In Thaise hotel- of guesthousekamers is
altijd minstens één ding kapot. Zelfs het spiksplinternieuwe
guesthouse in Mae Salong, waar we vorig jaar een paar dagen
verbleven, kon niet aan die wetmatigheid ontsnappen. Het ging daar
slechts om het spiksplinternieuwe spijkertje dat in de
spiksplinternieuwe muur geslagen was om de spiksplinternieuwe
decoratieve bamboemat op te hangen. Dat was met matje en al omlaag
gekomen en had daarbij een flink stuk van het spiksplinternieuwe
stucwerk meegenomen.
Op nummer één van de
kapottedingenlijst staat de lamp. De kans op een kamer zonder kapotte
lamp is vrijwel nihil. Het Riverside guesthouse in Lampang is
voorzover ik het me kan herinneren het enige waar alle verlichting in
de kamer het deed. Sowieso is het daar allemaal goed onderhouden;
alleen de laagste stand van de ventilator deed het niet en op stand 2
waaide je bijna je bed uit.
Erg goed, qua niet goed werken dan,
scoort ook het sanitair. Soms zijn de duurste kranen en douchekoppen
geïnstalleerd, maar hebben die nooit meer een antikalkmiddel gezien,
waardoor er prostaatprobleemstraaltjes uitkomen, als je überhaupt al
genoeg kracht hebt om ze open te draaien. Gisteren in Phimai hingen
de voedingsdraadjes boven uit het boilertje in de douche, veilig met
een plakbandje aan elkaar geknoopt. Opletten hoe je de douchekop
richt dus.
Hier in Ta Ko staat de luxe
wastafelkraan vrijwel los op de al even luxe metallic-look wastafel.
Het is allemaal nieuw genoeg om soepel te werken, maar voor het
bedienen van de eengreepskraan heb je toch twee handen nodig omdat
anders de hele kraan meedraait en je het gevoel hebt dat je de hele
boel eruit trekt.
Verder lijkt het erop dat het budget
plotseling op was, want naast de luxe wastafelcombinatie en het luxe
wand- en vloertegelwerk hangen een goedkoop handdoekenrekje en een nu
al nog maar half werkende plastic douchekopglijstang die al ernstige
sporen van slijtage vertonen.
Het vervelendste mankement hier is
echter het niet werkende kontenspoelertje. Sinds ik er in geslaagd
ben dat effectief te gebruiken zonder daarbij ook mijn rug tot tussen
mijn schouders te doorweken (of erger, maar die details zal ik u
besparen), is het tot mijn Grote Thaise Genoegens gaan behoren. Ik
zal niet beweren dat het de reden is geweest om tot een verhuizing
naar Thailand te besluiten, maar het behoort zonder meer tot de
voordelen. We zouden zoiets thuis natuurlijk ook wel kunnen
installeren, maar de Maashese watertemperatuur nodigt toch veel
minder uit om tussen je billen te spuiten.
Als het gaat om kapotte dingen was het
hotel in Phrae het absolute hoogtepunt. De hal en inschrijfbalie
zagen er nog enigszins gelikt uit, maar zodra we de hal achter ons
hadden gelaten stonden we midden in het verval. Los zittende
stopcontacten, gescheurd stucwerk, afgeknipte stroomkabels,
afvoerwater uit de wastafel dat spettert tegen je been, barsten in
diezelfde wastafel. Ik heb er maar een fotoreportage van gemaakt.
Daarmee is dat hotel in Phrae toch een soort arthotel geworden.
Het duurste hotel van deze vakantie was
er een in de buurt van het vliegveld. Ook qua kapotheid moet een
luxer hotel zich uiteraard onderscheiden, en dat deed het dan ook. De
luxe schuifdeur van de luxe badkamer zat vermoedelijk naast de rails
en liet zich dermate moeilijk sluiten dat we dat maar niet aangedurfd
hebben. Het idee om geheel ontkleed opgesloten te zitten en door de
technische dienst bevrijd te moeten worden sprak ons niet echt aan,
te meer daar de Thai vaak een heel team op een probleem afsturen.
(Illustrerende foto's op aanvraag en tegen forse betaling :-)).
Ook luxe in dit hotel was een heuse
waterkoker. Die was zelfs niet kapot, maar had niettemin een
mankement dat zich ook vaak bij waterkokers in Nederlandse hotels
voordoet: een te kort snoer. Om koffie te kunnen zetten moest ik op
mijn buik onder het bureautje schuiven. Met het apparaat op de grond,
strak tegen de muur haalde de stekker nét het stopcontact. Koffie
waar je zo veel moeite voor moet doen, die smaakt natuurlijk wel
extra lekker.