De regentijd begon vroeg dit jaar en was er maandenlang een zoals we die ieder jaar wel zouden willen hebben. De gigantische stormen waarmee het begin van de regentijd normaal gesproken gepaard gaat bleven achterwege. En in plaats van de hevige plensbuien die de grond meteen dichtslaan waren het dit jaar gestage regens, om de zoveel dagen, die steeds volledig door de grond werden opgenomen. Dat deed de tuin goed. Bomen en struiken zijn met onvoorstelbare snelheid de grond uitgeschoten, alsof er een groene bom geëxplodeerd is. Ons huis viel altijd meteen op als je het dorp uitreed, maar nu zie je het niet meer. Het gastenhuisje dat er nu ruim een jaar staat zou nu niet meer geplaatst kunnen worden omdat de vrachtauto er niet meer door kan. Vanaf het balkonnetje van het gastenhuisje is ons huis ook niet meer te zien. We hadden er rekening mee gehouden dat het wel een jaar of 5 kon duren voordat het groen een beetje aan begon te slaan, maar dat gebeurde dus al na 3 jaar.
Eind augustus kregen de regens alsnog een moesson-achtig karakter. Vrijwel dagelijks kregen we enorme hoeveelheden water te verwerken. De luchtvochtigheid was zo hoog dat het haast onmogelijk was om de was te drogen. Aangename verrassing was wel, dat alle water steeds weer werd afgevoerd. We vermoeden dat veel bomen hun wortels inmiddels door de vette kleilaag geboord hebben en daarmee een natuurlijke drainage hebben bewerkstelligd. Maar uiteindelijk gingen de regens toch te lang door en begonnen zich overal grote plassen te vormen. We begonnen ons zorgen te maken over Surya, want haar wei kwam ook steeds meer blank te staan. Haar stalletje bleef gelukkig wel goed droog, maar als het veel erger zou worden zouden we haar tijdelijk weer op de paardenfarm moeten stallen.
Ook voor de schildpadden werd de nattigheid een probleem. Nadat ze een jaar of twee in een omheind stukje van de tuin hadden gezeten hadden we ze juist vrijgelaten, zodat ze nu in het grootste deel van het landje kunnen rondbanjeren. Ze waren meteen fanatiek aan het graven gegaan, want ze overnachten in een hol onder de grond. Door de voortdurende regens liepen die holen echter vol, of ze stortten zelfs in. Gelukkig is dat goed afgelopen, maar we hebben ze wel weer even teruggezet binnen de oorspronkelijke, kleinere omheining. Zodra het wat droger wordt mogen ze hun gang weer gaan.
Vandaag is het de derde dag op rij zonder regen en zelfs met aardig wat zon. Al het water dat op het landje stond is nu al verdwenen. De regenkansen nemen echter de komende dagen weer flink toe, dus we moeten maar afwachten of het een beetje binnen de perken blijft.
Die zware regenbuien hebben niet alleen maar nadelen. Zo konden we met een handige constructie het water van het dak in de net schoongemaakte cold tub laten lopen. Met kraanwater duurt het een paar uur voordat die vol is, maar nu was dat met een goed half uur gebeurd. Ook kunnen we tijdens zo'n bui prima douchen. Het regenwater heeft hier een aangename temperatuur.
De vochtigheid zorgt wel voor ongenode gasten. Mieke werd van de week na het douchen gebeten door een takaab, een reuze-duizendpoot, die in haar handdoek zat. Het is routine om handdoeken en kleding voor gebruik te controleren en uit te slaan, maar soms vergeet je zoiets een keer. Gelukkig was het een vrij klein exemplaar en wellicht heeft ie niet helemaal doorgebeten, want het viel mee met de pijn. Takaabbeten staan normaal gesproken bekend als uiterst pijnlijk (pijnlijker nog dan schorpioenbeten) en soms is behandeling in het ziekenhuis noodzakelijk.
In dit seizoen zijn ook de metselwespen actief. Een urntjeswesp probeert al weken lang een urntje aan de rand van onze wc-bril te metselen, maar wij vinden dat niet zo'n goede plaats voor een wespennest. De urntjeswesp is behoorlijk vredelievend en steekt alleen als ie echt in het nauw wordt gebracht. Maar dat laatste zou voor zijn gevoel zo maar het geval kunnen zijn als wij ons op die bril laten zakken. We halen de bouwsels dus weg, maar de wesp begint vrolijk opnieuw.
Een ander type metselwesp metselt nestjes in nauwe ruimtes. Er heeft er al eens eentje mijn tinwistle vernaggeld door het toongat dicht te metselen. Nu zat er al een aantal dagen eentje ergens achter mijn hoofdkussen, alleen had ik geen flauw idee waar precies. Speurtochten leverden niks op. Tot ik vandaag mijn gedichten-opschrijfboek pakte en het niet open kreeg. Het zat dichtgemetseld. Hoewel het niet om een plek ging met prikrisico, was ik er toch ook niet echt blij mee. Zowel om gedichten te lezen als om nieuwe te schrijven moest het boek toch echt open kunnen. Bovendien was ik bang dat de larven zich aan het papier tegoed zouden doen. Hoewel poëzie best vergankelijk mag zijn (er zit een gedicht onder het leemstucwerk van het huisje) wilde ik mijn werk toch maar liever niet laten opeten door wespenlarven. Ik heb het boek dus maar met wat extra kracht opengetrokken en kreeg daardoor een schitterend kijkje in de wespenkraamkliniek, die inmiddels over de volle lengte van het boek was uitgebouwd. De larven krioelden er al rond. Sorry, metselwesp. Maar de kippen waren wel weer erg blij met de larven. Dat is nog een ingewikkelde rekensom voor degene die mijn karma bij moet houden.