10 maart 2015

Arthotel tegen wil en dank

In Thaise hotel- of guesthousekamers is altijd minstens één ding kapot. Zelfs het spiksplinternieuwe guesthouse in Mae Salong, waar we vorig jaar een paar dagen verbleven, kon niet aan die wetmatigheid ontsnappen. Het ging daar slechts om het spiksplinternieuwe spijkertje dat in de spiksplinternieuwe muur geslagen was om de spiksplinternieuwe decoratieve bamboemat op te hangen. Dat was met matje en al omlaag gekomen en had daarbij een flink stuk van het spiksplinternieuwe stucwerk meegenomen.

Op nummer één van de kapottedingenlijst staat de lamp. De kans op een kamer zonder kapotte lamp is vrijwel nihil. Het Riverside guesthouse in Lampang is voorzover ik het me kan herinneren het enige waar alle verlichting in de kamer het deed. Sowieso is het daar allemaal goed onderhouden; alleen de laagste stand van de ventilator deed het niet en op stand 2 waaide je bijna je bed uit.

Erg goed, qua niet goed werken dan, scoort ook het sanitair. Soms zijn de duurste kranen en douchekoppen geïnstalleerd, maar hebben die nooit meer een antikalkmiddel gezien, waardoor er prostaatprobleemstraaltjes uitkomen, als je überhaupt al genoeg kracht hebt om ze open te draaien. Gisteren in Phimai hingen de voedingsdraadjes boven uit het boilertje in de douche, veilig met een plakbandje aan elkaar geknoopt. Opletten hoe je de douchekop richt dus.
Hier in Ta Ko staat de luxe wastafelkraan vrijwel los op de al even luxe metallic-look wastafel. Het is allemaal nieuw genoeg om soepel te werken, maar voor het bedienen van de eengreepskraan heb je toch twee handen nodig omdat anders de hele kraan meedraait en je het gevoel hebt dat je de hele boel eruit trekt.
Verder lijkt het erop dat het budget plotseling op was, want naast de luxe wastafelcombinatie en het luxe wand- en vloertegelwerk hangen een goedkoop handdoekenrekje en een nu al nog maar half werkende plastic douchekopglijstang die al ernstige sporen van slijtage vertonen.
Het vervelendste mankement hier is echter het niet werkende kontenspoelertje. Sinds ik er in geslaagd ben dat effectief te gebruiken zonder daarbij ook mijn rug tot tussen mijn schouders te doorweken (of erger, maar die details zal ik u besparen), is het tot mijn Grote Thaise Genoegens gaan behoren. Ik zal niet beweren dat het de reden is geweest om tot een verhuizing naar Thailand te besluiten, maar het behoort zonder meer tot de voordelen. We zouden zoiets thuis natuurlijk ook wel kunnen installeren, maar de Maashese watertemperatuur nodigt toch veel minder uit om tussen je billen te spuiten.

Als het gaat om kapotte dingen was het hotel in Phrae het absolute hoogtepunt. De hal en inschrijfbalie zagen er nog enigszins gelikt uit, maar zodra we de hal achter ons hadden gelaten stonden we midden in het verval. Los zittende stopcontacten, gescheurd stucwerk, afgeknipte stroomkabels, afvoerwater uit de wastafel dat spettert tegen je been, barsten in diezelfde wastafel. Ik heb er maar een fotoreportage van gemaakt. Daarmee is dat hotel in Phrae toch een soort arthotel geworden.

Het duurste hotel van deze vakantie was er een in de buurt van het vliegveld. Ook qua kapotheid moet een luxer hotel zich uiteraard onderscheiden, en dat deed het dan ook. De luxe schuifdeur van de luxe badkamer zat vermoedelijk naast de rails en liet zich dermate moeilijk sluiten dat we dat maar niet aangedurfd hebben. Het idee om geheel ontkleed opgesloten te zitten en door de technische dienst bevrijd te moeten worden sprak ons niet echt aan, te meer daar de Thai vaak een heel team op een probleem afsturen. (Illustrerende foto's op aanvraag en tegen forse betaling :-)).

Ook luxe in dit hotel was een heuse waterkoker. Die was zelfs niet kapot, maar had niettemin een mankement dat zich ook vaak bij waterkokers in Nederlandse hotels voordoet: een te kort snoer. Om koffie te kunnen zetten moest ik op mijn buik onder het bureautje schuiven. Met het apparaat op de grond, strak tegen de muur haalde de stekker nét het stopcontact. Koffie waar je zo veel moeite voor moet doen, die smaakt natuurlijk wel extra lekker.