06 mei 2018

Spookrijden

Er zaten gaten in de weg van Nong Noi naar de provinciale weg. "Ja, duh, vertel eens wat nieuws", zal de Thailandkenner nu denken, want in Thaise wegen zitten nou eenmaal altijd wel gaten. Maar in dit geval ging het om vrij diepe gaten. "Ja, duh..." Inderdaad, ook diepe gaten zijn geen uitzondering. Ga je in Nederland bij het zien van een grote plas water even bijsturen om er lekker doorheen te scheuren, in Thailand laat je dat wel uit je hoofd. Je kan niet zien wat er onder die plas zit, dus je rijdt er netjes omheen.

Maar goed, die gaten dus. Eigenlijk zouden we er geen last van moeten hebben, omdat we de betreffende weg helemaal niet zouden moeten rijden. We zouden  officieel de hoofdstraat van Nong Noi uit moeten rijden, dan 2 kilometer doorrijden op de provinciale weg, een U-draai maken en het hele eind weer terugrijden en dan de weg vervolgen naar Hang Chat en vervolgens naar ons huurhuis in Nang Lae. Nemen we echter de weg met de gaten, zoals ik hem maar even noem, dan komen we op een parallelweg van de provinciale weg. We draaien dan rechtsaf en rijden tegen de officiële rijrichting in, maken een U-draai onder de hoofdrijbaan door en komen aan de andere kant uit op wat eigenlijk het begin van de afrit is. Daar maken we weer een U-draai en zo hebben we 4 kilometer rijden uitgespaard door een stukje spook te rijden. Het heeft even geduurd voordat we dat aandurfden, want we zijn immers verkeerstechnisch netjes geprogrammeerd, maar toen we niet alleen brommers, maar ook auto's, en zelfs zware vrachtwagens met aanhanger die sluiproute zagen nemen besloten we niet langer als enige de omweg te maken. Het inburgeren lukt wat dat betreft ook best aardig, al zeg ik het zelf.

Het eerste deel van de verbindingsweg is nog wel goed te berijden. Het hobbelt en bobbelt weliswaar, maar dat hoort hier zo. En de gaten die er zijn zitten of links, of rechts, dus je kunt er tussendoor slalommen. Pas kort voor de provinciale weg zaten de echt grote gaten met als enige mogelijkheid er stapvoets doorheen hobbelen.

Grote verrassing vorige week: de gaten waren weg. Iemand (of het een ingehuurde werkploeg was of een enthousiaste buurtbewoner weet ik niet) had ze volgestort met beton. Daarna is hij, ongetwijfeld moe maar voldaan, naar huis gegaan, zonder de gerepareerde stukjes weg af te zetten. Het gevolg laat zich raden: diepe sporen in het beton, en hoge opstaande randen, zo ongeveer als wanneer de sneeuw modder is geworden en daarna weer is opgevroren. Geen doorkomen aan. En vermoedelijk ook enkele boze automobilisten waarvan de banden en bumpers nu gevuld zijn met beton.

De weg was nu zo slecht dat er echt wat aan gedaan moest worden. Dus werd hij afgesloten. Dat zag er veelbelovend uit. We moesten nu wel een klein stukje meer spookrijden, maar konden zien dat het grondig werd aangepakt. Hekken, linten, wegwerkers, en een brandweerwagen om de boel van water te voorzien. Twee dagen later ging de weg weer open, en inderdaad, de gaten waren weg en de hard geworden bandensporen ook. Nu zitten er bulten in de weg, die ongeveer even hoog zijn als de kuilen eerst diep waren. Maar als je er stapvoets overheen hobbelt is het best te doen.

Het onverwacht opduiken van gaten in de weg is slechts één van de redenen waarom je hier voortdurend alert moet zijn in het verkeer. Je komt voor onze begrippen ondenkbare situaties tegen. Een verkoper met zijn waren op de vluchtstrook, een klant die dan maar op de rijbaan parkeert, de vluchtstrook om een stukje tegen het verkeer in te rijden, inhalen vlak voor een bocht, 20km/u op de snelweg rijden, rijden zonder licht en ga zo maar door.

Vanavond reed ik terug naar Nang Lae (inderdaad, over de nieuwe bulten) en moest in het dorp afremmen omdat er een auto met groot licht aan op de smalle weg stond. Hij reed langzaam achteruit en stopte op een plek waar ik er langs kon. Toen ik uit het verblindende schijnsel van de koplampen was zag ik dat er een groepje mensen genoegelijk stond te kletsen naast die auto. Gelukkig reed ik heel langzaam. Vrolijk groetend maakte het groepje plaats. Even verderop moest ik weer stoppen omdat er een tegenligger stil stond. Oorzaak bleek nu de voortplantingsdrift van twee honden, diie elkaar precies midden op de weg waren tegengekomen. Er omheen rijden kon niet, omdat aan beide kanten een hond stond te blaffen. Of het ter aanmoediging of uit jaloezie was weet ik niet. Uiteindelijk sleepte het nog gekoppelde stelletje zich naar de kant en kon ik, in mijn eentje schaterend in de auto, het laatste stukje naar huis rijden.

Wat een heerlijk land.