01 mei 2017

Inburgeren

Volgens mij doen we het helemaal niet slecht met inburgeren. Het zijn vooral allerlei kleine dingetjes waar we aan merken dat we langzaam maar zeker al een klein beetje thuis raken in dit wondere land. In de namiddag gaan we regelmatig naar de markt. De laatste tijd zijn we vaker zelf aan 't kokkerellen, omdat we op die manier veel meer variatie kunnen aanbrengen in wat we eten, en bovendien is het shoppen op de markt gewoon hartstikke leuk. De lokale bevolking verkoopt er vers geoogte groenten en fruit, vers vlees, en vers bereide curry's, toetjes, gefrituurde insecten, verse vis, teveel om op te noemen.


Het koken is een beetje een kampeergedoe, omdat we hier geen keuken hebben. Maar toen we in het begin van de maand een koelkast gingen kopen kregen we daar een gratis elektrische wok bij, en die zijn we dan ook maar gaan gebruiken. Voor de groentengerechten die we graag maken is het ding prima bruikbaar. Vandaag hebben we op de markt weer een nieuwe naam geleerd: waterspinazie heet pak boeng. Het ezelsbruggetje wordt dan natuurlijk pats boem, dat ligt nogal voor de hand. Ik wed dat ik het niet meer vergeet... Een groentenverkoopster merkte op dat het vandaag erg warm was (loan maak) en ik verstond haar! Het stelt geen klap voor, en toch is het kicken als je merkt dat je steeds meer woordjes, en soms zelfs korte zinnetjes gaat herkennen! We vinden het leuk om af en toe onbekende dingen te kopen op de markt en dan uit te proberen hoe het smaakt en via youtube kun je altijd wel een filmpje vinden over hoe je bepaalde groenten of fruit moet schoonmaken en bereiden. Zoals een dezer dagen grote verse bamboespruiten, heerlijk! De gefrituurde zijderupsen hebben we nog maar laten liggen, maar volgens de buurvrouw zijn ze lekker van smaak en lekker zacht van binnen! En we kochten een soort opgevouwen flensjes, die ter plekke gebakken worden en gevuld met een mix van bijvoorbeeld zoete mais en geraspte kokos. Heerlijk toetje!


We hebben ons ook al aangepast aan het dorpsritme. Men wordt hier om zes uur gewekt met muziekjes (we hebben besloten dat het om een soort van regionaal volksliedje zal gaan en er wordt altijd met een tranentrekkende smartlap afgesloten) en daartussenin een praatje van het dorpshoofd. Momenteel is het zo bloody hot overdag, dat het helemaal geen straf is om om zes uur op te staan en dan meteen een wandeling te maken met Tibbe. Het is dan prima uit te houden met een graad of vijfentwintig, maar tegen de tijd dat we weer thuis zijn loopt het al tegen de dertig. In de loop van de dag wordt het dan zo'n graad of veertig . We zijn zelf eigenlijk heel verbaasd over 't feit dat we heel goed overweg kunnen met deze hitte. Het is echt flink zweten geblazen, maar eigenlijk valt het ons 100% mee. Moet wel gezegd worden dat we op die extreem hete dagen een groot deel van de dag boven in onze zit-slaapkamer verblijven waar we de airco op 27 graden hebben staan, heerlijk koel! Voordeel is ook dat je erg weinig was hebt. Je draagt Ueberhaupt maar weinig kleren, en als je thuis bent kun je dat tot een minimum of tot nul reduceren. Zalig!


's Ochtends wassen we het kleine spul op de hand, dat is een uurtje later weer droog, en het beddengoed geven we bij Noi af, die ervoor zorgt dat het mee naar de wasserij gaat. Voor een kleine anderhalve euro hebben we ons bed en de grote handdoeken weer schoon.

Gisteren ben ik met buurvrouw Nui meegeweest naar de voorbereiding van een crematie van een van de ouderen hier in het dorp, die eergisteren is overleden. Dat was een leuke en leerzame ervaring! Haast alle dorpsgenoten helpen mee om de familie van de overledene te ondersteunen en te ontlasten, die hoeven zelf helemaal niets te regelen. Begrafenisondernemers zijn hier volledig overbodig. De mannen bouwen luifels en overkappingen op, sjouwen met kookstellen en gasflessen en zakken vol groenten, vis, vlees en fruit en gaan vervolgens zitten kijken naar hoe de vrouwen gaan koken. Tientallen vrouwen zitten groenten te snijden, en er wordt in giga-pannen gewokt en gekookt. Er worden voor de crematie zo'n 200 mensen verwacht die allemaal moeten eten. Het lijkt wel een kippenhok, zo wordt er gekletst en gelachen, het is een ronduit gezellige bedoening. Ik word allerhartelijkst onvangen, iedereen kletst gewoon Thais tegen me en met gebarentaal wordt vlot duidelijk gemaakt waar ik mag gaan zitten en wat ik kan doen (gepofte knoflookteentjes van hun schilletje ontdoen en mini-auberginedingetjes 'ontstelen'). Ik voel me zonder meer opgenomen in de groep vrouwen en heb eigenlijk weinig last van het feit dat ik geen enkele conversatie kan volgen. Het is gewoon leuk om deel uit te maken van dit dorpsgebeuren, te luisteren naar het gekwebbel en gelach en gewoon lekker bezig te zijn. Ik realiseer me dat het zo z'n voordelen heeft om te taal niet te kunnen verstaan of spreken. Hou ik eindelijk eens mijn mond en kan ik heerlijk meditatief genieten van wat ik aan het doen ben en van het sfeertje om me heen. Ik vind het ook leuk om te luisteren naar het gekwebbel en te proberen woorden te verstaan. Ik heb het in elk geval wel al snel door als ik 'over de tong ga', want dan hoor ik dat ze het over de 'farang', (uitgesproken als 'falang') hebben, hetgeen zoveel betekent als 'buitenlander', of 'blanke'. 'Man farang' zijn aardappels, misschien zijn wij blanken daar wel naar vernoemd...


En aardig deel van onze tijd wordt besteed aan onze huizen- en/of landjesjacht. Ik geloof werkelijk dat het deze omgeving zou kunnen worden waar we ons eigen plekje gaan vinden. De omgeving is hartstikke mooi. We maken regelmatig ritten in een straal van pakweg dertig kilometer rond Lampang, en we zijn al meer dan eens verrast door de schoonheid van de diverse landschappen. De ene keer zien we vooral rijstvelden en andere agrarische landschappen, dan weer is het heel bosrijk, of rijden we in prachtig groen heuvellandschap. Dat prachtig groen is een kwestie van mazzel, overigens, want normaal gesproken kan het in de hete tijd gortdroog zijn. In de afgelopen weken hebben we een keer of drie, vier een flinke tropische plensbui gehad, en dat is dan toch genoeg om alles mooi groen te houden.


Onderweg proberen we perceeltjes of huizen te spotten met een bord 'te koop' erbij. Maar de meeste percelen en huizen krijgen we te zien omdat we worden getipt door buren, bekenden of wildvreemde dorpsgenoten die weer tips doorgeven aan onze buren. Inmiddels weet het hele dorp natuurlijk dat er nieuwe falang in het dorp zijn komen wonen, die een huisje zoeken of een plek om er een te bouwen. We krijgen steevast het advies om eerst een Thai te laten informeren naar de prijs omdat die anders omhoogschiet op het moment dat men weet dat de belangstellenden falang zijn.


Tot nu toe was er echter nog niets van onze gading, maar we proberen geduldig te zijn en gaan gewoon door. De twee plekjes die we wel leuk vonden, hier in het dorp Nang Lae, gaan het niet worden. Het ene huis is wel te huur, maar niet te koop, en het andere is onlangs al verkocht, maar komt mogelijk opnieuw in de verkoop, omdat de nieuwe eigenaar zijn hypotheek maar moeilijk af schijnt te kunnen lossen. We zullen zien. Vanochtend zijn we met de buuv nog naar een lap grond wezen kijken, maar dat bleek om een kaal rijstveld te gaan dat eerst nog opgehoogd moet worden voordat je er ueberhaupt iets op kunt bouwen. Gaan we niet doen. Maarrrrrr.... toen we vanmiddag naar Noi gingen met de was en de huur vertelde ze dat zij ook weer had gehoord van mensen die grond te koop hadden, en morgen gaan we daar met haar naar kijken. Zo blijven we in elk geval lekker bezig..... we houden jullie op de hoogte!