Het is en uur of acht in de ochtend. Ik ben net verkast van de voorkant van het huisje naar de zijkant, comfortabel op ons bamboe-bed in de schaduw. Het is 25 graden. Als we 's ochtends rond half zeven opstaan gaan we eerst aan de voorkant in het opgaande zonnetje zitten, genietend van het uitzicht over de vallei. Met een omgeslagen sjaal, want het is dan nog frisjes, slechts een graad of 20....
Vanaf dat bamboe-bed kijk ik aan de linkerkant naar de berg, voor me kijk ik in de boomkruinen met hun enorme vogelvariatie en daaronder de terrassen met jonge bananenbomen, daarachter het bos. Wat zullen we deze machtig mooie, meditatieve plaatjes gaan missen. Goed voor uren vogelspotten, luisteren naar krekels, cicaden, boomkikkers, geluiden van zichtbare en onzichtbare vogels en godweetwat voor 'n beestenspul. Maar ook de typische geluiden van vallende droge teak-bladeren en de langs elkaar bewegende rafelbladeren van de bananenbomen. Hier aan de rand van het nationale park is het vogelspotten ook bijzonder. Nu nog, na twee maanden, zien we vrijwel dagelijks vogels die we nog niet eerder hebben gezien. De ene nog exotischer dan de andere, met kuifjes, lange staartveren, geelomrande ogen, vuurrode kontjes, soms onooglijk, maar dan weer met de meest fantastische zang of eigenaardig gedrag. We vinden het een sport om te ontdekken welke geluiden door welke vogels gemaakt worden, maar daar komen we lang niet altijd achter. We verzinnen dan maar onze eigen namen voor die onontdekte vogels, zoals de Altkanarie of de Grondvogel. Alles bij elkaar een feestje voor de zintuigen en daarmee voor de ziel....
Morgen komt daaraan een einde. Althans wat dit hele specifieke plekje betreft. Met gemengde gevoelens gaan we vertrekken naar Lampang. Hier in Chiang Dao zijn we nog niet uitgekeken, en het blijft vooralsnog bovenaan ons lijstje van potentiele woonplekjes, maar er zijn redenen om naar iets anders uit te kijken. Op de eerste plaats is dit huisje, hoe mooi het ook ligt, geen optie voor de langere termijn, hoewel het in principe wel te koop is. Het is heel erg klein, met een woon-/slaapkamer van pakweg 4,5x4,5m, en de veranda is ook niet heel groot. We wilden graag onze spulletjes uit Nederland laten overkomen, maar daarvoor is het echt te klein hier. Daarnaast ligt het tegen een erg steile helling, waardoor en nauwelijks mogelijkheden zijn om het huisje uit te breiden of de veranda's groter te maken. En tot slot is een deel van de weg hierheen slecht, waardoor we problemen voorzien in de regentijd. We hebben de afgelopen weken uitgekeken naar een alternatieve, iets grotere woonplek, maar dat is niks geworden. We gaan gebruik maken van de mogelijkgeid om een huis te huren in een dorp bij Lampang, waar Hub en Noi wonen. Hub is de vader van Carin, onze vriendin en collega van François. Het is een ruim en naar onze wensen overmatig luxe huis, maar het heeft veel achterstallig onderhoud omdat het al jaren min of meer leeg staat. De eigenaars wonen in Duitsland en komen hier eens in de paar jaar enkele weken op vakantie. Ze lijken weinig last te hebben van de mankementen, er wordt in elk geval niets aan gedaan. Al met al maakt het huis een ontzielde en wat onaangename indruk (Tibbe wilde eigenlijk meteen wel weer weg), maar we hebben er laatst een nachtje in geslapen (Noi had de slaapkamer en badkamer een goeie beurt gegeven en een heerlijk fris bed voor ons opgemaakt, de schat!), en eens goed 'gevoeld' of we er zouden kunnen wonen, en dan komen we al snel tot de conclusie dat of er al dan niet in dat huis te wonen valt heel erg van onszelf afhangt. We kunnen er in korte tijd iets leuks van maken en het huis weer bezielen. Dat gevoel van thuisvoelen zit toch heel erg in onszelf, en heeft pas op de tweede plaats met het huis of de plek te maken.
5 april
We zijn inmiddels een paar dagen in Nang Lae en ondanks het onderkomen huis voelden we ons meteen heel goed door de hartelijke ontvangst door Noi en Hub, en onze buren Nui en Glen. Er wordt ons allerlei hulp aangeboden en dat maakt dat we ons hier welkom voelen. Het huis ligt aan een heel klein, smal straatje, waar we langs en aantal buren rijden voordat we bij ons huis komen. We trokken natuurlijk bijkijks de eerst paar dagen, maar iedereen zwaait en lacht van oor tot oor. Inclusief wijzelf natuurlijk. De buurvrouw heeft al tomaten gebracht en een bejaarde buurman heeft de tuin een beetje gefantsoeneerd. Niemand sluit hier zijn huis af bij afwezigheid, en zo kan het zomaar gebeuren dat er een plastic bak met een schoongemaakte ananas in je koelkast staat als je thuiskomt van boodschappen doen. Van Noi natuurlijk, de lieverd! Vanavond kookt ze voor ons, en ze heeft al laten weten dat ze ons even zal bellen als ze een lunch-maaltijd gaan halen, dan kan ze voor ons ook eten meebrengen als we willen.... Zo gaat dat hier :-) We hebben onze tijd, energie en geld vooral besteed aan het bezielen, opleuken en bewoonbaar maken van het huis. Na een paar maanden zonder geleefd te hebben is een koelkast een ware luxe, en een waterkoker en magnetron volgden al snel. En dan natuurlijk wat eigen serviesgoed en de simpele meubeltjes waar Francois al over schreef, en het kost allemaal geen drol.
Het enige dat ik ECHT NIET FIJN vind hier zijn de giga-spinnen die ik af en toe op de badkamer tegenkom.
Wordt vervolgd....