23 november 2021

Hulp aan Birmezen uitgebreid

Van de MAP foundation, de stichting die Birmese werkers ondersteunt met voedselpakketten (zie deze blog), kregen we een kort verslag van de voortgang van het project. De oproep die we in augustus deden was geïnitieerd door een mede-bestuurslid van de Foundation for Education of Rural Children. In totaal konden met de donaties die volgden op die oproep zo'n 300 foodbags worden gekocht. Daarvan kwamen er bijna 70 van lezers van onze blog. Een druppel op een gloeiende plaat, maar samen met veel andere druppels kon de plaat toch wat afgekoeld worden.

Het merendeel van de pakketten is terechtgekomen bij werkers en hun gezinnen in Chiang Mai. Recentelijk is zijn er ook mensen van de stichting naar Fang, een stadje bij de Birmese grens in het uiterste noorden van Thailand, gereisd om pakketten te brengen bij Birmezen die daar in de sinaasappelplantages en fabrieken werken. Geheel in Thaise stijl zijn daar foto's van gemaakt. In Nederland zou dat privacygevoelig liggen, maar hier is dat heel gewoon. Zelfs wie gearresteerd wordt staat met naam, woonplaats en foto in de krant, meestal omringd door de trotse agenten die de arrestatie hebben uitgevoerd en een nog trotsere chef die de kans op nog een lintje erbij op zijn al volgehangen uniformjasje weer ziet groeien. Maar dat ter zijde.

Foto: MAP Foundation

Positief nieuws is dat de MAP-foundation is ingeschakeld door de provinciale gezondheidsdienst om te helpen bij alles wat met corona te maken heeft. De Birmezen zijn een extra kwetsbare groep doordat ze met velen in kleine woningen leven, buiten de standaard gezondheidszorg-programma's vallen en mede daardoor moeilijk van informatie te voorzien zijn. Dankzij de samenwerking komen voorlichting, tests en vaccinaties nu binnen het bereik van die groep.

Foto: MAP Foundation

Inmiddels is Thailand weer open voor toeristen. Hoewel de heropening met veel optimistische verwachtingen werd gepresenteerd komen er nog maar mondjesmaat mensen het land in. De meesten daarvan zijn vermoedelijk mensen die hier een huis en/of een vrouw hebben. Het is twijfelachtig of het toeristen-hoogseizoen, dat rond deze tijd zou moeten beginnen, een beetje van de grond wil komen. De kans dat dat pas volgend najaar gaat lukken is realistischer. Er is dus voorlopig nog werk aan de winkel voor MAP en al die andere organisaties die proberen het lot van degenen die het zwaarst getroffen zijn een beetje te verlichten.

Brahm Press, de man achter de MAP Foundation, vroeg ons om "the Dutchies" hartelijk te bedanken voor hun donaties. Bij dezen dus. En wie meer wil weten over de hulp aan Birmese werkers kan de eerder genoemde blog nog eens teruglezen.

15 november 2021

Wakkerhouders

Toen we nog in Chiang Dao woonden hebben we onder meer een Franse vrouw leren kennen die al een paar jaar op zoek was naar een woonplek. In eerste instantie dachten we dat het dan blijkbaar heel moeilijk was om hier een woning te vinden, maar toen we een middagje met een makelaar rondtoerden vertelde die (privacy is geen issue in Thailand) dat een van haar eisen was dat er absoluut geen geluid van buren of andere omgeving te horen mocht zijn.  Hij kende wel zulke plekken, maar durfde die niet aan haar aan te bevelen. Veel te gevaarlijk voor een alleenstaande westerse vrouw, vond hij.

Huisje kijken bij Chiang Dao

Wie op zoek is naar stilte moet niet in Azië zijn, hebben we wel eens iemand horen zeggen, en voor Thailand gaat dat inderdaad grotendeels wel op. Er waait regelmatig muziek over uit het dorp, afhankelijk van de windrichting hoor je verkeer op de weg naar Lampang, je hoort de bosmaaiers, de treintoeter, soms een tractor, voorbijkomende brommers en momenteel is het de tijd van de rijstoogst en zoemt de rijstmolen op de achtergrond. En is er iemand overleden of is het een Boeddhistische feestdag, dan hoor je de monniken. Op de plekken waar we eerder woonden of op vakantie gelogeerd hebben was dat altijd min of meer hetzelfde. We zijn eraan gewend, we vinden het niet erg, en er zijn nog heel veel momenten dat het hier heerlijk stil is.

Rijstoogstmachine

Stilte is overigens een subjectief begrip. Het kan zo maar zijn dat wat wij als een heerlijke stilte ervaren, voor een bezoeker uit Nederland een slapeloze nacht betekent. Want er is altijd wel het geluid van krekels, cicaden of kikkers. Dat kan soms behoorlijk hard zijn, maar het is zo alom tegenwoordig dat we eraan gewend zijn en het ons niet meer opvalt. Wij liggen daar dus niet wakker van.

Toch hebben we de afgelopen week een paar gebroken nachten achter de rug. Debet daaraan was een roedel honden, die door de omgeving zwierf en de sala van een buurman als nachtelijke uitvalsbasis had gekozen. Zo'n beetje om het uur lieten die honden van zich horen door onderling ruzie te maken of klagelijk te gaan huilen. Onze eigen honden vlogen dan luid blaffend naar buiten en wij zaten rechtop in bed. 

In eerste instantie probeerden we dat op te lossen door 's nachts de deur dan maar dicht te doen. Nu onze honden doorhadden dat ze niet naar buiten konden, reageerden ze inderdaad niet meer zo heftig op de wilde groep. Alleen begonnen ze zo tegen een uur of 3 zachtjes maar o zo irritant klagende piepgeluidjes te maken. Ze zijn niet gewend dat ze niet naar buiten kunnen voor het doen van hun behoefte en er was sprake van hoge nood. Daar moesten we dus voor het bed uit.

Duidelijk was nu dat het probleem alleen kon worden opgelost door de roedel wilde honden te verjagen. Maar hoe? We zouden het de buren kunnen vragen, maar zijn bang dat die dat op een weinig diervriendelijke manier zullen doen. Gelukkig biedt internet voor alles een oplossing. We vonden een paar video's met voor honden (en naar bleek ook voor onszelf) zeer onaangename geluiden. Die bleken te helpen. Zodra het geblaf en gehuil 's nachts begon zetten we zo'n videootje aan en onmiddellijk kozen de honden het hazepad. Na de 2e nacht bleven ze een nacht weg, maar na de nacht erna nog een keer met gepiep bestookt te zijn, zijn ze nu al een paar nachten weggebleven. We kunnen de deur weer open laten 's nachts.

Een ongestoorde nachtrust was daarmee echter nog geen feit. Weliswaar was het geblaf nu opgehouden, maar daarvoor in de plaats begon het geknaag. Het leek van vlak achter mijn hoofd te komen en het was te hard om door een hout-etend insect te worden voortgebracht. Ik inspecteerde de ruimte tussen matras en houten bedombouw, maar daar was niets te zien. Ik ging weer liggen en hoopte dat het overging, maar het geknars werd alleen maar intensiever. Ik stond op en probeerde het te localiseren, maar als ik met een lampje scheen hield het knagen op. Uiteindelijk was de conclusie dat het geknars uit een klein ladenblokje kwam. Eén voor één opende ik de laatjes. Toen ik het onderste open trok werd ik, schrik o schrik, besprongen door iets onbekends. Via mijn knie sprong het op de grond en verdween. Ik heb niet kunnen zien wat het was, maar dat werd wel duidelijk toen ik het laatje helemaal uit het blokje trok. Tussen de ammonieten die nog een plek in het mozaiekwerk moeten krijgen zat een stel net geboren muisjes. Moeder muis had de papiertjes waarop staat wie in Nederland de andere helft van de betreffende steen heeft in haar nest verwerkt. Voorwaar een mooie bestemming, maar onze liefde voor de natuur gaat niet zo ver dat we een muizennest achter het hoofdeind van ons bed ongemoeid laten.

Rennende muizen en ratten behoren sowieso tot de wakkerhouders. Dat ze vogelnestjes leegroven en op zolder piesen nemen we ze ook niet in dank af en voor zover er nog sprake was van enige sympathie hebben ze die wel verspeeld door me met de ziekte van Weil op te zadelen. Ze horen bij het leven tussen de rijstvelden, maar we proberen ze zo goed en zo kwaad als het gaat toch uit de buurt te houden.

Een van de meest komische wakkerhouders, hoewel we er midden in de nacht niet echt om kunnen lachen, is de kievit. Die maakt een nest op de grond en zodra er gevaar dreigt vliegt hij op om met veel kabaal een potentiële nestrover af te leiden, zodat die het nest niet vindt. Op zich zouden we daar niet wakker van worden, maar helaas heeft Yindee een verband gelegd tussen voorbijgangers op de weg en de alarmroep van de kievit. Zodra de kievit zich laat horen vliegt Yindee blaffend naar het hek. Ook 's nachts. De blaffende hond is op zich weer een bedreiging voor de kievit waardoor deze er nog een schepje bovenop doet en zo ontstaat een zichzelf in stand houdend alarmsysteem. Heel komisch, maar het mag allemaal wel wat zachter. Dat hebben we Yindee intussen ook redelijk bij kunnen brengen. De kieviten moeten het tegenwoordig wel heel bont maken om haar aan het blaffen te krijgen.

Voor het inperken van de ergste wakkerhouder kregen we hulp van de natuur zelf. Ik heb het dan over de feestjes, die hier in Thailand alleen maar geslaagd kunnen zijn als er karaoke gedaan kan worden. Over hoe zich dat ontwikkelt als de avond vordert en de flessen zelfgestookte whissekie leeg raken hoef ik denk ik niks te schrijven. Sinds de corona-uitbraak is het echter gedaan met die feestjes. De laatste weken komt er zo nu en dan wel weer eens wat muziek uit een van de omliggende dorpen aanwaaien, maar een party tot diep in de nacht is er al heel lang niet meer geweest. Mocht dat er ooit weer van komen, dan hebben we gelukkig nog een doeltreffende remedie in huis: oordopjes.

07 november 2021

Manies

In één klap zijn we een stuk rijker geworden. En dat zonder de loterij te winnen of een erfenis te krijgen. Eigenlijk hebben we er niets extra's voor hoeven doen. Het is gewoon vanzelf gegaan. 

Het begon allemaal toen Phan, onze 'Thaise zoon', liet weten dat hij langs zou komen. Een hele verrassing, want hij woont al weer een tijdje in Phuket en dat ligt op zo'n 1500 kilometer van Lampang. Zijn oom, die ook in Phuket woont, bleek een auto gekocht te hebben in Lampang en die gingen ze samen ophalen. Het ging om een simpel tweedehandsje, dus waarom dat van zo ver weg gehaald moest worden (vergelijk het met dat je vanuit Nederland een auto koopt en gaat ophalen in Barcelona) is ons een raadsel, maar we zijn inmiddels gewend aan de onnavolgbare Thaise logica, dus we hebben er maar niet naar gevraagd.

Natuurlijk was het een hartelijk weerzien, waarbij Phan ook alle dieren even moest knuffelen en aan oom en de ook meegekomen tante moest laten zien wat hij allemaal bij ons geknutseld had. Hij was ook zeer verrast door de hoogte van de bomen en andere begroeiing. In januari was hij voor het laatst geweest en toen kon je nog vanaf de weg het hele landje overzien. Nu is het een groene oase, zoals we al in een eerdere blog schreven. 

Die groene oase blijkt de oorzaak te zijn van onze opmars richting Quote 500. Dat bleek toen we stekjes gingen verzamelen om mee te geven aan tante, die ook dol is op plantjes. De afgelopen weken heeft Mieke volop nieuwe schaduwplantjes geplant. Dat kon tot voor kort niet, omdat er te weinig schaduwplekken waren, maar nu is dat dus compleet veranderd. Phan wees op één van de plantjes en vertelde dat dat op de markt momenteel 100.000 baht, zo'n 2700 euro, kost. We grapten nog dat hij het voor 50.000 mee mocht nemen en besteedden er verder weinig aandacht aan. Ik vermoedde dat hij zich in de Engelse getallen vergist had. In het Thais is de opbouw van getallen namelijk anders dan bij ons. Het rijtje duizend, tienduizend, honderdduizend is in het Thais phan, meung, sen. Vertalen naar het Engels kan voor een Thai dus best verwarrend zijn.

100.000 baht (€ 2.700)

Toch liet het ons niet helemaal los. Phan zou best meung vertaald kunnen hebben met 100.000 in plaats van 10.000, maar zelfs 10.000 baht is nog altijd een exorbitant bedrag voor een plantje. We zijn daarom maar eens op onderzoek uitgegaan en wat bleek? Er is in Thailand sprake van een soort tulpenmanie: een plantjes-met-mooie-blaadjesmanie. Of Phan gelijk had met de prijs voor het specifieke plantje dat hij aanwees weten we niet, maar dat er waanzinnige prijzen voor plantjes gevraagd worden blijkt te kloppen. In het filmpje hieronder bezoekt een Australier een plantenmarkt in de zuidelijke badplaats Hua Hin en valt van de ene verbazing in de andere. De hoogste prijs die hij tegenkomt is maar liefst 3,9 miljoen baht, ruim 100.000 euro. Helaas wordt niet duidelijk of dat bedrag er ook daadwerkelijk voor gegeven wordt. (Als de video niet zichtbaar is, ga dan naar https://www.youtube.com/watch?v=c9aikFrZWp0)

Nu zitten we hier met de nodige plantjes-met-mooie-blaadjes en daarmee zijn we vermoedelijk dus stinkend rijk. We zouden nu een hoge muur om het landje moeten bouwen, met camera's op alle hoeken en felle verlichting overal. En we zouden wat mensen moeten inhuren om de plantjes-met-mooie-blaadjes constant in de gaten te houden en te ontdoen van rupsen en andere bladeters. Maarja, om dat te betalen zouden we de plantjes-met-mooie-blaadjes moeten verkopen en dan hebben we al die poespas niet meer nodig. Een heuse catch-22, alleen zitten we er niet in gevangen, want net als de tulpenmanie gaat de plantjesmanie ook wel weer over. Bovendien willen we de plantjes niet kwijt, weten we niet zeker of onze plantjes ook wel zo veel waard zijn en hebben we geen idee hoe we ze zouden moeten verkopen en aan wie. We voelen ons al rijk genoeg met de mooie tuin, al die dieren om ons heen, ons relaxte leventje hier in dit mooie land en elkaar.

Oplettende lezertjes (ja Frans, die is speciaal voor jou) is het ongetwijfeld opgevallen dat er met Phan iets aan de hand is. In de tweede alinea noemen we hem onze Thaise zoon, en bij de uitleg over de Thaise duizendtallen komt phan ook weer terug als vertaling van duizend. Zijn naam is eigenlijk Prasong, maar net zoals alle Thai wordt hij in het dagelijks leven door iedereen aangesproken met zijn bijnaam, die inderdaad duizend betekent. We kennen hem al van voordat we naar Thailand verhuisden, zijn goede vrienden geworden en op een gegeven moment heeft hij gevraagd of hij ons mom en dad mocht noemen. Dat mogen we als een hele eer beschouwen (en qua leeftijd zou het goed gekund hebben), dus sindsdien heeft hij een Nederlandse mom en dad, hetgeen betekent dat wij vanaf hetzelfde moment een Thaise zoon hebben.