10 maart 2015

We hebben haar weerstaan

O, o, wat zijn we trots op onszelf. We hebben haar weerstaan. De bemoeizuchtige/overdreven behulpzame mevrouw uit het Rainbow Hill Hotel bedoel ik. Eerder schreef ik al wat over haar.

Vanmorgen bij het ontbijt was ze er niet en werden we geholpen door een allervriendelijkste, ietwat bedeesde andere mevrouw; zoeen die volledig voldeed aan het standaard plaatje van een Thaise die het ontbijt in een hotel verzorgt. Alle farang willen altijd roerei met spek bij het ontbijt, dat weet iedere Thai, dus ons voornemen om niet te zwaar te ontbijten viel al meteen in duigen.

Nog vóór achten vertrokken we naar Phanom Rung, waar het nog heerlijk rustig was. De tempel ligt op een hoge heuvel, die in een verder volledig vlak gebied ligt. Het ziet er wat surrealistisch uit als je kilometers lang door het vlakke land rijdt en dan ineens een loeisteile klim moet maken. De verklaring van dit vreemde verschijnsel is niets magisch: de heuvel is een uitgedoofde vulkaan.

Phanom Rung is weer een slagje spectaculairder dan Phimai en kan zich volgens Mieke zeker meten met Ankhor. In ruïnes van de Cambodjaanse grote broer zijn wel meer details bewaard gebleven. En Ankhor is natuurlijk toch dé grote toeristentrekker als het om Khmer-erfgoed gaat.
Dat betekent overigens niet dat je in Phanom Rung geen andere bezoekers treft. Wij waren er zo vroeg dat we gratis naar binnen mochten en hebben ruim de tijd genomen om alles te bekijken. Toen we van de main tower weer naar de uitgang liepen begonnen de eerste schoolgroepen net binnen te komen. Tijdens de afdaling van de vulkaan kwamen we een stuk of zes dubbeldeksbussen tegen en toen we op de terugweg nog een keer langs het complex kwamen stond de parkeerplaats vol met bussen en moet het er dus behoorlijk druk geweest zijn.

Trivia: Ik vond in Phanom Rung een steen met het overtuigende bewijs dat Fokke en Sukke ontleend zijn aan de Khmer-cultuur (of ik heb te veel fantasie).


Nog vóór de middag waren we terug in ons hotel en besloten we eerst maar wat gemiste nachtrust in te halen. Niks mis met het bed hier, maar om een of andere reden lukte het niet met slapen vannacht. De keuze tussen “zonde” en “jammer” viel dit keer uit in het voordeel van “zonde”, dus toen er na een kwartiertje op de deur geklopt werd en “zij” luidkeels “madaaaam” stond te roepen hadden we een probleem. Niks zeggen en hopen dat ze niet met haar loper de deur open zou draaien en binnen te stappen? Of was dat toch een stap te ver voor haar behulpzaamheid. Mieke toonde zich de dapperste van ons tweeën: “Later....we are sleeping” riep ze. Dat was voldoende. O, o, wat zijn we trots op onszelf. We hebben haar weerstaan.