13 juli 2018

Tandarts op bezoek na tandartsbezoek

Het is regentijd. Dat betekent gelukkig niet dat het alleen maar regent. Meestal begint de dag een beetje bewolkt. Dat is handig, want dan kunnen we mooi van alles in de tuin doen. Zodra de zon begint te schijnen wordt het daarvoor te heet, nog los van dat er veel andere goede redenen zijn om uit de zon te blijven. Tegen het eind van de ochtend breekt het zonnetje dan toch door, waarna er een hete middag volgt. Die gebruiken we voor een siësta, en om eventueel boodschappen in de stad te doen. Zolang we nog van alles aan het klussen zijn, zijn we vaste bezoekers van de bouwmarkt. Op de terugweg zoeken we dan nog een alibi om naar de Big C te moeten, zodat we daar aan onze guilty pleasure, een mokka-almond-ijsje van de Dairy Queen, kunnen toegeven. Onderweg naar huis is het dan inmiddels weer bewolkt. De ene keer regent het al (en dat is dan meteen een gigantische hoosbui), de andere keer blijft het bij dreigende luchten, die overigens heel fotogeniek zijn.



De regen is vaak heel plaatselijk. We hebben al verschillende keren op het ene terras droog gezeten, terwijl het op het andere terras regende. De buien kunnen we ook heel goed in de verte aan zien komen.


Soms gaat de regen gepaard met harde windvlagen. Dan kan het water zo maar een paar meter onder het dak door slaan en moeten de ramen dicht. Vandaag viel er een gestage regen, zoals we dat in Nederland ook kennen (maar dan warmer). Omdat er geen wind stond konden we onze pad sie iew en suki heng lekker op het terras opeten, begeleid door bliksem hoog in de wolken en het geluid van het malse buitje.


Ons huisje blijft intussen telkens weer leuke reacties oproepen. Pradith, de kok van het plaatselijke restaurant, laat niet na om iedere keer weer te melden hoe geweldig hij het vindt dat die falang dat met hun eigen handen hebben gebouwd. Falang staan hier bekend om het feit dat ze altijd alles door anderen laten doen. Zijn dochter Nana moet iedere keer weer kwijt hoe mooi ze het huisje vindt en ze was helemaal verguld toen we vroegen of zij er wilde slapen als wij een of meer nachten niet thuis zijn. "Wanneer gaan jullie?" vroeg ze meteen ongeduldig. Nana is een prachtig voorbeeld van ook weer zo'n typisch Thais verschijnsel: een meisje dat als jongen geboren is. Nou ja, het verschijnsel op zich is natuurlijk niet typisch Thais, maar wel de openheid en vanzelfsprekendheid waarmee het geaccepteerd wordt.

Vlnr: Pradith, Djino, Khun Mick, Somtjid en Nana
Gisteren hebben we ons weer eens aan tandartsbezoek gewaagd. Het was al weer bijna een jaar geleden. Drukdrukdruk met de bouw, én toch niet helemaal blij met hoe de tandarts het aanpakte, zorgden voor enige verwaarlozing. Philippe, onze Belgische vriend die ook het hele jaar in Thailand woont, net buiten Lampang, tipte ons over een splinternieuwe kliniek en die zijn we maar eens gaan proberen. Onze hoop was dat daar niet alleen de nieuwste apparatuur werd gebruikt, maar ook de nieuwe lichting tandartsen zou werken, die niet alleen geleerd heeft met die apparatuur om te gaan, maar ook goed Engels spreekt. Dat bleek allebei te kloppen. We konden meteen terecht. Mieke is meestal in een paar minuten klaar, maar nu bleef ze toch zeker een half uur weg. Dat kwam niet alleen door de zorgvuldige en grondige schoonmaakbeurt (die ik later ook mocht ondergaan), maar ook doordat de tandarts alles wilde weten over waar we woonden en waarom, en toen bleek dat we ons eigen huisje gebouwd hadden wilde ze daar ook weer alles over weten. Hoe Mieke dat allemaal over heeft kunnen brengen weet ik niet, want met spalk (ik kreeg zo'n spalkje tussen mijn kaken dat je in stripverhalen ook bij krokodillen gebruikt ziet worden, zodat ze hun bek niet dicht kunnen doen), afzuigertje én tandsteenlostrilhaakje in mijn mond krijg ik er geen samenhangende geluiden uit. In ieder geval was ook de tandarts enthousiast over onze Baan Din. Ze woont vlak bij ons en kwam aan het eind van de middag meteen even een kijkje nemen.


Haar ouders, waar ze nog woont, hebben enkele door haar moeder ontworpen appartementjes gebouwd, die binnenkort in de verhuur gaan. Tijdens de online-conversatie die Mieke 's avonds nog even met haar had werden we uitgenodigd om dinsdag bij haar en haar ouders te komen eten en hun bouwwerken te bekijken. Dat willen we wel.

We blijven aangenaam verrast door Thaise contacten die we hier zo geleidelijk aan opdoen. Uit informatie vooraf hadden we de indruk dat de falang toch vooral elkaar opzoeken. Dat gebeurt ook wel, maar de mensen hier in het dorp zijn allemaal zeer behulpzaam en maken zo goed en zo kwaad als het gaat een praatje. In de winkels en op de markten waar we wat vaker komen willen ze op een gegeven moment ook wel graag weten waar we ergens wonen en toen we laatst zaten te eten kwam zelfs de Pudjaay Ban, het dorpshoofd, zich even voorstellen en vertellen dat we altijd bij hem terecht kunnen als we wat willen weten of problemen ergens mee hebben. Op zo'n moment worden we ons er weer van bewust dat we de taallessen weer grondig moeten gaan oppakken. Daar gaan we dus niet al te lang meer mee wachten.