Voor het openen van een bankrekening ga
je hier naar de bank. Ouderen onder ons zal dat bekend voorkomen,
maar voor de jongeren zal ik het even uitleggen: vroeger was een bank
een, meestal prominent, gebouw waar mensen achter balies zaten. Bij
die mensen kon je geld storten of opnemen. Eigenlijk net zoiets als
nu een online-verbinding, maar dan met echte mensen dus.
Nou, hier in Thailand is dat nog steeds
zo. Er zijn wel geldautomaten, en ook automaten waar je geld kan
storten, en weer andere automaten waar je het saldo in je bankboekje
bij kan werken. Maar je kunt dus... o, sorry, jongeren: een
bankboekje is een boekje waarin je saldo staat en waarin bij- en
afschrijvingen worden bijgehouden. Met dat boekje kan je geld of
cheques halen. Een cheque is een bewijs dat je een bepaalde waarde
van je rekening hebt gereserveerd. Je geeft die cheque aan iemand
anders die die waarde dan kan laten uitbetalen of op zijn rekening
bijschrijven. Voor dat alles ga je dus naar de bank.
Toen wij maandagmorgen de bank
binnenkwamen waren alle 10 (!) loketten bemand.* Er stonden zo'n 40
stoelen, netjes in rijtjes, die allemaal bezet waren door wachtende
mensen. Er hing een groot televisiescherm waarop vechtfilms te zien waren, uiteraard met bijbehorend geluid. Bij de ingang stond een nummertjes-automaat; zoëen die ook
in het gemeentehuis van Boxmeer staat. Alleen stond er hier iemand
bij die vroeg waar we voor kwamen en de juiste knoppen voor ons
indrukte. We hielden rekening met een forse wachttijd, maar het
eerste nummertje dat opfloepte was het onze. We mochten naar loket
10, en na zo'n 3 kwartier aan formulieren en formaliteiten hadden we
een bankrekening met bankboekje én betaalpas. Zo snel lukt dat in de
online-wereld niet.
Buaban, de huisbazin had al die tijd
geduldig zitten wachten. Haar man was ook aangeschoven. Huisbazin?
Wat moest die daar dan? Nou, hier neem je als je als buitenlander een
bankrekening wilt openen je huisbaas mee naar de bank. Die moet
namelijk hoogstpersoonlijk verklaren dat je echt in zijn of haar huis
woont. Ze had ons op de berg opgehaald, maar daarna moest ik de nogal
grote bak naar de bank rijden en ging zij achterin zitten. Bij de
eerste de beste kruising vergat ik natuurlijk dat het een schakelauto
was, gelukkig zonder vervelende gevolgen.
Nadat we klaar waren bij de bank vroeg
Buaban of we toevallig interesse hadden om een stuk land met, en een
zonder huis te gaan bekijken. Dat hadden we wel. Dus reden we een
paar kilometer het dorp uit (de man van Buaban reed nu; Mieke moest
nu ook naar achteren. Tot groot vermaak van beide Thai zat ik met
mijn knieën tegen het dashboard en met mijn hoofd zowat tegen het
dak.) We bekeken een op zich mooi huis, maar wel erg groot en met een
stuk land van 2 rai (1 rai is 1600m2) waarvan de helft
ongeveer een blubberige vijver was. Daarna reden we in Tham Chiang
Dao naar een stuk land van 10 rai, ook weer schitterend gelegen, maar
veel te groot en niet eenvoudig bewoonbaar te maken. Dat gaat het dus
niet worden.
Om ze te bedanken voor hun inspanningen
en geduld boden we Buaban en haar man aan om samen te lunchen. Ze
reden ons naar een leuk plekje buiten het dorp waar we een rijk
gevulde maaltijdsoep verorberden. Dit sympathieke aanbod kostte ons
130 Baht (€ 3,25). Daar kan je nog eens aardig voor doen.
Vanmorgen hebben we internetbankieren
geregeld. Hoe handig en persoonlijk zo'n bank met echte mensen ook
is, het thuis kunnen checken van saldi en regelen van betalingen is
iets waaraan we inmiddels te veel gewend zijn om er afstand van te
doen. Om internetbankieren te regelen ga je hier, je begrijpt het al,
naar de bank. Buaban hoefde deze keer niet mee. Ze kennen ons daar nu
al.
* In Chiang Dao en de bijbehorende dorpen wonen iets meer dan 15.000 mensen. Dat is zoiets als Harlingen, Slochteren of Eemsmond. Er zijn meerdere banken, allemaal met echte mensen achter echte balies.