08 maart 2020
Kikkerbilletjes
Dat het meeste fastfood slecht is voor de gezondheid mag als algemeen bekend verondersteld worden. Wie daar sinds vandaag ook over mee kan praten is de checkered keelback. Deze waterslang, die ruim anderhalve meter lang kan worden, dacht zich aan een smakelijke portie kikkerbilletjes te kunnen vergrijpen. Helaas voor hem of haar zat de rest van de prooi er ook nog aan en die begon meteen angstkreten te slaken. Die kreten alarmeerden de honden, waarna de keelback zich, met een half doorgeslikte kikker in de bek, van jager in prooi zag veranderen. 't Kan verkeren. De slang probeerde snel een gat in de grond in te vluchten, maar nu keerde de gulzigheid zich tegen het beest. Nadat hij zijn kop in het gat had gestoken kwam hij muurvast te zitten vanwege de verdikking die door de kikker werd veroorzaakt. Tibbe, die in normale omstandigheden al niet te beroerd is om een slang te grijpen, kreeg nu haar prooi op een presenteerblaadje aangeboden.
Tot dan toe was het hele gebeuren me nog ontgaan. Ik zat in de bijna lege cold tub de guppies te redden die nog in de laatste plasjes water zwommen. Daarna zou ik het laatste water eruit hevelen, de boel schoonmaken en de tub weer vullen, zodat we het hete seizoen, dat eigenlijk al zo'n beetje begonnen is (vandaag haalden we de 37 graden), kunnen weerstaan. Het opgewonden "ik-heb-een-slang-gevonden-blafje" van de honden herkennen we inmiddels en aangezien het hele tafereel zich op een paar meter van de cold tub afspeelde had ik er meteen goed zicht op. Ik was er niet op gekleed om snel de tub uit te springen, maar Tibbe liet zich gelukkig op afstand tot de orde roepen en Mieke kwam meteen aangesneld. Het zag er treurig uit voor de slang. Ik probeerde hem met een lange stok (ik wist op dat moment nog niet dat het een ongevaarlijke keelback was) uit het gat te trekken, maar hij zat echt muurvast. We wisten nog niet in hoeverre Tibbe hem al verwond had. Ik begon al te vrezen dat het de tweede slang binnen een paar dagen was, die ik uit zijn lijden moest verlossen en liep naar het schuurtje om de schep te halen.
Toen ik weer bij de keelback stond, begon deze toch fanatieke pogingen te doen om alsnog los te komen. Een spectaculair gezicht, dat wel, maar toch ook heel sneu, want hij bleef vast zitten. We besloten dat we toch eerst maar moesten proberen of we hem konden bevrijden. De grond is in deze, droge tijd van het jaar echt kei- en keihard. Voor het graven van een gat heb je een houweel nodig, maar dat was natuurlijk ook weer riskant. Goed mikken is niet mijn grootste talent. Gelukkig kreeg ik de schep een halve decimeter de grond in, waarna ik hem voorzichtig omhoog wrikte. Dat was genoeg. De keelback kon zich van de kleiklomp om zijn kop bevrijden en zat nog even beduusd bij te komen. De kikker had hij alweer half naar buiten gewerkt. Misschien was het hem uiteindelijk dan toch zelf wel gelukt om vrij te komen.
Uiteindelijk kronkelde hij weg, met zijn maaltje nog half uit zijn bek hangend. Voor ons rest slechts de brandende vraag: hebben we nu goed karma verdiend door een slang te redden, of juist goed karma verspeeld door de kikkers niet tegen gevaar te beschermen? Wellicht kunnen de lezers van het Boeddhistisch Dagblad, dat onze blogs ook plaatst, daar uitsluitsel over geven. Hoe dan ook: in korte tijd hebben we 2 slangen gered en zijn er 2 gesneuveld. Vooralsnog staan we gelijk.