27 mei 2017

Wazdaddan?

Lampang is geen uitgesproken toeristische bestemming. Wie Noord-Thailand bezoekt gaat meestal naar Chiang Mai en van daaruit nog wat verder naar het noorden, naar Chiang Dao en Chiang Rai. De buitenlanders die Lampang bezoeken zijn nadrukkelijk op zoek naar de wat minder toeristische gebieden. Uniek hier zijn de kleine koetsjes met een paardje ervoor. Veel prettiger, ook voor de omgeving, dan de stinkende tuktuks in Chiang Mai. Verder is ook de avondmarkt op de zaterdag en zondag een trekpleister. Kleiner, goedkoper en gezelliger dan de night bazar in Chiang Mai.

Weinig bekend is dat Lampang nóg een avondmarkt heeft, in een straatje bij de oude stad. Deze markt is op vrijdagavond en je ziet er niet of nauwelijks toeristen. We hadden een bezoek daaraan al een tijdje op ons lijstje staan en gisterenavond was het zo ver. De markt heeft wel wat weg van Walking Street, de bekende avondmarkt, maar er zijn veel minder snuisterijenverkopers. Wel volop streetfood en groente en fruit, en verderop in de straat veel tweedehands spulletjes. En inderdaad hebben we geen andere lange witte mensen gezien.



Omdat het etenstijd is en de weegschaal waar ik een halfuurtje geleden op ben gaan staan intussen toch wel een flink lager gewicht aangaf dan ik de laatste jaren woog, besluiten we ons maar eens aan allerlei etenswaren tegoed te doen. We wijzen hier en daar wat aan en slaan hier en daar ook wat af. Een portie insecten kan toch echt nog altijd onze speekselklieren niet tot activiteit aanzetten.

We blijven even staan bij een mannetje dat in stukjes dikke bamboestengel een of ander prutje verkoopt. Hij spreekt geen woord Engels maar doet op aandoenlijke wijze voor dat je met een lepel het prutje uit de bamboe kunt halen en dan in je mond stoppen. We kopen er eentje als beloning voor de voorstelling. De man pakt een gevuld bamboetje, zet het op een krukje en geeft er dan met een eind hout een keiharde tik op. Dan gaat het in een zakje, met 2 bamboe lepeltjes erbij.



We wagen ons ook aan de felrode lapjes waarmee een vrouw ons probeert te verleiden. Het smaakt nog het meest naar speklapjes; helemaal niet verkeerd.



Intussen begint de lucht zowat inktzwart te worden. We hebben niet zo'n zin om een onweersbui op ons dak te krijgen, dus we lopen weer richting auto en kopen onderweg nog wat onbekende groenten. Vandaag hebben we geprobeerd die te identificeren.


De bloemen onderaan heten galanga. De wortels van de galanga kennen we in Nederland ook. Je vindt ze in gemalen vorm bij de kruiden in de meeste supermarkten, onder de naam laos. Een andere naam voor deze plant is Thaise gember, en dat geeft meteen zo'n beetje de smaak aan. De bloemen zijn heel smakelijk en een beetje pittig. De bladgroente linksboven konden we niet thuisbrengen. Het heeft nog het meeste van spinazie, een lekker zachte smaak. De borapet, rechtsboven stond toevallig nog op tafel. Het is een klimplant met bittere stengels die hier in een potje staat omdat we hem zelf willen kweken. Hij zat vanavond niet in de maaltijd. Die was aangevuld met kouseband, een soort spercieboon, maar dan 10x zo lang.

Oja, en dan hebben jullie dat prutje in de bamboe nog te goed. Het bleek een variant op de mango sticky rice te zijn. Zoete rijst, met stukjes mango, kokos en kaneel. Vurrukkulluk. Dat gaan we de volgende keer weer meenemen. En die knal met dat stuk hout waar ik het eerder over had, die bleek te zijn om de bamboe te splijten. Heel handig, want nu kon ik het mooi verdelen. Afgemaakt met een komkommer-tomatensalade en een flinke schijf annanas was dat vandaag onze lunch.



25 mei 2017

Verkeer

Dubbel parkeren in de parkeergarage is hier heel gewoon. De eerste keer bleef ik geduldig wachten tot de eigenaar van de dubbel geparkeerde auto op kwam dagen. Dat blijkt echter helemaal niet nodig te zijn.

Wat je niet ziet is er niet, lijken veel bestuurders hier te denken. Wat er na een bocht in de weg aankomt zie je niet, dus is er niks na een bocht in de weg. Komt er dan toch wat aan, dan knipper je met je lichten, want jij was tenslotte eerst. 

23 mei 2017

Toenemende belangstelling

De opzichtster heeft haar strategische positie ingenomen

We beginnen gewoon samen aan het opmeten en piketbamboetjes slaan

Dan komt de buurman al snel kijken

en daar is de dorpsbaas, tevens grondverzetter ook

Natuurlijk moet buurman wel meekijken hoe het worden gaat

Dan begint het vuurtje te lopen
en inmiddels weet heel het dorp wat het grondwerk ons gaat kosten









22 mei 2017

Van emigreren kun je leren.

Sommigen verklaren ons voor gek, anderen bejubelen onze moed, de meningen zijn nogal verdeeld als het gaat om ons besluit om op ons resp. 56ste en 61ste naar Thailand te verhuizen.
We hebben het gedaan. Drie jaar geleden namen we het besluit, en inmiddels zijn we bijna vier maanden hier. De langste periode dat ik ooit hier was duurde twee maanden, maart en april 2000.


Voor het eerst zien we het seizoen verschuiven van winter, naar droog en heet, en al voorzichtig richting regenseizoen. Daar hebben we ons op verheugd, op het leren kennen van de seizoenen hier, van de veranderingen in het landschap, temperatuur, vochtigheid. We wonen nu in de omgeving Lampang. Van Lampang wordt beweerd dat het er vaak nèt wat heter is dan op veel andere plekken. Dat hebben we in Nederland al een tijdlang in de gaten gehouden, en het lijkt inderdaad zo te zijn dat hier een paar graden warmer is dan bijvoorbeeld Chiang Mai, of Chiang Dao. Dus hadden we bedacht dat als we de omgeving van Lampang wilden onderzoeken op 'woonpotentieel', dat we er dan in elk geval in maart en april moesten gaan wonen. Als je die maanden overleeft dan kun je je er ook permanent vestigen, was ons idee.

En inderdaad, het is hier momenteel bloody hot, maar we kunnen er wonderwel mee overweg. Zoals je in Nederland baalde van kille, grauwe dagen, zo baal je hier van een ál te hete, benauwde en zweterige dag, (dan heb ik het over een graad of veertig) waarop je vijf minuten na het douchen alweer zeiknat bezweet bent, en je eigenlijk wel twee keer per dag schone kleren kunt aantrekken. Maar zoals je in Nederland minstens zes maanden per jaar binnen leeft omdat het buiten te nat of te koud is, zo leef je hier een maand of twee, drie binnen, omdat het buiten te warm is. Inmiddels weten wij wel waar onze voorkeur naar uitgaat. En zoals je in Nederland je in het najaar terugtrekt in je huis, de boel weer wintergezellig maakt om de tijd van het cocoonen weer knus door te komen, zo doe je dat hier eigenlijk ook, alleen zet je de airco aan in plaats van de kachel. En trek je je kleren uit, in plaats van truien en dikke sokken aan.... We worden daar heel gelukkig van!

Het allerleukste tot nu toe, vind ik de ontdekking dat al die nieuwe dingen die er te leren vallen, iets met je doen. Met je brein. Je wordt geprikkeld, uitgedaagd, gestimuleerd, elke dag opnieuw, op een andere manier dan je gewend bent. Je moet weer wortels zien te maken, netwerken, uitvogelen, opzoeken, navragen. Je wordt er slimmer van en mijn geheugen verbetert (met dat van mijn Lief was niks mis). We moeten samen plannen, overleggen, bedenken, ontwerpen, tekenen, meten, want we willen 'ons' landje in gaan richten en een huisje gaan bouwen. We leren elke dag nieuwe woordjes, en ezelsbruggetjes om ze te onthouden (die je dan prompt weer vergeet). En we worden een beetje moediger als het gaat om het gebruiken van de taal (maar het stelt nog steeds niet veel voor!).
We zien elke dag wel iets waarbij we ons afvragen wat het is, of waarvoor het gebruikt wordt. Soms zijn we net iets te gemakkelijk met interpreteren, zoals de gehakte nootjes die we in maart en april regelmatig op de markt zagen, en waarvan we dachten dat we ze toch eens moesten kopen voor in het muesli-ontbijt. Mijn buurvrouw wees ze aan en zei: 'miereneieren'. Ow. Okee.

We leren ook om te gaan met het beestenspul hier. En dan bedoel ik nu met name het ongewenste beestenspul. Mieren. Variërend van minder dan 1mm tot meer dan 1cm. Van sommige soorten weten we al of ze bijten of niet. En jeuken of niet. We hebben uitgevonden dat die kleintjes die je soms in huis tegenkomt, een dag of wat wegblijven als je hun route besproeit met een azijn/watermengsel. Werkt prima. Na elke maaltijd onmiddellijk afwassen. Zelfs verpakkingen, van yoghurt of zo, spoelen we af voordat we ze in de vuilnisbak gooien, om te voorkomen dat de mieren hun weg daarheen zullen vinden. Dat soort dingen. Heb je zó geleerd!
En nu we het over mieren hebben: de jaarlijkse invasie van hele wolken vliegende mieren hebben we ook ervaren. Gelukkig had ik er al eens over gelezen, dus na de eerste flinke regenbuien waren we al voorbereid op het spektakel. Alle ramen en deuren dicht, en lampen uit. Behalve zo'n héél klein led-lichtje, dat we op de badkamer aanlaten om 's nachts niet te verdwalen. Dat hadden we beter niet kunnen doen. (En dan zijn dit alleen nog maar de exemplaren in de wasbak. Je wil niet weten waar ze allemaal nog meer zaten...)


En dan nog zoiets: ik begon me al bijna aan de buren te storen, omdat hun doordringend klinkende fluitketel steeds pas na een kwartier stil werd. Minstens tien keer per dag. Francois heeft mazzel, hij hoort sommige hoge tonen niet meer, maar ik vond het knap irritant worden. Totdat ik me ineens realiseerde dat het cicaden zijn. En het ineens niet meer irritant vond. Érg hè, hoe dat soms werkt in je hoofd? Weer wat geleerd. (Luisteren)

Je leert een compleet nieuwe habitat kennen. Dat is ook iets waar we ons op verheugd hebben, nieuwsgierig naar zijn. Welke vogel maakt dat doordringende geluid (Horsfields nachtzwaluw (Luisteren)), welke prachtige hagedis zagen we zojuist op de weg (Blue Forest Lizard oftewel Calotes Mystaceus), hoe heet die rare vrucht (Salak), hoe hoog zou deze bamboesoort worden.....? (ruim twintig meter). Het gaat maar door. Google zij geprezen, en alle hulpvaardige Thai ook.


Tja, over leren gesproken, ik heb het nog nauwelijks over de taal gehad!
Andere keer.


12 mei 2017

De langste dagen?

Op school klonk het allemaal heel logisch vroeger. Op 21 juni staat de zon boven de kreeftskeerkring, op haar meest noordelijke punt. Dat is het dichtste bij Nederland, waar het dan dus de langste dag is.

Excuses aan iedereen die dit blog leest om te zien hoe het ons hier vergaat. Ik maak vandaag even een uitstapje naar een kwestie die niet erg belangrijk is, maar me al wel een tijdje bezig houdt. Wat dat betreft past mijn verhaal van vandaag bij nader inzien toch wel hier.

Sinds ik me realiseerde dat ik op iets meer dan 18 graden noorderbreedte woon, terwijl de kreeftskeerkring op 23,5 graad ligt, laat de vraag me niet meer los of er hier dan sprake is van twee langste dagen. Op weg van evenaar naar keerkring komt de zon immers over ons hoofd, maar op de terugweg naar de evenaar moet dat nog een keer gebeuren. Als bovendien de hoogte van de zon de belangrijkste factor is die bepaalt hoe warm het wordt, zouden we hier "dus" twee zomerpieken moeten hebben.

Het valt nog niet mee om de exacte informatie te vinden, althans, in voor mij begrijpelijke taal. Dat de zon hier inderdaad twee keer per jaar in het zenith, ofwel loodrecht boven ons staat, kan met wat googlen snel worden bevestigd. Waarom we dan niet twee keer een langste dag hebben is lastiger te vinden. Uiteindelijk denk ik het wel zo'n beetje begrepen te hebben. De doorsnede van de aarde die haaks op de aardas staat is bij de evenaar het grootste. Komt de zon noordelijk van de evenaar, dan komt ie boven plekken waar die doorsnede kleiner is. Daardoor is hij langer te zien, althans, op het noordelijk halfrond. Ook hier in Nang Lae is de langste dag dus 21 juni, als de zon boven de kleinste doorsnede staat. Astronomisch zal het wel prietpraat wezen, maar zo krijg ik er in ieder geval wel een plaatje van voor me.

De verschillen in daglengte zijn overigens wel veel kleiner naarmate je dichter bij de evenaar komt. Hier is het rond de 21e juni ruim 13 uur dag. Rond 21 december is dat ruim 11 uur. Ter vergelijking: op 21 juni is het in Amsterdam bijna 17 uur dag en op 21 december nog geen 8 uur. Op de evenaar zelf duurt een dag altijd 12 uur.

Dat we hier geen twee zomers hebben heeft andere oorzaken. April en mei zijn de heetste maanden, mede doordat ze ook (meestal) heel droog zijn. Bij de tweede keer dat de zon in het zenith staat, eind juli, is het regenseizoen al een tijdje aan de gang en is het wel benauwd, maar zijn de temperaturen minder hoog.

Wat me ook al een tijdje bezig hield was de vraag wanneer de zon hier in Nang Lae nou precies in het zenith staat. Ook die vraag was niet zo makkelijk te beantwoorden, maar uiteindelijk vond ik het toch nét op tijd. Dat blijkt namelijk morgen het geval te zijn, om precies te zijn om 12:18 uur. Als het goed is (en ik het niet vergeet) moet ik dus morgen een foto kunnen maken waarop mijn schaduw loodrecht onder me valt. Overmorgen weten we of dat gelukt is.

Update 14 mei 2017

Gelukt. Met hoed op en de armen gespreid.


09 mei 2017

N 18.336235 E 99.388946 ??

Gaat het Nong Lom worden...? We hebben eergisteren besloten dat dit het stukje land mag worden waar we ons nieuwe paradijsje willen gaan bouwen: Nong Lom,
Hang Chat District, Provincie Lampang, Thailand. https://goo.gl/maps/mzsauY6Agau
Als je linksonder op de google mapspagina het satelliet-icoontje aanklikt krijg je een aardig beeld van het landschap en de ligging. Het landje ligt midden tussen de rijstvelden en weilanden met een weids uitzicht naar alle kanten. Daar zijn we voor gevallen.... De ooievaars en kieviten, de heuvels op de achtergrond. We kregen het aangeboden via Judith en Pong, een 70+ koppel uit Lampang.


De AmerikanseJudith hebben we vorig jaar in Chiang Dao voor het erst ontmoet, De Thaise Pong kennen we nog maar kort. Het land is van een vriend van Pong, die er eigenlijk geen plannen mee heeft en het wel aan ons wil verkopen voor een alleszins redelijke prijs. Het is ruim twee rai groot, zo'n 3500m2. 


We hopen dat de koop op korte termijn een feit kan worden, we zoeken momenteel nog een aantal essentiële zaken uit, zoals hoe de nutsvoorzieningen geregeld kunnen worden en allerlei andere omgevingsfactoren, juridische aspecten etc. We krijgen daarbij fantastische en enthousiaste hulp van Pong, die constructiemanager is geweest bij een heel groot bouwbedrijf in het Zuiden van Thailand. Hij is gepensioneerd, en vindt het een leuke uitdaging om ons te helpen en adviseren, ook wat betreft de inrichting van het landje en de bouw van ons huis straks. Dat is voor ons natuurlijk ontzettend welkom, omdat hij alle kennis, ervaring en ook het netwerk heeft, nodig voor ons 'project'. En dan is er ook nog Hub, die als ervaringsdeskundige als het gaat om huizenbouw, zijn hulp, ideeën en advies heeft aangeboden. Wat zijn we toch een geluksvogels dat deze prachtige mensen zomaar ons pad kruisen en het verwezenlijken van onze dromen mee mogelijk gaan maken omdat ze erin geloven, de mogelijkheden zien en ons gewoon graag willen helpen. Daar word ik toch wel heel erg dankbaar en blij van.
We hopen dat de aankoop een beetje vlot gerealiseerd kan worden, dan kunnen we aan de slag. Met Pong en Hub zijn we al volop aan 't fantaseren en plannen. We zullen beginnen met het graven van een waterreservoir/visvijver en het slaan van een diepe put. Met de grond uit het reservoir hogen we een deel van het land op voor het huis, en we willen snel gaan beplanten met bomen en bamboe, om het landje te beschutten tegen zon en wind. Voor Pong met zijn ervaring is het een mini-projectje dat niet zoveel voorstelt en allemaal makkelijk geregeld kan worden, en zo praat Hub er ook over, maar wij vinden het toch wel zo ongeveer het spannendste (en leukste) dat we ooit gedaan hebben. We verbazen ons telkens weer over het gemak waarmee hier alles mogelijk is, vergeleken bij alle regelarij in Nederland. Twee uitersten. Maar geef ons Thailand dan maar! Al doende zullen we daar vast ook nog wel eens anders over denken, maar het is een feit dat we deze droom in Nederland nooit op deze eigenzinnige manier zouden kunnen en durven realiseren.... we gaan ervoor!
O ja, en we hebben gisteren de voordeur al gekocht, voor vijfentwintig eurietjes!!





01 mei 2017

Inburgeren

Volgens mij doen we het helemaal niet slecht met inburgeren. Het zijn vooral allerlei kleine dingetjes waar we aan merken dat we langzaam maar zeker al een klein beetje thuis raken in dit wondere land. In de namiddag gaan we regelmatig naar de markt. De laatste tijd zijn we vaker zelf aan 't kokkerellen, omdat we op die manier veel meer variatie kunnen aanbrengen in wat we eten, en bovendien is het shoppen op de markt gewoon hartstikke leuk. De lokale bevolking verkoopt er vers geoogte groenten en fruit, vers vlees, en vers bereide curry's, toetjes, gefrituurde insecten, verse vis, teveel om op te noemen.


Het koken is een beetje een kampeergedoe, omdat we hier geen keuken hebben. Maar toen we in het begin van de maand een koelkast gingen kopen kregen we daar een gratis elektrische wok bij, en die zijn we dan ook maar gaan gebruiken. Voor de groentengerechten die we graag maken is het ding prima bruikbaar. Vandaag hebben we op de markt weer een nieuwe naam geleerd: waterspinazie heet pak boeng. Het ezelsbruggetje wordt dan natuurlijk pats boem, dat ligt nogal voor de hand. Ik wed dat ik het niet meer vergeet... Een groentenverkoopster merkte op dat het vandaag erg warm was (loan maak) en ik verstond haar! Het stelt geen klap voor, en toch is het kicken als je merkt dat je steeds meer woordjes, en soms zelfs korte zinnetjes gaat herkennen! We vinden het leuk om af en toe onbekende dingen te kopen op de markt en dan uit te proberen hoe het smaakt en via youtube kun je altijd wel een filmpje vinden over hoe je bepaalde groenten of fruit moet schoonmaken en bereiden. Zoals een dezer dagen grote verse bamboespruiten, heerlijk! De gefrituurde zijderupsen hebben we nog maar laten liggen, maar volgens de buurvrouw zijn ze lekker van smaak en lekker zacht van binnen! En we kochten een soort opgevouwen flensjes, die ter plekke gebakken worden en gevuld met een mix van bijvoorbeeld zoete mais en geraspte kokos. Heerlijk toetje!


We hebben ons ook al aangepast aan het dorpsritme. Men wordt hier om zes uur gewekt met muziekjes (we hebben besloten dat het om een soort van regionaal volksliedje zal gaan en er wordt altijd met een tranentrekkende smartlap afgesloten) en daartussenin een praatje van het dorpshoofd. Momenteel is het zo bloody hot overdag, dat het helemaal geen straf is om om zes uur op te staan en dan meteen een wandeling te maken met Tibbe. Het is dan prima uit te houden met een graad of vijfentwintig, maar tegen de tijd dat we weer thuis zijn loopt het al tegen de dertig. In de loop van de dag wordt het dan zo'n graad of veertig . We zijn zelf eigenlijk heel verbaasd over 't feit dat we heel goed overweg kunnen met deze hitte. Het is echt flink zweten geblazen, maar eigenlijk valt het ons 100% mee. Moet wel gezegd worden dat we op die extreem hete dagen een groot deel van de dag boven in onze zit-slaapkamer verblijven waar we de airco op 27 graden hebben staan, heerlijk koel! Voordeel is ook dat je erg weinig was hebt. Je draagt Ueberhaupt maar weinig kleren, en als je thuis bent kun je dat tot een minimum of tot nul reduceren. Zalig!


's Ochtends wassen we het kleine spul op de hand, dat is een uurtje later weer droog, en het beddengoed geven we bij Noi af, die ervoor zorgt dat het mee naar de wasserij gaat. Voor een kleine anderhalve euro hebben we ons bed en de grote handdoeken weer schoon.

Gisteren ben ik met buurvrouw Nui meegeweest naar de voorbereiding van een crematie van een van de ouderen hier in het dorp, die eergisteren is overleden. Dat was een leuke en leerzame ervaring! Haast alle dorpsgenoten helpen mee om de familie van de overledene te ondersteunen en te ontlasten, die hoeven zelf helemaal niets te regelen. Begrafenisondernemers zijn hier volledig overbodig. De mannen bouwen luifels en overkappingen op, sjouwen met kookstellen en gasflessen en zakken vol groenten, vis, vlees en fruit en gaan vervolgens zitten kijken naar hoe de vrouwen gaan koken. Tientallen vrouwen zitten groenten te snijden, en er wordt in giga-pannen gewokt en gekookt. Er worden voor de crematie zo'n 200 mensen verwacht die allemaal moeten eten. Het lijkt wel een kippenhok, zo wordt er gekletst en gelachen, het is een ronduit gezellige bedoening. Ik word allerhartelijkst onvangen, iedereen kletst gewoon Thais tegen me en met gebarentaal wordt vlot duidelijk gemaakt waar ik mag gaan zitten en wat ik kan doen (gepofte knoflookteentjes van hun schilletje ontdoen en mini-auberginedingetjes 'ontstelen'). Ik voel me zonder meer opgenomen in de groep vrouwen en heb eigenlijk weinig last van het feit dat ik geen enkele conversatie kan volgen. Het is gewoon leuk om deel uit te maken van dit dorpsgebeuren, te luisteren naar het gekwebbel en gelach en gewoon lekker bezig te zijn. Ik realiseer me dat het zo z'n voordelen heeft om te taal niet te kunnen verstaan of spreken. Hou ik eindelijk eens mijn mond en kan ik heerlijk meditatief genieten van wat ik aan het doen ben en van het sfeertje om me heen. Ik vind het ook leuk om te luisteren naar het gekwebbel en te proberen woorden te verstaan. Ik heb het in elk geval wel al snel door als ik 'over de tong ga', want dan hoor ik dat ze het over de 'farang', (uitgesproken als 'falang') hebben, hetgeen zoveel betekent als 'buitenlander', of 'blanke'. 'Man farang' zijn aardappels, misschien zijn wij blanken daar wel naar vernoemd...


En aardig deel van onze tijd wordt besteed aan onze huizen- en/of landjesjacht. Ik geloof werkelijk dat het deze omgeving zou kunnen worden waar we ons eigen plekje gaan vinden. De omgeving is hartstikke mooi. We maken regelmatig ritten in een straal van pakweg dertig kilometer rond Lampang, en we zijn al meer dan eens verrast door de schoonheid van de diverse landschappen. De ene keer zien we vooral rijstvelden en andere agrarische landschappen, dan weer is het heel bosrijk, of rijden we in prachtig groen heuvellandschap. Dat prachtig groen is een kwestie van mazzel, overigens, want normaal gesproken kan het in de hete tijd gortdroog zijn. In de afgelopen weken hebben we een keer of drie, vier een flinke tropische plensbui gehad, en dat is dan toch genoeg om alles mooi groen te houden.


Onderweg proberen we perceeltjes of huizen te spotten met een bord 'te koop' erbij. Maar de meeste percelen en huizen krijgen we te zien omdat we worden getipt door buren, bekenden of wildvreemde dorpsgenoten die weer tips doorgeven aan onze buren. Inmiddels weet het hele dorp natuurlijk dat er nieuwe falang in het dorp zijn komen wonen, die een huisje zoeken of een plek om er een te bouwen. We krijgen steevast het advies om eerst een Thai te laten informeren naar de prijs omdat die anders omhoogschiet op het moment dat men weet dat de belangstellenden falang zijn.


Tot nu toe was er echter nog niets van onze gading, maar we proberen geduldig te zijn en gaan gewoon door. De twee plekjes die we wel leuk vonden, hier in het dorp Nang Lae, gaan het niet worden. Het ene huis is wel te huur, maar niet te koop, en het andere is onlangs al verkocht, maar komt mogelijk opnieuw in de verkoop, omdat de nieuwe eigenaar zijn hypotheek maar moeilijk af schijnt te kunnen lossen. We zullen zien. Vanochtend zijn we met de buuv nog naar een lap grond wezen kijken, maar dat bleek om een kaal rijstveld te gaan dat eerst nog opgehoogd moet worden voordat je er ueberhaupt iets op kunt bouwen. Gaan we niet doen. Maarrrrrr.... toen we vanmiddag naar Noi gingen met de was en de huur vertelde ze dat zij ook weer had gehoord van mensen die grond te koop hadden, en morgen gaan we daar met haar naar kijken. Zo blijven we in elk geval lekker bezig..... we houden jullie op de hoogte!