Er klinkt heel zacht een monotoon
gezang:
de monnik start zijn chant al om 5 uur.
Zijn klooster op de berg is onze buur.
't Is frisjes buiten, toch luister ik
lang.
De toon en de kadans die'k nu opvang,
hoewel van ver, en veel te korte duur,
hypnotiserend zijn ze, en heel puur.
Ze raken zelfs een nuchtere farang.
De chant verandert nu in een gebed
en kou dwingt me terug onder de deken.
In mijn gedachten vormt zich dit
sonnet.
Het mag nog ruim een uurtje liggen
weken,
totdat ik het hier in mijn boekje zet.
Mooie minuten die wel uren leken..