08 september 2020

Moordweekend

Het was een slecht weekend voor mijn karma. De eerste tekenen dienden zich donderdag al aan. Het was al donker, we zaten op het terras toen er ineens paniek was in de grote vogelkooi. Mieke rende er heen en aan de niet voor herhaling vatbare kreet kon ik opmaken dat er iets goed mis was. Er bleek een grote slang op het dak te glibberen. Het beest had door het gaas heen een van de dwergpapegaaitjes gegrepen. We hadden geen idee wat voor slang of het was, maar wilden uiteraard ook het vogeltje bevrijden, dus begonnen we het beest maar stevig met een bezem te meppen. In eerste instantie leek hij niet erg onder de indruk, maar vrij snel liet hij het vogeltje toch los. Om hem duidelijk te maken dat we het op prijs zouden stellen als hij helemaal zou vertrekken, mepten we nog even door en dat hielp. Met de staart tussen de ehhhh, nouja, hij ging er uiteindelijk dus vandoor.


We hadden het natuurlijk kunnen verwachten, maar toch was het de volgende avond weer schrikken toen er opnieuw paniekgeluiden uit de vogelkooi kwamen. Nu renden we er allebei heen en waar we bang voor waren was gebeurd: de slang was er weer en had weer een vogeltje te pakken. De bezem was er ook nog en na een paar meppen was het vogeltje weer vrij. Met de steel van de bezem hield ik de slang echter op zijn plaats. Een zeer onaangenaam dilemma diende zich aan. De 2 meter lange glibber wist duidelijk dat er hier hapklare vogeltjes te halen waren. Moesten we de natuur zijn gang laten gaan of een verder ongevaarlijke slang rigoureus opruimen?

We kozen voor het laatste. Ik heb wel eens vaker dieren dood gemaakt. Een fazant die door een auto was aangereden en zwaar gewond was, een van onze kippen die om onverklaarbare redenen lag te zieltogen, een rat die door de honden gegrepen was. Maar dat lag allemaal in de sfeer van euthanasie. Niet leuk om te doen, maar uiteindelijk bedoeld om die beesten lijden te besparen. Heel anders dus dan deze slang, die ons bovendien met de neus op het feit drukten dat we bij de bouw van de kooi wél gedacht hadden aan hoe we de vogels binnen konden houden, maar niet hoe we slangen buiten konden houden. Terwijl de aanwezigheid van slangen hier toch geenszins een verrassing was, zoals trouwe bloglezers al weten.

Weer een dag later stapte ik zoals iedere ochtend vroeg uit bed om koffie te gaan maken. Toen ik mijn lungi uit een mand pakte bleek er een takaab in te zitten. Dit is een uiterst onaangenaam sujet, weenschappelijk bekend als scolopendra subspinipes en onwetenschappelijk ook bekend als reuze-duizendpoot. Het heeft een paar uitwendige kaken waarmee het niet alleen bijt maar ook gif in kan brengen. Hoewel het gif, afgezien van voor kleine kinderen, niet dodelijk is, kan je een beet maar beter vermijden. In veel beschrijvingen wordt de takaab-beet de meest pijnlijke die er bestaat genoemd. Ze zijn, naast schorpioenen, de reden om je schoenen en laarzen, maar ook alle andere kledingstukken hier goed uit te kloppen voordat je ze aantrekt. Er is al eens een takaab in het shirt dat ik droeg terechtgekomen, maar die heeft mij toen gelukkig niet de moeite waard gevonden om zijn kaken in te zetten. Met de duizendpoot in het lungimandje hoefde ik echt geen tweede ontmoeting meer en daar heb ik dan ook voor gezorgd. (Er is weinig informatie in het Nederlands over de takaab te vinden. Op https://www.pattayaunlimited.com/thailands-monster-poisonous-centipede/ staat een uitgebreid verhaal in het Engels.) Takaab schijnt trouwens een goede bron van een medicijn tegen zere keel te zijn.

Vanmorgen was het weer raak. Mieke draaide een kraan dicht en werd prompt gestoken in een verse tattoo. De schuldige: een plooivleugelwesp. In het Engels heet het dier een social wasp en het is inderdaad zeer sociaal, maar helaas alleen tegenover soortgenoten. Met een groep bouwen ze gezamenlijk een nest. Sociale woningbouw, als het ware. Terwijl een deel van de groep gaat fourageren, blijft een ander deel het nest bewaken. En dat laatste gebeurt allesbehalve sociaal. Zodra je maar een beetje in de buurt komt vallen ze aan. Dat zou niet onoverkomelijk geweest zijn als je kon weten dat je in de buurt van het nest kwam, maar die nesten worden altijd op verdekte plekjes gemaakt. Dat je in de buurt bent weet je daardoor pas als je gestoken wordt, als je geluk hebt door eentje, maar door 2 of 3 kan ook, zoals Mieke kort na de eerste steekpartij nog twee keer moest ervaren. Inmiddels heeft ze ontdekt dat deppen met tea tree olie de pijn snel laat verdwijnen en de gebruikelijke zwelling en jeuk effectief tegen gaat.

Zit het nest op een plek waar je vaak moet zijn, zoals in dit geval dus bij een kraan, dan is er echt geen andere keuze dan de boel op te ruimen. Er wonen allerlei soorten wespen in en rond ons huisje, die overal nesten maken. Achter kasten, in laatjes, aan een handdoek, in het toongat van een fluit en ga zo maar door. Soms lastig, als blijkt dat je fluit het niet meer doet, maar verder valt er prima mee te leven; ze steken alleen als ze echt in het nauw gebracht worden. Een waarlijk sociale wesp zou daar een voorbeeld aan nemen.


Als het enigszins kan proberen we natuurlijk onaangename ontmoetingen te voorkomen. De hierboven genoemde kraan zat verscholen tussen de planten die bij de Thai bekend staan als never die-plant (maar dan in het Thais). Die planten, die hun bijnaam ontlenen aan het feit dat uit elk willekeurig deel dat de grond raakt weer een nieuw plantje, groeit hebben we nu maar verplaatst, in de hoop dat ze hun bijnaam eer aan doen. 

De never die is de plant rechts met de lantaarntjesbloem

De kraan staat nou weer vrij. Maar de (a)sociale wespen kunnen overal nog zitten. Voor de vogelkooi hebben we fijner gaas besteld, dat de slangen buiten moet houden. En de takaab... daar hebben we helaas geen diervriendelijke oplossing voor. Die valt in dezelfde categorie als de muggen. Als het hij of ik is ben ik ook een stuk minder sociaal.

Erratum

In de vorige blog schreef ik over de Fiat 500 van de rijke tak van onze familie. Het blijkt nog veel erger te zijn. Mijn neef liet me zonder gêne weten dat het geen Fiat 500 was, maar een 600. "100 cc, 2 cylinders" peperde hij me nog eens extra in. Wie denkt dat het dan wel mee viel met de ruimte: naast het gezin van 5 bleek ook oma nog mee te reizen naar Frankrijk. Voor zover bekend zat ook zij gewoon binnen.