Het lijkt een gewoon ochtenwandelingetje met Tibbe te worden. Nouja, niet helemaal gewoon, want we staan op het punt naar Chiang Mai te vertrekken, daarom ben ik alleen en wat later dan normaal. Plotseling zie ik hem, midden op de weg. Een slang.
Nieuwsgierigheid en lijfsbehoud vechten om gehoor. Moet ik weglopen? Rustig aan natuurlijk, om het beest niet in de stress te laten schieten. Of misschien juist zo hard mogelijk? Of moet ik hem juist eens proberen wat beter te bekijken? Ik mag dan van oorsprong een Hagenese stadjongen wezen, maar na 25 kantoorjaren zit ik al een aantal maanden niet meer alle dagen de nodige uren te verweken achter mijn computer. Kom op zeg, zis is thailand men, we zijn niet voor niets in de natuur geen wonen. De oermens in mij staat op. Ik wijk niet.
Ik nader het beest voorzichtig. Zak door mijn knieën en kijk hem recht in de ogen. Vroeger keek ik veel naar The Dog Whisperer dus ik weet dat je vooral moet laten zien dat je de baas bent. Uit de survivalgids die ik van Broer Bert had gekregen weet ik dat een slang banger voor jou is dan jij voor hem. Blijkbaar stel ik mij op de juiste manier op. Een natuurtalent? Vlak 8 jaar Maashees niet uit als het gaat om het terug-naar-de-natuurgevoel. Mijn superieure blik lijkt het dier te verlammen.
Natuurlijk wil ik Mieke deelgenoot maken van mijn vondst. Is het overmoed, of schat ik de situatie gewoon goed in? Ik weet niet wat voor slang het is, maar ik weet wel dat sommige slangen ook via de huid gifstoffen afscheiden. Ik scheur daarom een groot blad van een struik en grijp daarmee het beest in een snelle beweging achter de kop. Terwijl ik de tuin inloop roep ik Mieke dat ze snel moet komen kijken. Dat doet ze. Trots laat ik mijn verovering zien en ik geniet van het ontzag waarmee mijn Jane haar Tarzan aankijkt.
Natuurlijk hebben we geprobeerd uit te vinden wat voor slang het is. We komen uit op de dodelijk giftige Malaysian Krait, maar als dat klopt is het waarschijnlijk een jonkie, want die kraits kunnen ruim anderhalve meter lang worden en deze was maar zo'n 40 centimeter.
Hij was overigens al dood toen hij daar op de weg lag. Vermoedelijk door een brommer overreden. De mieren zijn inmiddels met het opruimen begonnen.