26 augustus 2018

Privacy en andere ongemakken

Een paar maanden terug schreef ik voor 2Xplain een themanummer over de nieuwe Europese privacywetgeving. Die is er onder meer verantwoordelijk voor dat je tegenwoordig bedolven wordt onder de privacy-verklaringen waar je niet op zit te wachten en die je dus niet leest. In Thailand is privacy geen issue. Als we bij ons plaatselijke restaurantje stoppen en er ligt iets in de bak van de pickup, dan komen Pradith en Somtjid kijken, tillen eventueel wat op om te zien wat eronder ligt, en vragen dan waar we het gekocht hebben en wat het gekost heeft. En zij zijn geen uitzondering: iedereen die je tegenkomt terwijl je iets net-gekochts bij je hebt vraagt "how much?"


Ook in de gezondheidszorg bestaat geen privacy, althans geen met de Nederlandse vergelijkbare. Een tijdje geleden waren we aan het lunchen met vrienden. Een van hen is OK-verpleegkundige. We vertelden dat we een paar dagen daarvoor voor het eerst in maanden weer eens een pizza hadden gegeten, waarop zij vertelde dat ze de pizzabakker die dag geopereerd hadden. Daarbij kregen we een nauwgezet verslag van de operatie en de problemen die daarmee opgelost moesten worden. Vorige week kon ik het zelf een beetje ervaren toen ik in het plaatselijke ziekenhuisje een wond moest laten schoonmaken. Eerst word je geregistreerd, en wordt je bloeddruk gemeten. Dat gebeurt onder het toeziend oog van alle wachtende mensen. Sommige wachtenden worden na registratie naar een brancard verwezen die ergens aan de kant staat. Daar gaan ze dan vast op liggen tot ze opgehaald worden.

Mijn wond zat op de achterkant van mijn bovenbeen. Een bult die er in Nederland al zat, maar volgens de huisarts beter kon blijven zitten omdat ie geen kwaad kon. Dat klopte op zich maar nu ging het geval ontsteken en dat was een goede reden om er toch maar iets aan te doen. Maar eerst schoonmaken dus. Na korte tijd wachten werd ik opgeroepen en naar een behandelkamer verwezen. Tenminste, dat dacht ik, maar het bleek een behandelzaal te zijn, waar diverse mensen de binnenkomende farang aanstaarden. Ik moest vertellen waar de wond precies zat en het handigste leek mij om dat maar even te laten zien. Hilariteit in de zaal en paniek bij de verpleegster; snel trok ze een gordijn om de behandelplek heen. Privacy mag dan tamelijk onbekend zijn; een farang in onderbroek kan dus écht niet.

De schoonmaak zelf bleek een klusje dat Mieke gelukkig wel kon doen, dus ik hoefde er niet iedere dag voor terug naar het ziekenhuis. Gisteren was het dan zo ver. De ontsteking was onder controle dus de bult kon eruit. Dat gebeurde in de privékliniek van een dermatologe van het ziekenhuis, die in de avonduren nog wat bijbeunt. Ik mocht gaan liggen op de behandeltafel waar mijn voeten uiteraard overheen staken. Op 1.90m zijn ze hier niet berekend. Waar een Nederlandse behandelaar telkens vertelt wat hij gaat doen, waren ze hier zwijgend aan het werk. Tussen mijn boven mijn hoofd gevouwen handen door zag ik wel steeds de veel te grote slippers en de modieus gescheurde spijkerbroek van de assistente voorbij komen, maar wat die aan het aanslepen was bleef gissen.

Op enig moment duidden de prikjes erop dat de verdoving was gezet en een halfuurtje later voelde ik hoe de hechtingen werden aangetrokken, waarna de klus geklaard was. Ik kreeg de cyste te zien, met een uitleg waarom het toch wel goed was dat ie er nu uit was. Daarna ging de dokter met het schaaltje met de cyste erop de wachtkamer in, om het ding ook aan Mieke te laten zien. De andere aanwezigen konden belangstellend meekijken en -luisteren naar het verslag van de verwijdering en de te volgen stappen om infecties te voorkomen.

Nu het dan toch over lichamelijke ongemakken gaat, moet ik het ook eens even over Mieke hebben. Er zijn inmiddels aardig wat mensen die weten dat ze geen lange wandelingen of fietstochten aankan, of andere langdurige grote inspanningen leveren, omdat ze dat de dag erna moet bekopen met een zeer pijnlijk lijf. Toch zie je haar kleimuren boetseren, flinke mozaïek-werken voltooien en de tuin onder handen nemen. Dat lijkt in tegenspraak met elkaar, maar is dat toch niet helemaal. Ze is, zoals dat heet, hypermobiel. Het hypermobiliteitssyndroom (HMS) uit zich in extreme lenigheid; toen ik haar leerde kennen kon ik haar als het ware opvouwen en in de koffer meenemen. Helaas wordt die lenigheid veroorzaakt door een onvoldoende ontwikkeld bindweefsel dat de gewrichten bij elkaar moet houden. Uiteindelijk leidt dat tot artrose en chronisch overbelaste spieren en dat zorgt voor dat pijnlijke lijf.

Helemaal niks doen is geen optie, want dan gaat de boel vast zitten en is ze nog verder van huis. Dus is de kunst om voldoende te bewegen om de boel soepel te houden, maar niet zo veel dat je er een of meer dagen spijt van krijgt. Dat laatste is soms best lastig, want als je lekker aan de gang bent wil je eigenlijk niet stoppen. Gelukkig dwingt de Thaise warmte er vaak wel toe om rustig aan te doen, en ze kent haar grenzen inmiddels behoorlijk goed.

Met het voegen van het mozaïekwerk en het storten van de kiezels in de badkamer is er weer zo'n mooi Mieke-werkstuk voltooid. En wie zich wel eens afgevraagd heeft hoe ze ondanks de pijnklachten zo dubbelgevouwen aan het werk kan zitten weet nu hoe dat zit: zo zit ze gewoon hypermobiel te wezen.