Weinig bekend is dat Lampang nóg een avondmarkt heeft, in een straatje bij de oude stad. Deze markt is op vrijdagavond en je ziet er niet of nauwelijks toeristen. We hadden een bezoek daaraan al een tijdje op ons lijstje staan en gisterenavond was het zo ver. De markt heeft wel wat weg van Walking Street, de bekende avondmarkt, maar er zijn veel minder snuisterijenverkopers. Wel volop streetfood en groente en fruit, en verderop in de straat veel tweedehands spulletjes. En inderdaad hebben we geen andere lange witte mensen gezien.
Omdat het etenstijd is en de weegschaal waar ik een halfuurtje geleden op ben gaan staan intussen toch wel een flink lager gewicht aangaf dan ik de laatste jaren woog, besluiten we ons maar eens aan allerlei etenswaren tegoed te doen. We wijzen hier en daar wat aan en slaan hier en daar ook wat af. Een portie insecten kan toch echt nog altijd onze speekselklieren niet tot activiteit aanzetten.
We blijven even staan bij een mannetje dat in stukjes dikke bamboestengel een of ander prutje verkoopt. Hij spreekt geen woord Engels maar doet op aandoenlijke wijze voor dat je met een lepel het prutje uit de bamboe kunt halen en dan in je mond stoppen. We kopen er eentje als beloning voor de voorstelling. De man pakt een gevuld bamboetje, zet het op een krukje en geeft er dan met een eind hout een keiharde tik op. Dan gaat het in een zakje, met 2 bamboe lepeltjes erbij.
We wagen ons ook aan de felrode lapjes waarmee een vrouw ons probeert te verleiden. Het smaakt nog het meest naar speklapjes; helemaal niet verkeerd.
Intussen begint de lucht zowat inktzwart te worden. We hebben niet zo'n zin om een onweersbui op ons dak te krijgen, dus we lopen weer richting auto en kopen onderweg nog wat onbekende groenten. Vandaag hebben we geprobeerd die te identificeren.
De bloemen onderaan heten galanga. De wortels van de galanga kennen we in Nederland ook. Je vindt ze in gemalen vorm bij de kruiden in de meeste supermarkten, onder de naam laos. Een andere naam voor deze plant is Thaise gember, en dat geeft meteen zo'n beetje de smaak aan. De bloemen zijn heel smakelijk en een beetje pittig. De bladgroente linksboven konden we niet thuisbrengen. Het heeft nog het meeste van spinazie, een lekker zachte smaak. De borapet, rechtsboven stond toevallig nog op tafel. Het is een klimplant met bittere stengels die hier in een potje staat omdat we hem zelf willen kweken. Hij zat vanavond niet in de maaltijd. Die was aangevuld met kouseband, een soort spercieboon, maar dan 10x zo lang.
Oja, en dan hebben jullie dat prutje in de bamboe nog te goed. Het bleek een variant op de mango sticky rice te zijn. Zoete rijst, met stukjes mango, kokos en kaneel. Vurrukkulluk. Dat gaan we de volgende keer weer meenemen. En die knal met dat stuk hout waar ik het eerder over had, die bleek te zijn om de bamboe te splijten. Heel handig, want nu kon ik het mooi verdelen. Afgemaakt met een komkommer-tomatensalade en een flinke schijf annanas was dat vandaag onze lunch.