij de zakken vulden die uiteindelijk het hart van de muren zijn geworden beviel hem bijzonder goed. Wij zijn de nodige ochtenden moeten beginnen met het dichten van gaten die onze toekeh in de rijstkafzakken had gebeten. Sinds alles gestuct is is dat geen probleem meer. Dat het onze toekeh is die hier nu nog woont weten we zeker vanwege zijn staart. Tijdens de bouw was hij namelijk een keertje precies op de plek gaan zitten waar ik een zware deur neerzette. De deur landde op zijn staart en wat toekehs doen als ze bedreigd worden is hun staart afwerpen. Dat deed de onze ook. Zo'n staart blijft dan nog een kwartiertje liggen kronkelen (https://youtu.be/6uT9RtRx9LM). De bedoeling daarvan is dat een eventuele aanvaller zich op die staart gaat richten, zodat de toekeh een veilig heenkomen kan zoeken. De staart groeit weer aan, maar wel iets korter, en met een ander patroontje of kleurtje. Zo heeft onze toekeh nu een lichtere staart.
En dan is er ook nog ons draakje. Het heeft een tijd in de badkamer gewoond, maar is nu verhuisd naar de voorkant van Baan Din. Het is behoorlijk aan ons gewend, zeker sinds Mieke een paar keer een schaaltje overheerlijke meelwormen op een muurtje heeft gezet. Ons draakje heeft een duidelijke wond aan een kant van het lijf. We vrezen dat een van de honden die op zijn geweten heeft. De wond zit er al een tijdje, maar ons draakje lijkt er geen last van te hebben. Vanmorgen zat het er gezellig bij tijdens het ontbijt in de sala (een soort prieeltje).
Ik wens je een landschap, zo compleet
dat ik er haast niet ben,
dat jij bemint en ik herken,
waar ik de weg nog weet.
Als het donker wordt zoekt hij een plekje net onder het dak van de sala. Als wij daar vervolgens nog gaan zitten eten horen we soms een paar protestgeluidjes, maar daarna slaapt hij gewoon verder. Er is ook een mevrouw bushchat, maar het lijkt erop dat ze een latrelatie hebben.
Dan zijn er ook nog tijdelijke bewoners, die komen en gaan, maar inmiddels wel de onzen geworden zijn. Zoals onder meer onze grote ijsvogel en onze kleine ijsvogel.
Natuurlijk zijn er ook nog onze honden. Waar mensen vreemd opkijken als je het hebt over onze toekeh, ons draakje, onze bushchat of onze ooievaar, vindt iedereen het heel gewoon als je over onze honden praat. De honden zelf vinden wel dat we tot dezelfde roedel behoren, maar onder het begrip "onze" verstaan ze toch niet hetzelfde als wij. Onze andere dieren zijn niet veilig als onze honden in de buurt komen. Het jagen zit ze zo in het bloed dat we ze ons ons kent ons niet bij kunnen brengen. Daardoor komt het bijvoorbeeld wat betreft de slangen maar steeds niet tot dat 'onze': ze vallen voortijdig ten prooi aan onze fanatiekste snakehunter Tibbe.
Ik vraag me wel eens af of ze zich bewust zijn van hun positie. Voor Thai is het een schrikbeeld dat je terugkeert als hond, omdat je niet goed geleefd hebt. Onze honden zouden dus zomaar een incarnatie kunnen zijn van een losbandig geleefd hebbend type. Ze lijken daar niet onder gebukt te gaan, maar volop van hun leven te genieten. Zo erg kan het niet zijn om als hond terug te keren. Lekker rondracen door de wei en als je mensen niet opletten snel op zoek naar plekken waar je onder de afrastering door kunt. Een van de honden kwam laatst met een kip terug uit het dorp. Een hondenleven is zo erg nog niet.
Zo, en nu ga ik nog even in de cold tub zitten. Tussen onze guppies.
Bekijk de turtoise shell beetle, de lantern fly, de yellow spotted keelback, de agame en andere beessies op onze beessiesfotospagina.