25 juni 2017

Ananasoverschot

Over Thailandgangers gaat wel het verhaal dat ze liefhebbers zijn van vruchten, en dan met name de verboden vruchten. Hoewel daarover hele sappige verhalen te schrijven zijn, houd ik me bij dit blog bij non-fiction. De vruchten waarvan we hier genieten vallen niet in de categorie "verboden' maar zijn niettemin uiterst sappig. Sommige zijn al eerder voorbijgekomen. Ook voor mijn eigen overzicht van wat ook al weer wat was, zet ik ze maar eens bij elkaar.

In Chiang Dao werden we door de pluksters in de bergen rond ons huisje regelmatig getracteerd op bananen en papaja. Die zijn, evenals de mango's genoegzaam bekend in Nederland, dus daar hoef ik verder niet te veel over te schrijven. Wel leuk om te weten is dat je hier een soort minibanaantjes hebt (finger-bananas, kleiner nog dan die op de foto), die nog net wat smaakvoller zijn.


Hier in Nang Lae groeien de mango's in de tuin en komen we erachter dat je, net als bij papaja's, zoete en zuurdere varianten hebt. Hier groeit vooral de laatste. Als je die in je ontbijt doet valt het wat tegen, maar in je warme maaltijd passen ze prima. Ook de (water)meloenen zijn natuurlijk al bekend. Wat ze, net als alle fruit, hier anders maakt zijn de lage prijs en het feit dat je er zeker van kunt zijn dat je een rijpe vrucht koopt. Dat was bij de Plus in Vierlingsbeek nog wel eens anders.

Op nu, naar de (voor ons) nieuwe smaken.

Salak


Op de markt in Chiang Dao kochten we de voor ons onbekende salak, of slangenvrucht. Zo genoemd omdat de schil wat doet denken aan een slangenhuid. Ziet er gepeld niet heel aanlokkelijk uit, met wat donkere vlekken op het vruchtvlees, maar smaakt lekker, een beetje als licht gefermeteerde ananas.


Tja, en dan naar deze wat peervormige vruchten. We kregen ze van een vrouw aan de overkant van het kanaal, toen we gingen kijken of we haar huis misschien wilden huren. Dat huren is niet doorgegaan, en de naam van de vruchten ben ik vergeten. Wel dat ze een beetje droog smaakten; niet dat goddelijke sappige wat veel vruchten hier hebben.
Mangosteen


De mangosteen is juist wel ontzettend sappig. Er zit een flink dikke schil omheen die je opent door er gewoon met je hand hard op te drukken. Dan scheurt ie open en kun je de vrucht eruit halen. Het is een bolletje dat uit partjes bestaat, net als een mandarijn. De pit is relatief groot, het vruchtvlees moet je er een beetje afsoebelen, maar dat is de moeite meer dan waard.

Opengedrukte mangosteen en een bosje lychees


Door naar de lychee. Die hoeft eigenlijk geen introductie voor wie wel eens de chinees bezoekt. Meestal alleen in blik, maar soms ook in Nederland wel in de schil verkrijgbaar. De keren dat ik ze vers kocht in NL viel de smaak flink tegen. Gewoon niet goed gerijpt. Hier druipt het sap van je vingers als je de schil eraf pelt. Heerlijk.
Ramboetan
Ramboetan is familie van de lychee. De vrucht is ook bekend als harige lychee en ik schreef er al eerder in een blog over, dus ik kan het hier kort houden.
Long kong
Het is een beetje een onooglijk vruchtje, de long kong. De schil is hard, vergelijkbaar met de lychee, alleen wat minder ruw. Bij het pellen komt er een kleverig stofje vrij, vergelijkbaar met het spul dat onze schorseneren de bijnaam keukenmeidenverdriet heeft opgeleverd. Het is gelukkig wel iets makkelijker van je handen te wassen dan het schorsenerenspul. De vrucht die tevoorschijn komt bestaat uit partjes, als een mandarijn, en is lekker friszuur van smaak. 
Jackfruit
Niet normaal meer, zo lekker. Een gigantische vrucht. Hij groeit hier ook in de tuin. Een mengsmaak van ananas, kokos, mango en nog meer lekkers. Op de foto hieronder krijg je een indruk van de grootte; ik heb er een appel bijgelegd om te kunnen vergelijken.


Santol
Santol is een vrucht ter grootte van een flinke sinaasappel, met een leerachtige schil. Je opent hem door hem door het midden een stuk open te snijden en dan de helften van elkaar af te draaien. Er komt dan een merkwaardig, niet heel aantrekkelijk uitziend landschap tevoorschijn. De witte, naar boven uitstekende substantie (de zaadmantels) en de binnenste schil zijn eetbaar en smaken heerlijk fris zuur. Jammer genoeg zitten de zaadmantels flink stevig aan de pitten vast, zoals bij een net-niet-rijpe pruim. Daardoor kan je niet alles opeten. Met de pitten is het trouwens oppassen, want er zitten messcherpe punten aan. Doorslikken is gevaarlijk.

En dan natuurlijk nog even iets over de titel van dit verhaal. Een week of wat geleden betaalden we, afhankelijk van het formaat, 35 tot 60 baht voor een ananas. Dat is ongeveer 0,90 tot 1,50 euro. Voor die hoogste prijs had je dan wel een flinke knoepert, en net als met het andere fruit, een waar het sap uitspoot als je er een mes in zette.  De afgelopen weken daalden de prijzen naar zo'n 25 tot 40 baht en van de week stonden ze op een markt te koop voor 20 baht. Dacht ik. Ik pakte een grote sappige en overhandigde mijn briefje van yie sieb. Dat leidde tot verwarring. "Saam" zei de verkoopster. Dat betekent drie. Wou ze nou saam sieb hebben terwijl er yie sieb op het bordje staat? Ik wees op het bordje en zei nog maar eens "yie sieb". Nu knikte ze begrijpend en pakte er nog eens twee ananassen bij. Ze bleken saam voor yie sieb baht te zijn. Ik zag nu ook op een ander bordje "sieb" staan. Eentje voor sieb, drie voor yie sieb dus. Nog geen 7 baht per ananas, ofwel nog geen 20 cent. De vroege regens schijnen een overdadige ananasoogst tot gevolg te hebben en het ananasoverschot doet de prijzen kelderen. Ook hier op de markt werkt dat zo.



Intussen hebben we mooi uitzicht op de lamyai-boom. Barstensvol zit ie. Nog een goede maand, dan horen jullie hoe die smaakt.
Lamyai