29 oktober 2017

Pong Veegt.

Pong veegt. Sinds we vorige week in het gastenverblijf van Pong en Judith zijn getrokken is dit één van de geluiden die het eerst vertrouwd zijn geworden. Pong woont in een mooi, oud, traditioneel teakhouten huis-op-palen in de groenste wijk van Lampang, en zijn prachtige tuin wordt met ongeloofelijk veel Liefde en Aandacht verzorgd. Het vegen van de oprit, die helemaal van de voor- naar de achterzijde van het perceel loopt, toch zeker wel zo'n honderd meter, is daar een vast onderdeel van. Het wordt als een dagelijks ritueel uitgevoerd, meestal aansluitend aan een aantal andere rituelen die 's ochtends om een uur of vier al beginnen. Met een meditatie van een uur, waarna hij op zijn renfiets springt en, een beetje afhankelijk van het weer, zo'n 40 tot 80 kilometer fietst, soms zelfs meer, vaak met één of meer vrienden.

Wanneer hij terugkomt van zijn fietstocht is daar zijn bezem. In zijn wielrennersoutfit, inclusief helm, neemt hij die onmiddellijk ter hand en tsjiet tsjiet tsjiet tsjiet (zo ongeveer klinkt het), daar gaat hij van start. Aan het begin van de oprit, waar wij hem alleen nog maar kunnen horen en nog niet zien. Wat al snel opvalt is de regelmaat. Als je wat beter luistert hoor je nog meer. Doelbewustheid. Toewijding. Rust. Plezier. Geluk....


Na verloop van enige tijd komt Pong in zicht. Het beeld bevestigt wat ik met mijn oren al waarnam.
Wanneer ik wat langer en beter naar hem kijk begin ik het te snappen: Pong mediteert.
Hij groeide op in een Boeddhistisch klooster, waar hij ging wonen toen zijn moeder stierf. Dat was toen hij ongeveer drie jaar oud was. Tot zijn 17e woonde hij daar, en had er een gelukkige jeugd. Hij beschrijft de abt van het klooster als een liefhebbende vader, die hem heeft geleerd hoe hij een goed mens kan zijn. Die hem alle voor hem zo belangrijke normen en waarden bijbracht, waar hij in de loop van zijn leven steeds opnieuw de vruchten van plukte. Die lessen respecteert hij, nu hij de zeventig al even gepasseerd is, nog steeds. Ze zijn in zijn persoonlijkheid ingebed, en Pong is één van die mensen die hun persoonlijke overtuigingen en levensvisie ook daadwerkelijk uitdragen en Leven. Dienstbaarheid is één van de in het oog springende kwaliteiten van Pong, en je kunt voelen hoe het iets-doen-voor-een-ander hem oprecht vreugde schenkt. Zo ook het schoonhouden en opruimen van zijn leefomgeving, waarmee we weer terug zijn bij het Vegen. Pong veegt niet, hij Veegt. Het Vegen dient naast het opruimen van zijn tuin een hoger doel...

Ik weet niet hoe Pong mediteert. Met welke intentie, of in welke meditatieve staat hij verkeert als hij Veegt. Er zijn vele verschillende vormen en technieken, en vele verschillende niveaus waar ik niet eens weet van heb.


De aanblik van Pong's Vegen maakt dat ik mijn eigen vegen eens wat anders ga benaderen. Ik veeg namelijk het stukje oprit dat voor 'ons' huisje langs loopt, tot aan de achterzijde van het perceel, en af en toe ook het stukje van de weg tussen het perceel en de Wang rivier. Als ik het tegen Pong zeg weet ik zeker dat hij niet wil dat ik het doe, maar ik voel me bezwaard als ik alles aan Pong overlaat nu wij hier logeren, dus doe ik het zonder overleg. Mogelijk ontneem ik hem daarmee een deel van de mogelijkheid goed Karma te verwerven, maar dat is dan maar zo. Als sympathisant van de Boeddhistische levensvisie probeer ik daar maar zo'n beetje een middenweg in te bewandelen, anders kom ik daar toch nooit echt uit.


Vanochtend werd het dus meditiatief vegen. Ik ben begonnen met een eenvoudige oefening in dienstbaarheid en dankbaarheid, door al vegend in mezelf een mantra 'thank you thank you thank you thank you' uit te spreken, en daarbij het passende gevoel in mezelf te zoeken. Al snel had ik een regelmaat te pakken die goed aanvoelde. Later heb ik mijn aandacht verschoven naar enkel bewust aanwezig zijn en simpelweg observeren. Elke opkomende gedachte veegde ik met mijn bezem aan de kant totdat er geen meer opkwamen. Verdomd, wat kan vegen fijn zijn, ik had de hele godganse straat wel kunnen doen!

Daarom Veegt Pong dus. Met zoveel Liefde en Plezier. Dag in dag uit. Zijn lijf veegt, zijn brein stuurt de boel aan, en Pong Zelf? Ik verdenk hem ervan dat hij Elders en Overal verkeert, en waar dat dan ook moge zijn, het is er vast en zeker goed toeven!

20 oktober 2017

In oren neuzen en een smaakexplosie

De Duitse eigenaar van het huis dat we huren is in Thailand en wil drie weken in zijn eigen bouwval wonen. Dat wisten we toen we er in trokken, dus we hebben onze spulletjes in dozen, kratten en kasten gedaan, en zijn met een koffer en wat handarbeidmateriaal naar Lampang vertrokken. Drie weken (of korter: kenners verwachten dat de Duitser al weer eerder zijn biezen pakt) zitten we aan de Wang River in de pittoreske wijk Tha Ma O. Het is een van de mooiste buurten van de stad en de leukste markt van Lampang (http://tinyurl.com/thamaohis hier iedere vrijdagavond om de hoek.


Natuurlijk is het voor ons plattelanders, ook al zijn we in de stad opgegroeid, toch weer even wennen. Naast ons tijdelijke verblijf zit een kroeg, voor het huisje, langs de rivier, loopt een smal weggetje met weliswaar weinig verkeer, maar altijd nog veel meer dan we in Lennisheuvel, Maashees, Chiang Dao en Nang Lae gewend waren. En aan de overkant van de Wang zit nog een restaurant waaruit de muziek over het water bij ons naar binnen waait (maar waar je wel een forse maaltijd eet voor 55 baht; ook hier heeft elk nadeel zijn voordeel). Zoals altijd went alles snel, en hadden we de tweede nacht al geen last meer van alle stadsgeluiden.




Zo'n plekje in de stad heeft ook wel zijn voordelen. Mijn haren waren al weer ruimschoots langer dan een centimeter, maar de tondeuse zat al ergens in een doos, krat of kast. In de meeste Thaise steden vind je gelukkig om de paarhonderd meter wel een kapper. In Thanon Talad Kao, de Lampanger walking street, stappen we binnen bij een kapper waar niemand zit te wachten. De klant in de stoel is net geknipt, het haaropvanglaken gaat af en hij wordt voortvarend afgeborsteld. dus ik ben snel aan de beurt. Althans, dat denk ik dan nog. 

Het laken gaat echter weer om en de stoel wordt nu in de ligstand gezet. De kapper komt met witte doekjes en watjes aanlopen. Even overweeg ik om weer te gaan... hij zou toch niet wat bijbeunen als tandarts? Ik besluit toch maar te blijven en zie hoe de grootste witte doek gebruikt wordt om hals en gezicht van de klant te deppen. Met een klein watje worden bovenlip en kin bevochtigd. Hoewel daar voor mijn oog geen haar te bespeuren valt, wordt het hele gebied met het scheermes spiegelglad geschoren. 

De kapper sloft nu naar achteren en rommelt daar wat, waarna hij terugkomt met een plastic krukje en een staande leeslamp. Hij prikt de stekker van de lamp in het stopcontact, waarbij de rest van de verlichting en de tv even knipperen. Dan richt hij de lamp op het linkeroor van de klant en gaat daarin met schaar en ander gereedschap aan de gang. Na een minuut of 10 is het oor klaar en sloft hij weer naar achteren. De klant is intussen in een diepe slaap gevallen. Het duurt even voor we in de gaten hebben dat de kapper in het achterkamertje zijn lunch zit op te eten. Na een kwartiertje is de maaltijd verorberd en is het tijd om in het rechteroor te neuzen.

Over neuzen gesproken, ook de neusharen van de nog steeds slapende klant worden, zo te zien één voor één, onder handen genomen. Een klein uurtje nadat we zijn binnengelopen mag ik dan eindelijk plaatsnemen. Zo goed en zo kwaad als ik dat kan probeer ik duidelijk te maken dat hij alleen maar met de tondeuse mijn weinige overgebleven hoofdharen hoeft te doen. Uiterst zorgvuldig tilt hij met zijn kam telkens een plukje haar iets op, waarna hij alles wat uitsteekt er af maait. Nouja, alles... in ieder geval het meeste. Na 10 minuten is hij klaar, ik wordt voorvarend afgeborsteld, het laken gaat af.....en weer om. Oeps.... hij gaat toch niet??? m'n oren.... m'n neus....??? Doek en watje komen tevoorschijn, mijn nek wordt schoongemept en daarna met het watje bevochtigd. Dan worden met de tondeuse zonder kam mijn nek en de huid rond mijn oren van de laatste restjes haar ontdaan. Het laken gaat weer af en ik mag uit de stoel. Pfew!!!


60 baht moet ik betalen. De klant voor mij was een uur onder de pannen voor 100 baht. Maar ja, 60 baht is nog geen 10% van wat de Nederlandse kapper kost, dus ik reken zonder protesteren af en verlaat fris getondeusiseert, met hier en daar nog een vergeten, lange haar ertussen, het pand. Op naar de coffeeshop schuin aan de overkant, waar je voor de prijs van één tondeusebeurt twee stukjes taart krijgt. (In tegenstelling tot in Nederland kan je in een Thaise coffeeshop koffie drinken.)

Het is vrijdag, dus we lopen lekker even de vrijdagavondmarkt op om een maaltje te scoren. We weerstaan de bamboe gevuld met zoete rijst, ondanks de smachtende blikken van de verkoper, die ons tot nu toe met zijn ontwapenende glimlach steeds heeft kunnen verleiden. Vorige keer hebben we namelijk de miang kham ontdekt. Dit hapje, dat zoet, zuur, zout, bitter en pikant combineert, veroorzaakt een ware smaakexplosie in je mond. Je koopt het niet kant-en-klaar, maar als "bouwpakketje". Op een wilde betelblad (niet te verwarren met het betelblad waarop gekauwd wordt) leg je geraspte kokos, geroosterde pinda's, een stukje sjalot, een stukje limoen, een gedroogd garnaaltje en een (stukje van een) pepertje. Zoet-zout sausje erover, blad dichtvouwen, ogen dicht, mond open, pakketje naar binnen schuiven.... wow! (Volledig recept: http://tinyurl.com/miangkham)




Zo, en dan is het nu tijd voor onze derde stadsnacht. De avonden mogen dan wat rumoeriger zijn dan in Nang Lae, we blijven hier wel verschoond van de ochtendrituelen van de monniken. Die beginnen in Nang Lae dagelijks zo tussen 5:45 en 6:00 met het door de luidsprekers die in de straten hangen draaien van een Thaise smartlap die we maar het plaatselijke volkslied hebben gedoopt. Daarna volgt er nog een lied, vaak nadat een of meer keren eerst per ongeluk een verkeerd nummer is opgestart. Dan houdt de monnik van dienst zijn verhaal, waarna met een derde song wordt afgesloten. Ook dat laatste gaat vaak niet in één keer goed. Het spreekt voor zich dat we dan inmiddels goed wakker zijn. Maar hier in Lampang mogen we uitslapen.




12 oktober 2017

Met de burgemeester op de foto

Afgelopen dinsdag werden we door Judith en Pong meegetroond naar een bijzonder project: het portret van de overleden koning, uitgevoerd in rijst. Volgens Judith was het droge rijst van verschillende kleuren, die zo was uitgestrooid dat het portret zichtbaar werd; Pong bleef er bij dat het om rijst ging die zodanig was geplant dat het portret in het rijstveld was gegroeid.
De rit ernaartoe voerde door het buitengebied van Lampang, over steeds smaller wordende weggetjes, en uiteindelijk eindigend op een modderige oprit. Al gauw bleek dat beiden gelijk hadden: er hingen diverse "gestrooide" portretten, maar er was ook een rijstveld in vorm beplant. Helaas had het de afgelopen dagen zo veel geregend, dat er geen herkenbaar portret te zien was, maar we hebben ons laten overtuigen dat dat wel degelijk gelukt was. We werden nog uitgenodigd om een toren te beklimmen die daar in elkaar geknutseld was van buizen en bamboe bedbodems. Vanaf een hoger standpunt zou alles beter te bekijken zijn. Hoewel we daar niet aan twijfelden, hebben we toch maar van een beklimming afgezien.



Op het terrein waar dit allemaal te zien was, was ook een filmploeg aan het werk. Blijkbaar was het de crew van een populair TV-programma over voeding, dat dagelijks om 17:00 wordt uitgezonden en gepresenteerd door een Bekende Populaire Presentator. Die vond het wel wat dat er zo maar farang kwamen kijken, dus werden we uitgebreid gefilmd en moesten we mee op de groepsfoto. Wie weet, zijn we binnenkort op de Thaise TV te zien.


Met dit bezoekje was het allemaal nog niet klaar. We werden namelijk uitgenodigd om de volgende dag naar een evenement in Central Plaza, de Lampanger shopping mall, te komen. Onderweg daar heen wilden we nog even wat zwarte shirts en overhemden scoren om ons de komende dagen passend te kunnen kleden. Daarbij werden we opgehouden door twee scholieren die in het kader van hun Engelse les een praatje met farang moesten houden. Dat deden ze helemaal niet onaardig, maar we kwamen wel iets te laat in Central aan.


We kregen direct een corsage opgespeld, waarmee we ook het recht kregen om een met tapijttegels bedekt deel van de ruimte te betreden. Die eer was voor de meeste bezoekers niet weggelegd. Er lagen ook hier diverse rijstgestrooide portretten, en er stonden kommetjes rijst bij waaruit iedereen ook wat korreltjes kon pakken om toe te voegen. Er werd door allerlei mensen gesproken, zodat we er nog eens op gewezen werden dat we best wat fanatieker met de taal bezig hadden kunnen zijn, want alles ontging ons nog volledig. Het hele gebeuren werd overigens gepresenteerd door de Bekende Populaire Presentator.


Daarna volgde weer een groepsfoto en uiteindelijk moesten we ook nog even poseren met een keurige man die de burgemeester (dat heet hier wel anders) van Lampang bleek te zijn. Zo hebben we ons dus eventjes zonder het te weten tussen de upper ten van Lampang weten te nestelen.

Het was trouwens nog niet over. We werden namelijk nu ook uitgenodigd voor een maaltijd, die door de crew van de Bekende Populaire Presentator zou worden verzorgd en bij Pong in de tuin zou worden genoten. Omdat daar nog het een en ander in gereedheid gebracht moest worden (deze maaltijd was vooraf niet gepland) reden we alvast naar Pong's huis om wat meubels te verslepen en kleden op de grond te leggen. Even later arriveerde de Bekende Populaire Presentator met een hoeveelheid eten waar heel Nang Lae zijn honger mee had kunnen stillen. Natuurlijk werd er weer uitgebreid gefotografeerd (ook door Mieke en mij: zo'n Bekende Populaire Presentator willen we uiteraard wel op de foto hebben).



Om 21:00 hielden we het voor gezien. Pong bleek later nog tot ongeveer middernacht het gezelschap onderhouden te hebben met verhalen over zijn leven en zijn jeugd in een klooster. Vanmorgen is hij wel zoals altijd om 4 uur opgestaan om te mediteren en daarna 70 kilometer gaan fietsen. In het landoffice had hij daardoor af en toe moeite om wakker te blijven. Maarja, de afspraak om naar het landoffice te gaan was nu eenmaal al gemaakt. De langverwachte officiële chanote was er namelijk eergisteren en vanmorgen is het land overgeschreven op naam van Noi. Dus kunnen we nu echt gaan beginnen met werkzaamheden. Eerst gaan we zorgen voor een omheining en een waterput. Ook kan er snel een ruime carport gezet worden, die niet alleen dient om de auto onder te parkeren, maar waarvan het dak ook de zonnepanelen moet dragen. Ook gaan we er ons eerste kleine mudhouse onder bouwen, zodat we alvast woonruimte hebben als we aan het iets grotere, maar nog altijd kleine octagonale huis gaan beginnen waar we uiteindelijk in willen gaan wonen.

Voorlopig zijn we dus van de straat. Stom eigenlijk dat ik de naam van de Bekende Populaire Presentator niet heb opgeschreven. Nu kan ik niet checken hoe Bekend en Populair hij eigenlijk is.

03 oktober 2017

ผงซักฟอกล้างจาน

Hang Chat is een stadje met zo'n 10.000 inwoners. Als je de 7/11 even buiten beschouwing laat (dat is meer een minimarkt dan een supermarkt) is er één supermarkt, de Tesco, net iets buiten het stadje aan de highway 11. Makkelijk voor ons, want dat is aan de "goede kant" van Hang Chat. Als we niet twee keer zo'n verrekte U-draai moesten maken voor een bezoekje was het helemaal perfect geweest.

De plaatselijke Tesco is voor Nederlandse begrippen niet overdreven groot. Ik denk dat onze supermarkt in Vierlingsbeek minstens anderhalf keer zo groot is. Het assortiment verschilt wel enorm. Verse groente en fruit nemen maar een bescheiden plekje in. Vers vlees en verse vis zijn veel prominenter aanwezig en liggen open uitgestald in grote bakken met ijs. Zoals je in Nederland je groente afweegt, doe je dat hier ook met vlees en vis. Alleen mag je hier niet zelf het stickertje plakken. Je geeft je zakje aan een medewerker en die weegt het nog eens en doet er dan de juiste sticker op.
Er is ook wel het een en ander aan voorverpakt spul, maar veel minder dan we gewend zijn. Wat dan wel weer hetzelfde is, is het tafeltje met over-de-datum-spullen. Alleen zijn die hier dan ook echt over de datum, vaak al een paar dagen. Voor groente en fruit maakt dat meestal niet zo veel uit. Je kunt makkelijk controleren of het nog goed is, dus ik pak daar vaak spullen van mee. Makkelijk, want die zijn ook al (af)geprijsd.

Overigens kan je verrassende taferelen tegenkomen hier. Zoals het maken een opname voor een reclamevideo, waarbij een aantal dansmeisjes wordt ingezet, maar het winkelpersoneel zelf ook geacht wordt de voetjes van de vloer te doen. En dat gewoon tijdens openingsuren. Uit het filmpje is wel duidelijk dat het enthousiasme niet bijster groot is. Ik zie zoiets bij Albert Heijn nog niet gebeuren (maar heb wel allerlei visioenen van hoe het personeel daar zou reageren als de baas met de opdracht komt om allemaal mee te dansen op een filmpje)


Ik denk niet dat ik overdrijf als ik schrijf dat zo'n beetje de helft van de schapruimte in beslag genomen wordt door spullen die op een of andere manier met wassen en schoonmaken te maken hebben. Hele rijen wasmiddelen, geurige wasverzachters, shampoos, crèmepjes, gels, schuimen, en natuurlijk een enorme keuze aan witmakers. Waar wij witten wanhopig proberen een tintje op onze huid te krijgen doen de Thaise vrouwen er alles aan om zo wit mogelijk voor de dag te komen. De schoonheidsmiddelenindustrie biedt daarvoor een arsenaal aan hulpmiddelen.

Ik wist dus waar ik aan begon, en op het moment dat ik de winkel binnenstapte wist ik ook dat ik twee cruciale fouten had gemaakt:

  1. ik had niet opgezocht wat "afwasmiddel" in het Thais is en
  2. ik had mijn telefoon, en dus mijn vertaal-app, in mijn auto laten liggen.
Gezien de ruime keuze aan was-etcetera's leek me dat niet zo'n groot probleem, dus ik begon optimistisch de schappen te scannen op zoek naar de afwasmiddelen. Al snel had ik de flesjes gevonden die me het meest aan de dreft en de dubro deden denken. Nadere studie van de etiketten leerden me echter dat het om mondspoelwater ging (waarvan er hier ook 20 soorten verkrijgbaar zijn). Na het meermaals doorploegen van 3 gangen met kansrijke artikelen wilde ik de moed opgeven en alsnog mijn telefoon gaan halen. Toen zag ik ergens tussen de vuilniszakken (de schone) een paar kleine flesjes die me voorkwamen als houtlijm of zoiets, maar die bij nader inzien wel degelijk afwasmiddel bleken te bevatten. ผงซักฟอกล้างจาน dus. Ik had het kunnen weten.


Nu nog even het kassa-ritueel doorlopen. Hoewel ik duidelijk de boodschappentas presenteer wil de kassamedewerker de boodschappen (ik had wat meer dan alleen het gele flesje) het liefst toch in een plastic tasje doen en dat dan in de boodschappentas zetten. Die discussie win ik tegenwoordig. Het lukt me zelfs om etenswaren en afwasmiddel bij elkaar in de tas te krijgen. Dat is hier echt not-done. Als je 1 wortel en 1 flesje afwasmiddel koopt krijg je 2 plastic zakjes, want die mogen echt niet bij elkaar, ook al zijn ze beide verpakt.
Het winkelbezoek eindigt steevast met het gevecht met het kleingeld. In Nederland krijg je eerst het muntgeld, dat je dan alvast kunt wegstoppen, en daarna de bankbiljetten. Zo kun je ook meetellen of het wisselgeld klopt. In Thailand rekent een kassa of rekenmachientje dat altijd uit. De kassamedewerker telt dan eerst de bankbiljetten uit, pakt dan het kleingeld en legt dat op het papiergeld, en schuift vervolgens het kassabonnetje tussen muntjes en papiergeld. Dat krijg je dan overhandigd terwijl je al met je handen vol staat, waarna je een beleefde wai krijgt. Terugwaien is er natuurlijk niet bij, want dan ligt het muntgeld op de grond, dus ik maak me er met een knikje vanaf. Dan schuif ik met boodschappen en wisselgeld een stukje op zodat de volgende klant geholpen kan worden. Daarna volgt de grootste uitdaging: de muntjes in mijn portemonnee zien te krijgen zonder te morsen. Omdat ik het gangpad dan al weer een aardig tijdje bezet heb gehouden vergeet ik maar even mijn voornemen om briefjes van 20, 50 en 100 te sorteren. Ik prop de boel in mijn portemonnee en verlaat opgelucht de Tesco. Op naar de afwas!