19 augustus 2017

Happie hakkuh

De lamyaiboom hangt nog altijd aantrekkelijk vol met vruchten. Alleen, we kunnen er niet bij. Alles wat binnen het bereik van mijn, voor Thaise begrippen toch niet geringe lengte hangt is er af. En alles waar ik bij kan als ik op de auto ga staan ook. Maar daarboven roepen de lamyai ons toe: "pluk ons, pel ons, eet ons, geniet van ons."

Op zo'n moment weet je als man in de tropen wat je te doen staat: je pakt je machete en trekt ten strijde. Eerst op zoek naar een lange, niet al te dikke bamboe. Die wordt na een eerste mislukte poging ("Nooit loodrecht op de bamboe slaan!" "O ja, da's waar ook.") genadeloos met een paar slagen geveld. Dan, een paar meter bamboe achter me aanslepend waar ik al lopend achteloos de uitsteeksels af hak, terug naar de tuin. Is het normaal gesproken een komen en gaan van dorpelingen hier, nu komt er natuurlijk niemand voorbij die kan rondvertellen hoe soepel die falang zijn machete hanteerde.

Nu moet het topje eraf zodat het gebogen snoeimes, zoëentje als waar Panoramix in de Asterixverhalen mee rondliep, er goed omheen past. Dat doe ik dan toch maar met een ouderwetse handzaag; dat mag tenminste gewoon loodrecht. Klein spijkertje om de boel te borgen en de lamyai kunnen hun borst alvast gaan natmaken.


Daar sta ik dan onder de boom, en zie alle heerlijkheden boven mijn hoofd hangen. Alleen is in het dikke bladerdek op geen enkele manier te ontwaren hoe de takken waar de vruchten aan hangen precies lopen. Het is gewoon één groene massa. Op goed geluk steek ik het snoeimes tussen de takken en na een beetje draaien met de bamboe haakt het uiteindelijk ergens achter. Een paar forse rukken, maar er gebeurt niks. Dat laat ik niet op me zitten, zeker niet nu ik zie dat Mieke de camera gepakt heeft. Getergd gooi ik al mijn energie in een ultieme ruk, en jawel hoor. Daar is hij.


Een flinke tak, met maar liefst één vrucht eraan. Trots kan ik mijn lief mijn eerste hooggeoogste lamyai presenteren. Dat moet wel de lekkerste zijn die ze ooit gegeten heeft.