24 juli 2017

Triootje

Soms is er van alles te vertellen, maar we willen je ook niet iedere dag met een nieuwe blog lastigvallen. Daarom stoppen we vandaag maar eens drie korte stukjes in één blog.

Hoera! Warm water!


Toen we op 1 februari het huisje op de berg bij Chiang Dao betrokken was de geyser tussen kraan en douchekop eruit gehaald. "Tuesday warm water" zei Buaban. Maar toen we twee maanden later naar Lampang vertrokken was er nog altijd geen warme douche mogelijk.

In ons huidige huurhuis is zo'n beetje alles kapot (klik hier voor een impressie). En onder "zo'n beetje" valt ook het warmwaterapparaatje. Dat was ingebouwd in het kastje onder de wastafel, maar de lokale fauna heeft zich tegoed aan gedaan aan diverse onderdelen en leidingen. De koudwateraanvoer is gelukkig nog intakt.

Echt koud douchen hoefden we overigens niet. De waterleidingen lopen over, of hooguit een paar centimeter onder de grond. Als de zon er een uurtje op geschenen heeft is de watertemperatuur al aangenaam. En op een echt zonnige dag is douchen tussen 3 en 6 niet mogelijk omdat het koudwater veel te heet is.

Momenteel is het overdag vaak bewolkt. En douchen doen we graag meteen na het opstaan en/of voordat we gaan slapen. Dus hebben we maar vast een warmwaterapparaatje gekocht dat we straks mee kunnen nemen naar ons nieuwe huis. Omdat we niet willen boren en de muren van het huis (we zijn bang dat de tegels dan van de muur komen) hangt het apparaat nu aan een constructie die met de fitness-halters van de eigenaar op zijn plaats gehouden wordt. Zo kan ik nu dus zonder te liegen zeggen dat ik met de halters heb gewerkt.



De originele voedingskabel in het opgevreten wastafelkastje durf ik niet aan te raken. Vandaar dat ik maar een stekker aan het apparaat heb gezet. Een เนื้อไม้ เชือก* constructie dus. Maar het werkt wel. En straks makkelijk mee te nemen.



*houtje-touwtje

Stuklichten


De stoplichten in Hang Chat zijn stuk. Hang Chat is het hoofddorp van onze amphur, zeg maar onze gemeente. Er is één kruising met stoplichten en toen we hier kwamen wonen deden ze het nog gedeeltelijk. Aan een kant deed alleen groen het. Aan een andere kant alleen rood van het achterste licht (in Thailand heb je meestal een stoplicht vóór de kruising maar ook een erachter; handig als je liever twee meter voorbij de stopstreep wacht), maar dat was niet goed zichtbaar vanwege de bundel elektriciteitskabels die er voor hing. Aan weer een andere kant deed alleen de timer het nog maar. (Veel stoplichten hebben een timer waarop je ziet hoelang het duurt voordat het licht op groen of op oranje springt. Gek genoeg werkt dat heel goed. Op de meeste kruisingen krijgen de 4 toevoerwegen hier één voor één groen en wachttijden tot meer dan 2 minuten zijn geen uitzondering. Normaal zou je ongeduldig worden, maar dankzij die timer weet je waar je aan toe bent en zit je je dus niet te ergeren omdat het nóg niet groen is.)
Maar goed, met alleen nog een timer kom je ook een heel eind. Als het kruisende verkeer rijdt op het moment dat je aan komt rijden, wacht je gewoon tot de timer op 0 springt en dan is het groen. Het is even wennen, maar we zijn de kruising altijd zonder problemen overgekomen.

Sinds een paar weken zijn de stoplichten echt helemaal uit. Er blijkt geen geld te zijn om ze te repareren. Potjes voor dat soort onverwachte uitgaven zijn hier niet vanzelfsprekend en als er al een potje is kan dat best toevallig net voor iets anders zijn aangewend dat ook belangrijk of leuk was. Gek genoeg stroomt het verkeer op de kruising in Hang Chat nu veel vlotter door. Met de half werkende stoplichten stonden we meestal wel een tijdje te wachten. Nu bekijken we gewoon zelf of we erdoor kunnen en in de praktijk is dat vrijwel altijd meteen. Wat ons betreft mag reparatie nog wel even uitgesteld worden.

Gemeten


Het landje waar we gaan bouwen is nu officiëel gemeten. Je hebt hier verschillende soorten eigendomsbewijzen waarvan de chanote de belangrijkste is. Is er van een stuk land geen chanote, dan weet je nooit helemaal zeker of er niet nog een eigenaar, of een andere eigenaar komt opdagen, met het gevolg dat je wellicht met lege handen staat.

Van "ons" landje hadden we de chanote al gezien, dus wat het eigendom betreft zat dat wel goed. Er stond echter een groene stempel op. Dat wil zeggen dat de afmetingen bij benadering zijn. Wil je echt alles goed hebben vastgelegd, dan heb je een rode stempel nodig. Wij wilden dat, dus kwam afgelopen vrijdag een ploeg van het land office voor een officiële meting.

Vier man, of beter gezegd, 3 man en 1 vrouw sterk, trok de ploeg gewapend met papieren en prikstokken het veld in. Verder waren ook de buren aanwezig, de eigenaresse van de grond en haar man, Pong, en natuurlijk Mieke en ik. Van onder de boom volgden 7 toeschouwers het gebeuren. 18 personen in totaal dus, waarvan er 16 toekeken hoe er 2 ogenschijnlijk willekeurig in de grond stonden te prikken.



Vrij snel was er toch iets gevonden: een betonnen grenspaaltje dat in de loop van de tijd een stukje onder de grond was verdwenen. Met het meetlint erbij werden nu ook de overige paaltjes gelocaliseerd. Alle onderlinge afstanden en hoeken werden vastgelegd en voor akkoord getekend door de baas van de werkploeg, de eigenaresse en de buren.

Één buur was er niet bij. Die moet later nog tekenen. Dan wordt in de krant aangekondigd dat er een rode chanote uitgegeven gaat worden voor de grond en kunnen eventuele vermeende belanghebbenden nog bezwaar maken. Als alles goed gaat hebben we dan over twee maanden de chanote met de rode stempel en kan de grond worden overgeschreven op de nieuwe eigenaresse. Tegen die tijd zal de meeste regen ook wel gevallen zijn en kunnen we hopelijk met bouwen beginnen.

Dodelijk gevaar

Het lijkt een gewoon ochtenwandelingetje met Tibbe te worden. Nouja, niet helemaal gewoon, want we staan op het punt naar Chiang Mai te vertrekken, daarom ben ik alleen en wat later dan normaal. Plotseling zie ik hem, midden op de weg. Een slang.



Nieuwsgierigheid en lijfsbehoud vechten om gehoor. Moet ik weglopen? Rustig aan natuurlijk, om het beest niet in de stress te laten schieten. Of misschien juist zo hard mogelijk? Of moet ik hem juist eens proberen wat beter te bekijken? Ik mag dan van oorsprong een Hagenese stadjongen wezen, maar na 25 kantoorjaren zit ik al een aantal maanden niet meer alle dagen de nodige uren te verweken achter mijn computer. Kom op zeg, zis is thailand men, we zijn niet voor niets in de natuur geen wonen. De oermens in mij staat op. Ik wijk niet.



Ik nader het beest voorzichtig. Zak door mijn knieën en kijk hem recht in de ogen. Vroeger keek ik veel naar The Dog Whisperer dus ik weet dat je vooral moet laten zien dat je de baas bent. Uit de survivalgids die ik van Broer Bert had gekregen weet ik dat een slang banger voor jou is dan jij voor hem. Blijkbaar stel ik mij op de juiste manier op. Een natuurtalent? Vlak 8 jaar Maashees niet uit als het gaat om het terug-naar-de-natuurgevoel. Mijn superieure blik lijkt het dier te verlammen.

Natuurlijk wil ik Mieke deelgenoot maken van mijn vondst. Is het overmoed, of schat ik de situatie gewoon goed in? Ik weet niet wat voor slang het is, maar ik weet wel dat sommige slangen ook via de huid gifstoffen afscheiden. Ik scheur daarom een groot blad van een struik en grijp daarmee het beest in een snelle beweging achter de kop. Terwijl ik de tuin inloop roep ik Mieke dat ze snel moet komen kijken. Dat doet ze. Trots laat ik mijn verovering zien en ik geniet van het ontzag waarmee mijn Jane haar Tarzan aankijkt.



Natuurlijk hebben we geprobeerd uit te vinden wat voor slang het is. We komen uit op de dodelijk giftige Malaysian Krait, maar als dat klopt is het waarschijnlijk een jonkie, want die kraits kunnen ruim anderhalve meter lang worden en deze was maar zo'n 40 centimeter.

Hij was overigens al dood toen hij daar op de weg lag. Vermoedelijk door een brommer overreden. De mieren zijn inmiddels met het opruimen begonnen.


20 juli 2017

Het geavanceerde betalingssysteem

In een eerdere blog heb ik al eens wat geschreven over het openen van een bankrekening, en meer recent schreef ik over de vele banen hier in Thailand, die we in Nederland al lange tijd niet meer kennen. Je zou er haast uit kunnen lezen dat ik het hier maar een ouderwetse boel vind, maar niets is minder waar. Als het om overbodige banen gaat heeft Nederland geen reden om op Thailand neer te kijken. Als het om online betalingsverkeer gaat trouwens ook niet.

In Nederland zijn alle bankmedewerkers die klanten kunnen helpen inmiddels vervangen door managers die nooit een klant spreken. Voor bankieren moet je in Nederland niet bij de bank zijn; je doet het thuis (eventueel vanaf de bank) en als je niet weet hoe dat moet heb je pech. In Thailand kan je gerust een bankgebouw binnenstappen zonder dat de daar aanwezige personeelsleden verbaasd opkijken: "Help, een Klant!" Wil je geld overmaken naar een bepaalde rekening dan zeg je tegen de medewerker dat je geld wilt overmaken naar een bepaalde rekening en dan zorgt hij of zij dat er geld wordt overgemaakt naar een bepaalde rekening. Heel makkelijk dus. Maar je moet er wel voor naar de bank.

Van de week kwam de eerste rekening van 3BB, de internetprovider binnen. Geheel in het Thais, dus voor ons abacadabra. Maar onderaan zat gelukkig een leesbaar strookje met namen van banken erop én met "Tesco-Lotus". Dat is de plaatselijke supermarkt, en zoals je je electriciteitsrekening bij de 7-11, een andere supermarktketen, kunt betalen, kan je voor 3BB blijkbaar bij de Tesco terecht. Nou gaan wij niet voor ons plezier naar een supermarkt, dus ging Mieke er eens even goed voor zitten, om een paar minuten later al triomfantelijk uit te roepen: "gelukt".

De bank-apps blijken hier ver voor te lopen op die in Nederland. Je kunt er een barcode mee scannen. De factuur van 3BB bevat zo'n barcode en na het scannen stond de hele betaling keurig klaar en hoefde alleen nog bevestigd te worden. Zo kon een abacadabra-rekening dus toch betaald worden zonder dat we hulptroepen moesten inschakelen. Dat moet straks met de electriciteitsrekening vast ook wel gaan lukken.

Online-bankieren heeft hier wel meer snufjes die we in Nederland niet kennen. Zo wordt er bij elke inlog een smsje gestuurd. Ben je zelf niet degene die inlogt dan kan je dus meteen alarm slaan.

En heb je geen mobieltje of weet je niet hoe online bankieren werkt, dan staan de bankmedewerkers voor je klaar. Automatisering hoeft geen banen te kosten, zo bewijzen ze hier.

12 juli 2017

Bullshitbanen en dingen die hier anders gaan

Voor ons tijdelijke onderkomen loopt een smalle betonweg. Dan is er een landje met jonge bananenbomen en daarachter loopt een irrigatiekanaal met aan twee kanten een gravelweg. De onderlaag van die weg is aan de zachte kant, dus na een regenbui loop je het risico er in weg te zakken.


Als het donker is en regent rijdt er over de weg langs het kanaal steeds een brommer op en neer. Het duurde even voordat we dat voor ons onlogische verschijnsel konden duiden. Een gemiddeld regenbuitje hier zou in Nederland als een enorme hoosbui worden beschouwd, dus niet iets waar je voor je plezier in gaat rondrijden. De brommerrijder heeft een schijnwerper op zijn hoofd gemonteerd, en een netje aan een lange steel bij zich. Daarmee vangt hij de kikkertjes die vooral bij nattigheid in grote getale de weg oversteken. Die verkoopt hij vervolgens weer op de markt.

Het is maar één van de vele "beroepen" die we in Nederland niet kennen. In mijn blog over de Grote Beurt schreef ik al over de man bij de garage die wijst waar je kan parkeren en die je met veel gefluit en gebaar weer de weg op helpt. Zo'n functionaris heb je ook bij veel hotels, restaurants en officiele instellingen zoals banken. Bij banken heb je ook nog iemand die de deur voor je opent, je welkom heet, en een volgnummertje voor je uit de automaat haalt. En in veel winkels staat na de kassa, bij de uitgang, iemand die je bonnetje controleert en er een stempel op zet. Soms is er zelfs ook nog iemand die met je meeloopt om de boodschappen in de auto te zetten. De baas zelf zit intussen ergens in een hoek op een verhoging. Als je iets koopt loopt de verkoopster met je geld naar de baas en komt dan met het wisselgeld terug.



Ook wij hadden de neiging om er wat lacherig over te doen. Met dat soort banen kan je de werkloosheid wel laag houden. Maar ja, vraag je je af, zijn alle banen in Nederland dan zo nuttig? Nou, nee dus. Volgens de antropoloog David Graeber valt driekwart van de westerse banen onder de noemer bullshitjobs. Het gaat onder meer om banen in management, financiële dienstverlening, communicatie, marketing en administratie. De "kletsende klasse", noemt Peter de Waard het in zijn column in De Volkskrant.

De vraag is vervolgens wat nuttiger is: een communicatie-adviseur die leert hoe je iets wat nergens voor nodig is toch kunt verkopen, of iemand die de deur opendoet? Ik ga voor het laatste. Die deur moet immers sowieso open. Er is wel wat merkwaardigs aan de hand met de bullshitbanen. In Thailand zijn het de banen die heel weinig aanzien hebben en slecht betalen; in Nederland zijn het juist de banen die het meeste opleveren. Welke cultuur is nou eigenlijk het meest onbegrijpelijk?

Okee, nu ik het toch over verschillen heb: dit doen we hier, terwijl we dat in NL niet deden:
  • Wegwerpbakjes afwassen voordat je ze wegwerpt (anders zit je vuilnisbak vol ongedierte)
  • Met vork en lepel eten, tenzij je noedelsoep eet; dat doe je met stokjes
  • Met de (rechter)hand eten
  • Het supermarktkarretje achterlaten waar je het hebt leeggemaakt. (Nee, dat is niet asociaal: er zijn speciale supermarktkarretjesterugbrengmedewerkers in dienst. Die hebben geen werk meer als iedereen het zelf gaat doen. Er zijn trouwens ook speciale supermarktkarretjesaangeefmedewerkers die een karretje voor je uit de rij trekken en alvast in de richting van de ingang van de winkel klaarzetten)
  • Gebruikt wc-papier niet doorspoelen maar in de afvalbak doen
  • Geen kraanwater drinken
  • Achter iedere zin "krap"zeggen (ik) 
  • Achter iedere zin "ka" zeggen (Mieke)
  • Links rijden
  • Dubbel parkeren

  • Driedubbel parkeren
  • Linksaf door rood licht rijden (dat mag hier)
  • Op een drukke kruising langzaam de neus van je auto tussen het kruisende verkeer drukken en dan vriendelijk lachend bedanken dat je er vrijwillig tussen bent gelaten
  • Bij de benzinepomp in je auto blijven zitten
  • Niet extra gaan haasten als je te laat dreigt te komen (want je bent er toch het eerste)
  • 3x daags 10 seconden douchen
  • Groente wassen in fleswater
  • Het gewoon vinden dat de buurman mango's uit de boom komt plukken
Dat rijtje gaat nog wel groeien.
Als uitsmijter dan nog even wat poëtische beschouwingen over de verkeersregelaars hier:
Rij je hier weg na het parkeren
dan stuurt 't hotel Thaise meneren,
die elke keer weer
(zelfs zonder verkeer)
heel druk gaan staan gesticuleren.



Veel Thai hier verdienen hun duiten
door hard op hun fluiten te fluiten.
Zodra het maar kan
gaat zo'n Thaise man
zich stevig aan fluiten te buiten.


04 juli 2017

De Grote Beurt

Het is het moment waar iedere autobezitter altijd weer tegenaan hikt: de grote beurt. Een forse aanslag op je portemonnee, en de nooit te beantwoorden vraag of alles wat de garage heeft gerepareerd en vervangen wel echt gerepareerd of vervangen moest worden. De eerste 10.000 kilometer met onze auto zaten erop en aangezien we hem bij 30.000 km gekocht hadden, gaf de teller 40.000 aan en voor de Vigo betekent dat een grote beurt.

In Nederland betekende dat dat we de garage belden om een datum af te spreken. Dat kon dan meestal pas na een week of drie. Als ik de auto dan had afgeleverd en op de leenfiets waarvan de remmen en het licht het niet deden (jaja, dit was echt nog in Nederland) door regen en duisternis naar huis was gefietst, begon het angstige wachten. Tegen een uur of 3 ging dan de telefoon. "Hij is klaar hoor." "Was er nog wat bijzonders?" "Nee, alleen de achterbanden hadden wat weinig profiel, en de ruitenwisserbladen moesten vervangen worden, maar dat is eigenlijk altijd. En natuurlijk de remblokken. Maar verder alleen het standaardwerk." Dankzij het feit dat we zo'n voordelig Matizje reden hoefden we dan slechts € 500 af te rekenen.

Nu moesten we dus uitvinden hoe dat hier in Thailand werkt. Er zit gelukkig een Toyota-dealer langs de highway naar Lampang, net buiten ons dorp. Bellen voor een afspraak leek ons niet zo'n goed idee, want voor gesprekken hebben we echt nog wel handen en voeten nodig. Dus reden we er op weg naar huis even langs om een datum te prikken. Bij de ingang van het terrein van de garage zit een man die ons welkom wait en ons met brede armgebaren naar een van de parkeervakken leidt. Een andere medewerker komt uit het pand en doet mijn deur open. Met het onderhoudsboekje en het kilometerkaartje dat aan het stuur hangt maak ik duidelijk dat we aan een beurt toe zijn.

De man zegt dat we even moeten wachten, gaat naar binnen, en komt weer terug met allerlei meetapparatuur waarmee hij van alles controleert. We vragen ons af of hij echt wel begrijpt wat we willen en of er ook iets aan de motor gedaan gaat worden. Als we worden uitgenodigd om naar binnen te gaan, concluderen we dat er inderdaad geen sprake lijkt van een onderhoudsbeurt. De, overigens reuze-aardige, man plakt intussen nog een paar stickers op mijn stoel en komt dan achter ons aan.

Binnen worden onze gegevens opgenomen. Ik probeer duidelijk te maken dat ik voor we vertrekken op zijn minst toch ook even de bandenspanning wil hebben gecontroleerd. Onze auto is inmiddels door een andere medewerker weggereden. Waarheen weten we niet.

Dan begint er een printer te ratelen. De reuze-aardige man scheurt de output los en legt deze voor ons neer. Overzichtelijk staat er een aantal regels onder elkaar, met een aantal bedragen erachter. Helaas in Thais, dus we begrijpen wel de bedragen, maar niet de regels. Gelukkig spreekt de reuze-aardige man een beetje Engels, en zo beginnen we langzaamaan te begrijpen dat er wel degelijk een complete grote beurt gegeven wordt, niet over drie weken, maar nu meteen. Het printje bevat alle werkzaamheden die verricht gaan worden, met de bijbehorende prijs. Als we daarmee akkoord zijn tekenen we de offerte en hoeven we niet angstig te wachten hoe groot de aanslag zal gaan worden.

We willen wel graag naar huis, want het gaat een uur of 2 duren. Als we geweten hadden dat we meteen aan de (grote) beurt waren, hadden we de buurman wel gevraagd om even mee te rijden. We vragen de reuze-aardige man of het mogelijk is om ons thuis te brengen en dat kan. Of we maar even plaats willen nemen in de lounge. Dat willen we en ook nu slaat na een tijdje de twijfel toe. Heeft ie ons wel begrepen?

We bedenken dat we dan maar even naar de dakbedekkingenwinkel verderop zullen lopen, maar dat gaat mooi niet door. De reuze-aardige man geeft ons te kennen dat we moeten wachten. Een paar minuten later sprint hij naar buiten en komt voorrijden met een auto. We worden keurig thuisgebracht. Onderweg vraagt hij waar we vandaan komen, of we een huis gekocht hebben en, nadat we verteld hebben dat we een huis huren, hoeveel huur we dan betalen. Zo'n vraag zouden we in Nederland niet durven stellen, maar hier wordt dat gewoon gevraagd. We hebben er niet zo'n moeite mee. Eigenlijk vinden we het heel ontwapenend dat iets wat iedereen (ook in Nederland) zich afvraagt hier gewoon ook hardop gevraagd wordt. Hij mag het weten.

Drie uur later gaat de telefoon en meldt de reuze-aardige man dat onze auto klaar is en dat hij ons komt ophalen. Ik betaal de afgespoken prijs, die ongeveer een kwart bedraagt van wat we aan de Matiz kwijt waren, en loop naar de auto die ook nog eens spic en span is omdat hij een wasbeurt gekregen heeft.  Dan zie ik waar de stickers voor bedoeld waren: de reuze-aardige man heeft er mee gemarkeerd op welke positie de stoel stond en in welke stand de rugleuning. Hij schuift de stoel weer in "mijn" stand. Ik stap in, de waiende man bij de oprit gebaart me te stoppen bij het hek. Hij tuurt de vrijwel lege highway af, wenkt dan dat ik deze op kan rijden, maakt een draaibeweging om aan te geven dat ik moet sturen omdat ik anders dwars over de weg kom te staan. Dan geef ik gas, op weg naar huis. Wat een heerlijke service kennen ze toch in dit land.

Het verlies van de ananasboeren is winst voor de Nederlandse supermarkt

Je hebt het allemaal wel eens dat je je wat ongemakkelijk voelt in bepaalde situaties. Wij hebben dat momenteel (een beetje) bij het kopen van ananas. Hoe kun je je daar nou ongemakkelijk bij voelen, vraag je je nu waarschijnlijk af. Dat zal ik uitleggen.
Het is in ieder geval niet het ongemak in Nederland, waar je 3 euro neertelt en dan moet afwachten of je wel een rijp en zoet exemplaar hebt. Rijp en zoet zijn ze hier vrijwel altijd wel. Nee, het ongemak zit hem in de prijs, en wel in het feit dat die zo belachelijk laag is. Schreef ik vorige week nog bijna juichend dat ze nog geen 20 baht kostten, nu staan verkopers al met hele pick-ups vol langs de weg om ze te proberen voor 5 baht te verkopen. 5 baht, dat is iets meer dan 13 cent.
Dat is dus hartstikke mooi, zou je zeggen, maar als je de achtergrond kent wordt het ongemakkelijk. Er zijn gewoon te veel ananassen op de markt. Deels doordat het dit jaar optimaal ananassenweer was, deels omdat er meer mensen ananas zijn gaan kweken omdat de afgelopen jaren de prijs juist lekker hoog was. De markt doet zijn werk, maar zoals altijd heeft de markt geen boodschap aan individueel leed dat daardoor wordt veroorzaakt. De verkopers zien zich genoodzaakt om steeds goedkoper aan te bieden om ten minste nog iets te verkopen. Sommige telers nemen al niet meer die moeite en laten de ananassen wegrotten op hun land.
Dus zien we als we van Lampang naar huis rijden tijdens de rit van een kwartiertje zo'n 20 pickupjes met hoog opgetaste voorraad ananassen. We kunnen ons er wel ongemakkelijk bij voelen, maar als we daarom doorrijden schiet er ook niemand wat mee op. Dus kopen we er bij een van de pickupjes 2 en betalen 20 baht. En achteraf denk ik dat ik er eigenlijk wel 20 baht per stuk voor had moeten betalen. Dat was nog steeds een schijntje geweest. Het ongemakkelijke gevoel blijft.

Het verhaal van de ananassen voelt overigens extra wrang nadat ik pilletjes ben gaan halen bij de apotheek. Ik moest 60 baht afrekenen, zo'n € 1,60. De bijsluiter was helaas helemaal in het Thais. Ik heb het medicijn opgezocht op internet om te kijken of er een Engelse bijsluiter te vinden was, en dat bleek het geval. Een webshop die de pillen aanbiedt voor de Europese markt had de bijsluiter online staan. Prijs voor die pillen: € 9,90. Er wordt veel gemopperd over de kosten van de gezondheidszorg. Duidelijk is dat het prima Nederlandse verzekeringsstelsel als bij-effect heeft dat de prijzen voor medicijnen (te) hoog zijn. De consumenten hebben geen idee wat ze kosten en geen belang bij het zoeken naar goedkopere oplossingen, althans, geen direct zichtbaar belang. En wrang is dat het prijsverschil tussen de pillen hier en in NL niet ten goede komt aan de mensen die het werk doen, maar aan de slimmeriken die een webwinkeltje starten. Ik realiseer me dat het met de ananassen niet anders is. De lage inkoopsprijs is een extra voordeeltje voor de Nederlandse supermarkten. Het verlies van de boeren hier is de winst van Albert Heijn.